Kinderopvang Kakelbont: Professionele en emotioneel veilige opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar
juli 16, 2025
De kinderopvangsector in Nederland is momenteel in beweging. Het nieuwe kabinet heeft meerdere maatregelen aangekondigd en uitstelverzoeken ontvangen voor plannen die het eenvoudiger en betaalbaarder moeten maken voor ouders. In dit artikel wordt ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen, veranderingen in het financieringssysteem en de impact op ouders met verschillende inkomens.
Het kabinet heeft aangekondigd dat het de huidige kinderopvangtoeslag op termijn wil vervangen door een nieuw financieringsstelsel. Dit stelsel is bedoeld om de financiering van kinderopvang transparanter en eenvoudiger te maken voor ouders. In het nieuwe stelsel wordt de vergoeding direct aan kinderopvangorganisaties uitgekeerd. Ouders betalen een kleine eigen bijdrage (ongeveer 4% van de totale kosten). Dit moet ervoor zorgen dat ouders duidelijk weten wat ze voor kinderopvang moeten betalen en hoeveel de overheid vergoedt.
Het kabinet wil dat het nieuwe stelsel in 2025 van start gaat, maar het is duidelijk dat dit tijdschema niet gehaald wordt. In de voorjaarsnota is besloten om de invoering van het nieuwe stelsel opnieuw uit te stellen, naar 2029. Dit betekent dat ouders en kinderopvangorganisaties nog steeds niet zeker weten wanneer het nieuwe stelsel in werking treedt. Voorzitter Karen Strengers van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang heeft hier bezorgdheid over uitgesproken. Zij wijst erop dat de invoering al eerder is uitgesteld en dat de belofte aan ouders en kinderopvangorganisaties niet nagekomen wordt.
Hoewel de invoering van het nieuwe stelsel uitgesteld is, zijn er wel tijdelijke maatregelen genomen om de kinderopvang betaalbaarder te maken voor ouders. In 2025 en 2026 zet het kabinet de eerste stappen richting een hogere vergoeding voor werkende ouders. De vergoeding wordt verhoogd voor ouders met een gezamenlijk inkomen tot ongeveer €55.000. Deze groep krijgt recht op het maximale vergoedingspercentage van 96%. Ouders met hogere inkomens ontvangen ook een hoger vergoedingspercentage, wat de kinderopvang betaalbaarder maakt voor een bredere groep werkende ouders.
In 2027 is gepland dat de vergoeding verder zal stijgen. Dit zou betekenen dat kinderopvang voor middeninkomens bijna gratis wordt. In 2029, bij de invoering van het nieuwe stelsel, zou de vergoeding volledig inkomensonafhankelijk worden. Alle werkende ouders zouden dan recht hebben op het maximale vergoedingspercentage van 96%.
Eind juli heeft het kabinet besloten om de inflatiecorrectie voor kinderopvang in 2026 niet toe te passen. Hierdoor wordt de vergoeding per uur verhoudingsgewijs lager. Ouders met een laag inkomen zitten al aan het maximum van het vergoedingspercentage (96%) en zullen deze verandering voelen. Hun eigen bijdrage kan verdubbelen, waardoor de financiële druk op deze groep toeneemt.
Ouders met een modaal of hoog inkomen zullen deze verandering minder merken, omdat hun vergoedingspercentage verder kan stijgen. Dit maakt de kloof tussen ouders met verschillende inkomens groter en is een bron van zorg voor kinderopvangorganisaties en ouders.
De financiering van kinderopvang wordt ook gewijzigd via het ontwerpbesluit kinderopvangtoeslag 2026. In 2026 investeert het kabinet €199 miljoen in een hogere toeslag voor werkende ouders. Dit is naast de €455 miljoen die al in 2024 is gereserveerd voor een eerste stap richting betaalbare kinderopvang. Deze investeringen zijn bedoeld om de toegankelijkheid van kinderopvang te verbeteren voor een groter aantal ouders.
De kinderopvangorganisatie sluit een zogenoemde plaatsingsovereenkomst met ouders. Daarna dient de organisatie een aanvraag voor vergoeding in bij de uitvoerder. Ouders geven expliciet aan dat ze voldoen aan de voorwaarden, zoals het voldoen aan de arbeidseis. Deze aanpassingen zijn bedoeld om het systeem transparanter en eenvoudiger te maken.
Het kabinet wil de huidige kinderopvangtoeslag vervangen door een nieuw financieringssysteem. Dit is ook vastgelegd in het coalitieakkoord. Het nieuwe stelsel is eenvoudiger en biedt ouders meer zekerheid over wat ze moeten betalen aan kinderopvang. De kosten zullen voor de meeste werkende ouders omlaag gaan. Het is de bedoeling dat ouders duidelijk weten wat ze betalen en hoeveel de overheid vergoedt.
Het nieuwe stelsel is in ontwikkeling door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in samenwerking met vier uitvoeringsorganisaties: DUO, Toeslagen, UWV en SVB. Het stelsel moet in 2025 starten, maar zoals hierboven is uitgelegd, is dit tijdschema uitgesteld.
De Wet kinderopvang BES is gepubliceerd en moet de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang verbeteren. De wet bevat eisen op het gebied van kwaliteit, financiering en toezicht. De wet zal per 1 juli 2025 in werking treden. Tijdens de overgangsperiode is de tijdelijke subsidieregeling voor de Caribische regio verlengd. In 2025 en de daaropvolgende jaren is de subsidie verhoogd voor dagopvang en gastouders in deze regio.
Het programma BES(t) 4 Kids wordt tot en met 2028 verlengd. Voor deze periode is jaarlijks extra geld beschikbaar, namelijk €1,25 miljoen. Dit programma is bedoeld om kinderopvang voor kinderen uit het Caribisch deel van Nederland toegankelijker te maken.
Het kabinet heeft in 2025 de maximum uurprijzen met €0,04 minder geindexeerd. Dit is gedaan om verbeteringen in de kinderopvangsector te financieren. Deze verbeteringen omvatten:
Deze wijzigingen zijn bedoeld om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren en de financiering van de sector te ondersteunen.
Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag of voorschoolse educatie kunnen in sommige gevallen terecht bij een gesubsidieerd peuteraanbod. Dit is vooral van toepassing op ouders die een peuter hebben en die bijvoorbeeld een lage arbeidsdeelname hebben. In dergelijke gevallen is er een gesubsidieerd aanbod voor een aantal korte dagdelen per week.
De Sociaal-Medische Indicatie (SMI) is bedoeld voor gezinnen met kinderen van 0 tot 12 jaar die psychische, sociale of lichamelijke problemen hebben. Deze regeling biedt ondersteuning aan ouders in moeilijke situaties. Het kabinet wil het budget voor de SMI vergroten, wat betekent dat er meer middelen beschikbaar komen voor deze doelgroep.
In 2025 zet het kabinet de eerste stap richting een inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang voor alle werkende ouders. De toeslagpercentages zijn verhoogd, vooral voor middeninkomens. Hierdoor wordt kinderopvang betaalbaarder voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen €29.393 en €159.224. Deze maatregel draagt ook bij aan een hogere arbeidsparticipatie, omdat ouders nu meer financieel voordeel hebben bij het werken.
De verhoging van de toeslagpercentages betekent ook dat ongeveer 37.000 extra huishoudens vanaf 2025 al een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% zullen ontvangen. Dit zorgt voor meer toekenningszekerheid, omdat kleine veranderingen in het inkomen voor deze huishoudens geen invloed meer hebben op de kinderopvangtoeslag.
De plannen van het kabinet voor kinderopvang zijn gericht op langdurige veranderingen in het financieringssysteem. Het doel is om kinderopvang voor werkende ouders betaalbaarder en toegankelijker te maken. De uitstel van het nieuwe stelsel en de bezuinigingen in 2026 brengen echter vraagtekens op over de uitvoerbaarheid van deze plannen.
De sector en ouders wachten nu af hoe het kabinet de komende jaren verder wil gaan met de invoering van het nieuwe stelsel. Tegenstanders benadrukken dat het belangrijk is om structuur te creëren en beloften na te komen. Ouders met een laag inkomen voelen nu al de financiële druk, terwijl de belofte van bijna gratis kinderopvang nog steeds ver weg lijkt.
Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat het de kinderopvangsector wil verbeteren en kinderopvang betaalbaarder wil maken voor werkende ouders. Tijdens de overgang van de huidige kinderopvangtoeslag naar een nieuw financieringsstelsel zijn er zowel positieve ontwikkelingen als uitdagingen. De vergoeding voor kinderopvang is verhoogd voor middeninkomens, maar bezuinigingen in 2026 hebben tot gevolg dat ouders met een laag inkomen meer moeten betalen. De invoering van het nieuwe stelsel is uitgesteld, wat leidt tot onzekerheid in de sector.
Het nieuwe stelsel is bedoeld om eenvoudiger en transparanter te zijn, maar het is nog onduidelijk hoe snel en op welke manier dit in werking treedt. De komende jaren zullen belangrijk zijn om te zien of het kabinet zijn doelen op het gebied van kinderopvang en financiering kan realiseren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet