Kinderopvang in Meerssen: Overzicht van Locaties, Voorzieningen en Toegang tot Steun
juli 16, 2025
In de kinderopvangsector worden salarissen en arbeidsvoorwaarden geregeld via de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) kinderopvang. Deze CAO legt de salarisschalen vast en bepaalt hoe medewerkers groeien in loon, afhankelijk van hun functie en ervaring. In 2025 zijn er nieuwe afspraken gemaakt die betreffen het uurloon, bruto maandsalaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkeringen en eventuele toeslagen. Voor ouders, educatoren en werkgevers is het belangrijk om deze ontwikkelingen te begrijpen, aangezien ze direct of indirect van invloed zijn op de financiering van kinderopvang en de aantrekkelijkheid van de sector als werkgelegenheid.
In deze artikel worden de belangrijkste salarissen en voorwaarden voor 2025 beschreven, met nadruk op de CAO-salarissen, de invloed van functieschalen en de eventuele extra’s zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen. Ook worden de verschillen tussen fulltime- en parttime dienstverbanden, evenals de situatie van zzp’ers in de kinderopvang, kort besproken.
De CAO kinderopvang 2025-2026 is van toepassing vanaf 1 januari 2025 en loopt tot 1 januari 2027. Deze CAO bepaalt de salarissen van medewerkers in de kinderopvangsector. De salarissen zijn opgenomen in verschillende schalen, afhankelijk van de functie. Iedere functie is gekoppeld aan een specifieke schaal, en binnen die schaal zijn er meerdere tredes. Ieder jaar verhoogt de werkgever het salaris met één trede, totdat het maximum van de schaal is bereikt.
Bijvoorbeeld, een pedagogisch medewerker in salarisschaal 6 verdient per 1 juli 2025 tussen €2.641 en €3.630 bruto per maand, op basis van een voltijdse dienstverband van 36 uur per week. Deze schaal is verdeeld in tredes 10 tot en met 23. Tredes 10 t/m 23 bepalen het loon dat een medewerker verdient. In de CAO is ook bepaald dat per 1 september 2026 de salarissen met 1,5% worden verhoogd. Dit betekent dat de bruto maandbedragen in 2026 iets hoger zullen zijn dan in 2025.
Het uurloon in de kinderopvangsector is afhankelijk van de functie en de trede waarin een medewerker zit. Voor pedagogische medewerkers in salarisschaal 6 ligt het uurloon vanaf 1 juli 2025 tussen €16,86 en maximaal €23,18 bruto. Dit is het uurloon op basis van een voltijdse dienstverband van 36 uur per week. Voor medewerkers in andere schalen gelden andere uurloonbedragen. Bijvoorbeeld, een medewerker in schaal 7 verdient tussen €19,17 en €24,96 bruto per uur.
Het uurloon is een belangrijke factor bij het bepalen van de werkelijke inzetkosten voor kinderopvangorganisaties. Daarnaast is het voor ouders belangrijk om te weten hoeveel een kinderopvangcentrum ongeveer kost per uur, aangezien dit invloed heeft op de totale kosten van de kinderopvang.
Naast het bruto maandsalaris of uurloon ontvangen medewerkers in de kinderopvangsector ook extra’s zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Deze extra’s zijn vastgelegd in de CAO.
In de CAO 2025-2026 is bepaald dat pedagogische medewerkers 8% vakantiegeld ontvangen. Daarnaast is er sinds 1 januari 2026 sprake van een eindejaarsuitkering van 8%. In 2025 was deze uitkering nog lager, namelijk 5,5%. Dit betekent dat het totale inkomen van een medewerker in 2026 iets hoger is dan in 2025.
Bijvoorbeeld, een pedagogisch medewerker in trede 20 van salarisschaal 6 verdient in 2025 €3.374 bruto per maand. Met 8% vakantiegeld en 5,5% eindejaarsuitkering in 2025, komt het totale jaarinkomen bovenop het maandbedrag. In 2026, met een eindejaarsuitkering van 8%, is dit bedrag iets hoger.
Voor medewerkers die in een BBL-traject (Beroepsbegeleidende Leerweg) zitten, is het salaris iets anders. Deze medewerkers werken tegelijkertijd aan een opleiding en op een kinderopvanglocatie. In deze gevallen zit een medewerker in salarisschaal 5 en verdient tussen €2.517 en €3.374 bruto per maand. Omdat deze medewerkers ook studeert, is hun dienstverband vaak minder dan 36 uur per week.
De CAO legt ook vast dat deze medewerkers eveneens 8% vakantiegeld en 5,5% eindejaarsuitkering ontvangen in 2025. In 2026 is de eindejaarsuitkering verhoogd naar 8%, zoals voor voltijdse medewerkers.
Medewerkers die in een hogere functie werken, zoals gespecialiseerde pedagogische medewerkers of medewerkers in onderwijs, zitten in hogere salarisschalen. Bijvoorbeeld, een gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 die werkt in een IKC (Integraal Kindcentrum) zit in salarisschaal 7. Deze medewerkers verdient tussen €3.035 en €4.052 bruto per maand, op basis van een voltijdse dienstverband van 36 uur per week.
Deze hogere schalen zijn bedoeld voor medewerkers met extra kwalificaties of ervaring. Het loon is dus hoger dan voor medewerkers in de basisfunctie. Ook deze medewerkers ontvangen 8% vakantiegeld en een eindejaarsuitkering van 5,5% in 2025 en 8% in 2026.
ZZP’ers in de kinderopvangsector zijn in 2025 ook betrokken bij de CAO. In de kinderopvang is er sprake van een flexpool, waarin zzp’ers kunnen werken. Deze flexpool biedt een vaste basisinkomen, maar ook flexibiliteit in het bepalen van eigen uren. Het bruto maandsalaris in de flexpool ligt tussen €2.577 en €3.541, op basis van 36 uur per week.
ZZP’ers in de flexpool ontvangen ook een flexbonus bij hun overstap van zzp naar loondienst. Deze bonus is bedoeld om de overstap aantrekkelijker te maken. Bovendien hebben ze grip op hun eigen inkomsten, wat betekent dat ze zelf kunnen kiezen of ze voor volledige flexibiliteit of een basisinkomen willen kiezen.
De Belastingdienst is in 2025 strenger geworden in het handhaven van schijnzelfstandigheid in de kinderopvangsector. Dit betekent dat zzp’ers die in werkelijkheid in een verkapte arbeidsovereenkomst werken, hier straf voor kunnen krijgen. De flexpool biedt daarom een wettige en aantrekkelijke oplossing.
De gemiddelde salarissen voor medewerkers in de kinderopvangsector zijn gebaseerd op een grote dataset van 10.302 salarissen. Gebaseerd op deze data is het gemiddelde brutosalaris voor medewerkers in 2025 ongeveer €3.045 bruto per maand. De salarissen variëren echter sterk, van €2.590 (laag) tot €3.505 (hoog).
Bijvoorbeeld, VBCI is een werkgever die relatief hoog loont. Het gemiddelde maandsalaris bij VBCI bedraagt €5.000. Andere werkgevers zoals Werken bij de Overheid en bkv.jobs bieden ook hogere dan gemiddelde salarissen. Job Promo biedt een gemiddeld maandsalaris van €4.180, wat ook hoger is dan het landelijke gemiddelde.
Daarnaast variëren salarissen ook per stad en regio. In grote steden zoals Amsterdam en Utrecht zijn de salarissen vaak hoger dan in kleinere steden of regio’s. Dit komt onder andere door het hogere leefloon in stadsgebieden.
De kinderopvangtoeslag (KOT) is een belangrijke factor bij het bepalen van de kosten van kinderopvang voor ouders. In 2025 is deze toeslag verhoogd voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen ongeveer €29.400 en €159.200. Dit betekent dat ouders in deze inkomenscategorieën minder zelf hoeven te betalen voor kinderopvang.
De verhoging van de KOT heeft ook een indirecte invloed op de salarissen in de kinderopvangsector. Aangezien kinderopvang voor ouders betaalbaarder wordt, zijn er meer ouders die werken of werken willen. Dit zorgt voor een grotere vraag naar kinderopvang, wat kan leiden tot een toename van de vraag naar medewerkers in de sector. In de CAO zijn dus ook afspraken gemaakt over salarisverhogingen, die medewerkers kunnen aantrekken om te blijven werken in de sector.
In 2025 zijn de salarissen in de kinderopvangsector geregeld via de CAO, die salarisschalen vastlegt en groeimechanismen bepaalt. Pedagogische medewerkers in salarisschaal 6 verdienen tussen €2.641 en €3.630 bruto per maand. Deze bedragen zijn op basis van een voltijdse dienstverband van 36 uur per week. Daarnaast ontvangen medewerkers 8% vakantiegeld en een eindejaarsuitkering van 5,5% in 2025 en 8% in 2026.
ZZP’ers in de kinderopvangsector kunnen kiezen voor een flexpool, waarin ze een vaste basisinkomen krijgen en grip op hun eigen inkomsten. De gemiddelde salarissen variëren per werkgever en locatie, met hogere salarissen in steden zoals Amsterdam en Utrecht. De verhoging van de kinderopvangtoeslag in 2025 kan leiden tot een toename van de vraag naar kinderopvang, wat indirect invloed heeft op de salarissen en de aantrekkelijkheid van de sector.
Het begrip van deze salarissen en arbeidsvoorwaarden is belangrijk voor ouders, educatoren en werkgevers in de kinderopvangsector. Het helpt bij het bepalen van de kosten van kinderopvang en de aantrekkelijkheid van de sector als werkgelegenheid.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet