Loonsverhoging in de CAO Kinderopvang 2025–2026: overzicht en gevolgen
juli 16, 2025
De wettelijke eisen die gelden voor de start en uitvoering van kinderopvang zijn van groot belang voor zowel de houder van een kinderopvangvoorziening als voor de ouders van de op te vangen kinderen. Deze eisen zijn bedoeld om de veiligheid, gezondheid en kwaliteit van de opvang te waarborgen. Het Rijk en de gemeenten houden toezicht op de naleving van deze eisen, zodat kinderen in een verantwoorde en vertrouwelijke omgeving worden opgevangen.
In deze artikel worden de belangrijkste wettelijke eisen voor de start van een kinderopvangvoorziening, de kwaliteitseisen, en de rol van toezichthouder en gemeente besproken. Daarnaast wordt ingegaan op de toezicht- en handhavingsbeleid van de gemeenten.
Een kinderopvangvoorziening moet vanaf de eerste dag voldoen aan alle wettelijke eisen. Dit betreft zowel de bouw- en brandveiligheidseisen als de eisen inzake kwaliteit en veiligheid. De toezichthouder beoordeelt binnen drie maanden na registratie of de voorziening in de praktijk aan de kwaliteitseisen voldoet. Dit proces is onderdeel van de werkwijze "Streng aan de poort", waarbij het college van burgemeester en wethouders (B&W) alleen toestemming geeft voor exploitatie als er voldoende garanties zijn dat de opvang voldoet aan de eisen van de Wet kinderopvang.
Als iemand een kinderopvang wil starten, zijn er een aantal verplichte stappen die moeten worden genomen. Eerst moet de houder een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aanvragen. Deze verklaring is een wettelijke vereiste en dient om te laten zien dat het gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het werken met kinderen. Daarnaast dient de houder zich aan te melden bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Zonder deze registratie is het niet mogelijk om zich te inschrijven bij de gemeente.
De gemeente ontvangt vervolgens een schriftelijke aanvraag, afhankelijk van het type kinderopvangvoorziening. Voor een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang is een specifiek aanvraagformulier nodig. Voor een gastouderbureau of gastouderopvang geldt een ander formulier. De gemeente beoordeelt of de houder voldoet aan de wettelijke eisen en, bij positieve beoordeling, zet de voorziening in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Pas dan mag de kinderopvang starten.
De houder dient bovendien te zorgen voor een duidelijke klachtenregeling. Deze regeling moet voorzien in een proces waarin ouders klachten kunnen indienen en deze behandeld worden. Het is ook verplicht om een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid te ondertekenen. Deze inventarisatie helpt bij het identificeren en beoordelen van mogelijke risico’s die kunnen ontstaan in de kinderopvang.
De Wet kinderopvang en de daarop gebaseerde regelingen stellen eisen aan de kwaliteit van de opvang. Een kinderopvangvoorziening moet verantwoorde opvang aanbieden. Dit houdt in dat kinderen zich in een veilige en gezonde omgeving moeten bevinden. Buiten de fysieke veiligheid is er ook aandacht voor emotionele veiligheid. Hierbij is het van belang dat kinderen zich veilig en op hun gemak voelen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen.
Een verantwoorde opvang houdt ook in dat de kinderopvang bijdraagt aan de persoonlijke en sociale competentie van kinderen. Dit gebeurt onder andere door de socialisatie van kinderen en het overbrengen van algemeen aanvaarde waarden en normen. De opvang dient dus niet alleen gericht te zijn op de fysieke zorg, maar ook op de emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen.
Om deze kwaliteitseisen te waarborgen, moet de houder regelmatig in contact staan met de toezichthouder. De toezichthouder controleert of de voorziening in de praktijk aan de eisen voldoet. Binnen drie maanden na registratie wordt een beoordeling uitgevoerd. Als blijkt dat er niet aan de eisen wordt voldaan, kan er sprake zijn van handhaving. In dat geval worden maatregelen genomen om de situatie te verbeteren of, indien nodig, wordt de voorziening geschorst.
Het toezicht op kinderopvang is een belangrijke functie van de gemeenten en het Rijk. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is verantwoordelijk voor het stelsel van toezicht en handhaving. De gemeenten voeren dit toezicht uit en houden regelmatig inspecties bij kinderopvangvoorzieningen. Het doel van deze inspecties is om te controleren of de wettelijke eisen en kwaliteitseisen worden nageleefd.
Bij het uitvoeren van toezicht wordt gebruikgemaakt van een afwegingsmodel. Dit model helpt bij het bepalen van de ernst van een overtreding en de geschiktheid van de maatregelen die genomen kunnen worden. Handhaving is maatwerk en wordt in elke situatie apart afgewogen. Proportionaliteit is hierbij van belang. Dit betekent dat niet automatisch alle beschikbare maatregelen worden genomen, maar dat de keuze voor een bepaalde maatregel afhangt van de ernst van de overtreding en de omstandigheden waarin deze heeft plaatsgevonden.
Een mogelijke maatregel bij overtredingen is het stellen van een dwangsom. De hoogte van deze dwangsom wordt afgestemd op de ernst van de overtreding. Daarnaast kan er sprake zijn van verzachtende en verzwarende omstandigheden, die meespelen bij de beoordeling. De toezichthouder houdt rekening met deze omstandigheden bij het bepalen van de geschiktheid van de maatregel.
Een kinderopvangvoorziening moet ook voldoen aan bouwtechnische en brandveiligheidseisen. Deze eisen zijn van groot belang voor de veiligheid van de kinderen. Niet voldoen aan deze eisen kan directe gevolgen hebben voor de veiligheid van de opvang. Daarom is het verplicht om te controleren of de voorziening past in het bestemmingsplan en aan de bouwtechnische eisen voldoet.
De toezichthouder speelt ook een rol bij de beoordeling van deze eisen. Tijdens de inspectie wordt gekeken of de voorziening voldoet aan de eisen die gelden voor bouw en brandveiligheid. Als blijkt dat er niet aan deze eisen wordt voldaan, kan er sprake zijn van handhaving. In dat geval worden maatregelen genomen om de situatie te verbeteren of, indien nodig, wordt de voorziening geschorst.
Naast de fysieke eisen zijn er ook administratieve eisen die van toepassing zijn op een kinderopvangvoorziening. Een kinderopvangvoorziening moet beschikken over een schriftelijke overeenkomst per ouder. Deze overeenkomst bevat onder andere informatie over de bepalingen van de opvang, de verantwoordelijkheden van de houder en de rechten van de ouders.
Daarnaast moet het administratieve systeem van de voorziening zo zijn ingericht dat de toezichthouder een onderzoek kan uitvoeren op de naleving van de wettelijke voorschriften. Dit betreft onder andere inzichtelijke betalingen en doorbetalingen. Voor een gastouderbureau is het verder verplicht om een ondertekend origineel van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid aan te houden. Deze documentatie helpt bij het identificeren en beoordelen van mogelijke risico’s die kunnen ontstaan in de kinderopvang.
De wettelijke eisen voor de start en uitvoering van kinderopvang zijn van groot belang voor de veiligheid, gezondheid en kwaliteit van de opvang. Deze eisen zijn bedoeld om te zorgen voor een verantwoorde en vertrouwelijke omgeving voor kinderen. Het Rijk en de gemeenten houden toezicht op de naleving van deze eisen, zodat kinderen in een veilige en gezonde omgeving worden opgevangen.
Bij het starten van een kinderopvangvoorziening zijn er een aantal verplichte stappen die moeten worden genomen. Dit betreft onder andere de aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag, het aanmelden bij de Geschillencommissie Kinderopvang en de schriftelijke aanvraag bij de gemeente. De gemeente beoordeelt of de houder voldoet aan de wettelijke eisen en, bij positieve beoordeling, zet de voorziening in het Landelijk Register Kinderopvang.
De kwaliteitseisen en verantwoorde opvang zijn ook van groot belang. Een kinderopvangvoorziening moet zorgen voor een veilige en gezonde omgeving en bijdragen aan de persoonlijke en sociale competentie van kinderen. De toezichthouder controleert regelmatig of de voorziening in de praktijk aan de eisen voldoet. Bij overtredingen kan er sprake zijn van handhaving, waarbij maatregelen worden genomen om de situatie te verbeteren.
Het toezicht en handhavingsbeleid is gebaseerd op een afwegingsmodel dat helpt bij het bepalen van de ernst van een overtreding en de geschiktheid van de maatregelen die genomen kunnen worden. Handhaving is maatwerk en wordt in elke situatie apart afgewogen. Proportionaliteit is hierbij van belang. Dit betekent dat niet automatisch alle beschikbare maatregelen worden genomen, maar dat de keuze voor een bepaalde maatregel afhangt van de ernst van de overtreding en de omstandigheden waarin deze heeft plaatsgevonden.
In totaal is het van groot belang dat kinderopvangvoorzieningen zich aan de wettelijke eisen houden. Dit zorgt voor een verantwoorde en vertrouwelijke omgeving voor kinderen en biedt ouders de zekerheid dat hun kinderen veilig en gezond worden opgevangen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet