Kinderopvang in de Hoeksche Waard: Vertrouwen, Kwaliteit en Veiligheid
juli 16, 2025
In de kinderopvang is het belangrijk om kinderen en gezinnen in veilige omstandigheden te ondersteunen. Daarom is het wettelijk verplicht voor professionals in de kinderopvang, en andere relevante sectoren, om bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling de meldcode te hanteren. Deze meldcode is ontworpen als een stappenplan om professionals te ondersteunen bij het nemen van beslissingen en het actie ondernemen in situaties waarin kinderen in onveilige omstandigheden lijken te leven.
In dit artikel wordt de meldcode voor kinderopvang nader toegelicht, inclusief de vijf stappen die professionals moeten doorlopen, het belang van objectieve signalering, en de rol van de aandachtsfunctionaris. Ook wordt ingegaan op de verbeterde meldcode en de beschikbare hulpmiddelen die professionals kunnen gebruiken bij het werken met de meldcode.
De meldcode bestaat uit vijf stappen die professionals moeten doorlopen bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze stappen zijn bedoeld om een systeematisch en verantwoord proces te volgen, waarbij het belang van het kind altijd centraal staat. De stappen zijn als volgt:
Als een professional signalen ziet die wijzen op huiselijk geweld of kindermishandeling, is het belangrijk om deze signalen eerst goed in kaart te brengen. Dit betekent dat er feitelijke en objectieve gegevens worden genoteerd. Bijvoorbeeld: een kind heeft blauwe plekken of vertoont gedragsveranderingen. De professional moet zich afvragen of deze signalen kunnen wijzen op onveiligheid in het gezin.
Het is belangrijk om niet te snel conclusies te trekken. Signalen kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals een ongeluk of een zieke buurvrouw. De professional moet daarom altijd eerst zorgvuldig nadenken en eventueel advies inwinnen.
De tweede stap is om advies in te winnen bij collega’s of de aandachtsfunctionaris binnen de organisatie. Dit is een cruciale stap, omdat het versterkt dat beslissingen niet op eigen verantwoordelijkheid worden genomen, maar op basis van een afweging van meerdere zienswijzen. De aandachtsfunctionaris is een aangewezen persoon binnen de organisatie die bekwaam is in het hanteren van de meldcode en die professionals kan ondersteunen bij het afwegen van situaties.
In de derde stap is het doel om open en transparant te communiceren met de ouder(s) en, indien mogelijk, met het kind zelf. Dit gesprek is bedoeld om de situatie te bespreken, signalen te bespreken, en eventueel te bepalen of er sprake is van onveiligheid. Het is belangrijk om hierbij zorgvuldig en empathisch om te gaan, zodat het gezin zich niet beoordeeld voelt.
In de verbeterde meldcode is de rol van het kind verder uitgewerkt. Het kind mag worden betrokken in het proces, zolang dat in overeenstemming is met het belang van het kind. Dit betekent dat de mening van het kind niet automatisch bepalend is, maar wel een waardevolle inbreng kan zijn in het afwegen van de situatie.
De vierde stap is het afwegen van de situatie. In deze stap wordt bepaald of er sprake is van acute of structurele onveiligheid. De verbeterde meldcode bevat een afwegingskader met vijf vragen die professionals helpen bij het bepalen of een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis. Deze vragen zijn bedoeld om de situatie systematisch in te kaarten en te beoordelen of er sprake is van onveiligheid.
Deze stap is ook van toepassing bij vluchtige of eenmalige contacten. In dergelijke gevallen is het niet altijd mogelijk om een uitgebreid gesprek met het gezin te hebben, maar moet er wel een afweging worden gemaakt op basis van de beschikbare informatie.
De vijfde en laatste stap is het beslissen over het verdere handelen, eventueel in overleg met Veilig Thuis. Als de afweging uit stap 4 wijst op onveiligheid, dan moet de professional een melding doen bij Veilig Thuis. In sommige gevallen is het ook mogelijk om professionele hulp of ondersteuning in te zetten, zolang de situatie veilig blijft.
Het is belangrijk om te onthouden dat het doel van de meldcode niet alleen is om te melden, maar ook om het gezin vroegtijdig te ondersteunen en te informeren over de beschikbare hulp. Dit is een preventief element van de meldcode, waarbij de nadruk ligt op het motiveren van het gezin om hulp in te schakelen.
Een van de kernprincipes van de meldcode is objectieve signalering. Dit betekent dat professionals zich moeten beperken tot feiten en concrete waarnemingen, in plaats van direct conclusies te trekken. Het is belangrijk om niet te snel te veronderstellen dat een bepaalde situatie wijst op huiselijk geweld of kindermishandeling.
Voorbeeld: In plaats van te schrijven "Het kind ziet er slecht uit", moet worden genoteerd "Het kind heeft wallen onder de ogen en is bleek". Dit helpt bij het voorkomen van subjectieve beoordelingen en maakt het proces transparanter.
Objectieve signalering is ook van belang bij vluchtige contacten. In dergelijke gevallen kan de professional niet altijd een uitgebreid gesprek voeren, maar moet hij of zij zich concentreren op de duidelijkste signalen die hij of zij ziet of hoort.
De aandachtsfunctionaris speelt een centrale rol bij het hanteren van de meldcode. Deze persoon is verantwoordelijk voor het begeleiden van professionals bij het afwegen van situaties en het bepalen van het verdere handelen. De aandachtsfunctionaris kan ook worden geraadpleegd voor vragen over de meldcode en hoe deze in de praktijk moet worden toegepast.
Iedere organisatie in de kinderopvang heeft verplicht een aandachtsfunctionaris benoemd. Het is aan de organisatie om ervoor te zorgen dat deze functionaris goed is opgeleid en beschikbaar is voor collega’s.
De verbeterde meldcode is ontwikkeld om situaties van onveiligheid eerder en beter in beeld te krijgen. Deze verbeterde versie is sinds 2019 verplicht voor alle organisaties die onder de meldcode vallen. De verbeterde meldcode bevat een afwegingskader dat professionals helpt bij het bepalen of een melding nodig is. Het afwegingskader bestaat uit vijf vragen die gericht zijn op:
Het afwegingskader helpt professionals om objectief te nadenken over de situatie en een verantwoord besluit te nemen. Daarnaast is er een radarfunctie bij Veilig Thuis ingevoerd, waarmee professionals kunnen zien of er al eerder meldingen zijn gedaan in hetzelfde gezin.
Naast het stappenplan zijn er ook verschillende hulpmiddelen beschikbaar die professionals kunnen gebruiken bij het hanteren van de meldcode. Deze hulpmiddelen zijn ontworpen om het werk met de meldcode te ondersteunen en te vereenvoudigen. Voorbeelden zijn:
In sommige gevallen is het niet mogelijk om een uitgebreid gesprek met het gezin te voeren, bijvoorbeeld bij vluchtige of eenmalige contacten. In dergelijke situaties is het van belang om toch een afweging te maken. De professional moet dan minimaal vragen of er kinderen in het gezin zijn en of er sprake is van zorgen. Als dat het geval is, kan de professional Veilig Thuis raadplegen voor advies.
In deze gevallen kan ook worden overwogen of professionele hulp of ondersteuning kan worden ingezet. Als dat niet mogelijk is, dan moet de professional overwegen om een melding te doen bij Veilig Thuis.
De meldcode voor kinderopvang is een belangrijk instrument om kinderen en gezinnen in veilige omstandigheden te ondersteunen. Het stappenplan helpt professionals bij het afwegen van situaties en het nemen van verantwoord besluiten. De meldcode is ontworpen om niet alleen te melden, maar ook om vroegtijdig hulp te bieden en te informeren.
Het is belangrijk om de meldcode objectief en zorgvuldig te hanteren, waarbij het belang van het kind altijd centraal staat. De verbeterde meldcode en de beschikbare hulpmiddelen maken het voor professionals makkelijker om de meldcode goed toe te passen. De rol van de aandachtsfunctionaris is essentieel in dit proces, evenals de nadruk op objectieve signalering en afweging.
Door de meldcode correct te hanteren, kunnen professionals in de kinderopvang een belangrijke bijdrage leveren aan de veiligheid en het welzijn van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet