Het Personenregister Kinderopvang: Wat is koppelen en hoe werkt het?
juli 16, 2025
De kinderopvang speelt een cruciale rol in de maatschappij, zowel qua ondersteuning van werknemers als qua ontwikkeling van kinderen. In recente maanden zijn verschillende maatregelen en beleidslijnen voorgesteld of ingevoerd om de kwaliteit, financiële toegankelijkheid en veiligheid in de kinderopvang te verbeteren. Deze maatregelen zijn opgenomen in beleidsregels, wetten en richtlijnen van overheden, gezondheidsinstituten en andere betrokken partijen. In deze artikel worden de belangrijkste nieuwe maatregelen en richtlijnen beschreven, met nadruk op hygiëne, kwaliteitseisen, financiële ondersteuning en samenwerking met het onderwijs.
Hygiëne en veiligheid zijn essentieel in de kinderopvang om de verspreiding van ziekten te beperken en kinderen en medewerkers te beschermen. De landelijke richtlijnen van het RIVM zijn hierin centraal. Volgens deze richtlijnen is het niet nodig om kinderen te weren of te laten thuishouden als ze geen klachten hebben. Echter, is het wel belangrijk om extra aandacht te besteden aan hygiëne, met name in tijden van gewone griep en verkoudheid.
De richtlijnen van het RIVM bepalen ook hoe ziekteverspreiding kan worden voorkomen. Belangrijke hygiënepraktijken zijn:
Daarnaast zijn er specifieke richtlijnen voor het gebruik van thermometers, wondverzorging en schoonmaakpraktijken. Thermometers mogen bijvoorbeeld niet gedeeld worden tussen kinderen om hygiëne te waarborgen. Wanneer een kind wonden heeft, moeten medewerkers aandacht besteden aan infectiepreventie, omdat bloed of wondvocht ziekteverwekkers kan bevatten zoals het hepatitis B- of C-virus of HIV.
Schoonmaken en desinfecteren zijn ook essentieel. Schoonmaken verwijdert stof en vuil, waardoor ook ziekteverwekkers worden verwijderd. Desinfecteren daarentegen betekent het doden van ziekteverwekkers door het gebruik van desinfectiemiddelen. Het is belangrijk om correct met schoonmaakmaterialen om te gaan, zodat ziektes niet worden verspreid.
De kwaliteit van de kinderopvang is een belangrijk onderwerp in beleidsregels en wetten. In 2025 worden er enkele wijzigingen doorgevoerd in de kwaliteitseisen voor de kinderopvang. Deze maatregelen zijn bedoeld om de kwaliteit te verbeteren en kinderen een betere start in de maatschappij te bieden.
Een van de belangrijkste veranderingen is de invoering van een taaleis voor pedagogisch medewerkers in de dagopvang en buitenschoolse opvang. Vanaf 1 januari 2025 moet deze groep in staat zijn om Nederlands voldoende goed te spreken en te schrijven. Dit is bedoeld om de communicatie met kinderen en ouders te verbeteren en de kwaliteit van de zorg te verhogen.
Daarnaast zijn er extra kwaliteitseisen voor gastouderopvang. Gastouders moeten bijvoorbeeld een pedagogisch werkplan opstellen, permanente educatie volgen en pedagogische coaching ontvangen van gastouderbureaus. Deze maatregelen zijn bedoeld om de kwaliteit van de zorg te verhogen en te zorgen voor een consistente aanpak in de kinderopvang. De inwerkingtredingsdatum van deze maatregelen is nog niet vastgesteld, maar zal afhankelijk zijn van de parlementaire behandeling en de publicatie.
In de beleidsregels voor toezicht en handhaving van 2025 is ook nadruk gelegd op de kwaliteit van de kinderopvang. Kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen en hun welbevinden. Het gaat om een brede ontwikkeling, inclusief sociale, emotionele, cognitieve en taalontwikkeling. Het is belangrijk dat kinderen zich veilig voelen en de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen in een omgeving van samenwerking en leren van en met elkaar.
Financiële toegankelijkheid is een ander belangrijk aspect van de kinderopvang. In 2025 worden er maatregelen genomen om de kosten van kinderopvang te verlagen voor huishoudens, met name voor middeninkomens. Deze maatregelen zijn bedoeld om kinderopvang betaalbaarder te maken en de arbeidsparticipatie te stimuleren.
Een van de maatregelen is de verhoging van de toeslagpercentages. Deze verhoging zorgt ervoor dat ongeveer 37.000 extra huishoudens vanaf 2025 een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% ontvangen. Hierdoor is een kleine verandering in het inkomen voor deze huishoudens geen reden voor een lagere kinderopvangtoeslag. Dit verkleint het risico op verlies van de toeslag bij kleine veranderingen in het inkomen.
Daarnaast is er een wijziging in de maximumuurprijs. De maximumuurprijs in 2025 wordt met € 0,04 minder geïndexeerd dan in voorgaande jaren. Deze vermindering is bedoeld om extra middelen vrij te maken voor verbeteringen in de kinderopvangsector. Deze middelen worden onder andere besteed aan toezicht en handhaving, verhoging van het budget voor de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI) en ondersteuning voor beurspromovendi.
De regeling SMI is een vangnetregeling voor gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en die vanwege sociaal of medisch gedrag niet in staat zijn om de zorg voor hun kinderen volledig te dragen. Via deze regeling kunnen gemeenten deze gezinnen een (gedeeltelijke) vergoeding bieden voor het gebruik van kinderopvang. In recente jaren is het aantal aanvragen voor SMI gestegen, waardoor het budget steeds minder toereikend is. Daarom is er sprake van een verhoging van het budget voor deze regeling.
In juni 2024 is de Wet kinderopvang BES gepubliceerd. Deze wet is bedoeld om de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang te verbeteren. De wet bevat eisen ten aanzien van kwaliteit, financiering en toezicht. De wet wordt verwacht per 1 juli 2025 in werking te treden.
In de wet is geregeld dat een aantal onderwerpen in lagere wetgeving nader worden uitgewerkt. Het kabinet werkt momenteel aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waarin extra regels worden opgenomen over financiering en kwaliteit. Deze AMvB is medio 2024 ter consultatie voorgelegd en zal naar verwachting eveneens per juli 2025 in werking treden.
De tijdelijke subsidieregeling voor de financiering van kinderopvang in Caribisch Nederland wordt verlengd tot de wet van kracht is. In 2025 en de daaropvolgende jaren wordt de subsidie voor de dagopvang en gastouders verhoogd. Ook wordt het programma BES(t) 4 kids verlengd tot en met 2028. Voor deze periode is jaarlijks € 1,25 miljoen extra beschikbaar.
Kinderopvang en onderwijs zijn nauw met elkaar verbonden. In het sectorplan van het primair onderwijs is de kinderopvang nadrukkelijk benoemd als een samenwerkingspartner. Het is belangrijk dat kinderopvang en onderwijs samenwerken om kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen in hun ontwikkeling en opleiding.
Branchepartijen uit de kinderopvang hebben intensief meegewerkt aan het sectorplan van het primair onderwijs. In dat plan is aandacht besteed aan de rol van kinderopvang in de ondersteuning van kinderen en hun ouders. Het is aan te raden voor houders van kinderopvang om het sectorplan van het primair onderwijs te lezen en te bespreken met het betrokken schoolbestuur. Dit zorgt voor betere samenwerking en een consistente aanpak in de ondersteuning van kinderen.
Het kabinet heeft aangegeven dat voorspelbaarheid van maatregelen en zorg voor kinderen, medewerkers en ouders belangrijk is. Branchepartijen uit de kinderopvang zijn blij dat het welbevinden en de gezondheid van kwetsbare kinderen en pedagogisch professionals goed in het sectorplan zijn opgenomen. Voor ouders is het belangrijk dat kinderopvang en onderwijs zo lang mogelijk open blijven, zowel in het belang van de ouders als in het belang van de kinderen.
De nieuwe maatregelen en richtlijnen in de kinderopvang zijn gericht op verbetering van de kwaliteit, financiële toegankelijkheid en veiligheid. Door het invoeren van hygiënepraktijken, kwaliteitseisen en financiële ondersteuning wordt de kinderopvang beter in staat gesteld om kinderen een goede start in de maatschappij te bieden. Samenwerking met het onderwijs en het uitvoeren van beleidsregels en wetten zorgen voor een consistente aanpak en betere zorg voor kinderen en hun ouders.
Het is belangrijk dat alle betrokken partijen, inclusief kinderopvanghouders, medewerkers, ouders en onderwijshouders, zich bewust zijn van deze maatregelen en richtlijnen. Dit zorgt voor een betere samenwerking en een hogere kwaliteit van de kinderopvang, wat uiteindelijk leidt tot een betere ontwikkeling van kinderen en een sterke maatschappij.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet