De Ideale Drinkfles voor Kinderen: Een Overzicht voor Ouders en Verzorgers
juni 16, 2025
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om borstvoeding te geven tot het kind twee jaar oud is, in combinatie met bijvoeding na de eerste zes maanden. Dit advies is gebaseerd op de vele gezondheidsvoordelen voor zowel de baby als de moeder. Hoewel de meeste Nederlandse moeders de borstvoeding geven tot ongeveer twaalf maanden, is er groeiende aandacht voor de voordelen van langere borstvoeding. Dit artikel geeft een overzicht van de aanbevelingen, voordelen en praktische aspecten van borstvoeding tot twee jaar en daarbuiten, gebaseerd op beschikbare informatie.
De WHO heeft duidelijke richtlijnen opgesteld met betrekking tot borstvoeding. In de eerste zes maanden van het leven is uitsluitend borstvoeding optimaal. Na een half jaar wordt bijvoeding geïntroduceerd, maar de borstvoeding blijft een belangrijke voedingsbron. De WHO adviseert om borstvoeding te continueren tot het kind twee jaar oud is, of zelfs langer, zolang moeder en kind dit wensen. Deze aanbeveling is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat de positieve effecten van langere borstvoeding aantoont.
Borstvoeding biedt een breed scala aan gezondheidsvoordelen voor de baby. Moedermelk bevat alle benodigde voedingsstoffen, energie en afweerstoffen die een kind nodig heeft. Onderzoek toont aan dat borstvoeding bescherming biedt tegen infecties en ziekten, en de juiste voedingsstoffen in de juiste hoeveelheid levert. De aanmaak van oxytocine, het ‘knuffelhormoon’, bevordert de hechting tussen moeder en baby.
Het niet geven van borstvoeding kan het risico op bepaalde infecties, astma, benauwdheid, overgewicht, darmziekten, suikerziekte, jeugdkanker en een lagere intelligentie verhogen. Langere borstvoeding, tot twee jaar en daarbuiten, helpt bij de ontwikkeling van de hersenen, zorgt voor optimale groei, bevordert de schoolprestaties en verkleint het risico op diabetes en obesitas op latere leeftijd.
De voordelen van borstvoeding strekken zich ook uit tot de moeder. Het geven van borstvoeding vermindert de kans op suikerziekte, reuma en een hoge bloeddruk. Bovendien verkleint het het risico op borst-, eierstok- en baarmoederkanker voor de menopauze, en op osteoporose. Hoe langer een vrouw borstvoeding geeft, hoe beter ze beschermd is tegen deze aandoeningen.
Een goede voorbereiding is essentieel voor een succesvolle borstvoedingsperiode. Het is raadzaam om tijdens de zwangerschap informatie te verzamelen over borstvoeding, bijvoorbeeld via folders, boeken, internet, infoavonden of mamagroepen. Overleg met de partner is belangrijk om tot een bewuste en gemotiveerde keuze te komen. Steun uit de omgeving kan helpen wanneer het even moeilijk gaat.
De eerste weken zijn vaak een periode van leren en oefenen, zowel voor moeder als baby. Huid-op-huidcontact direct na de geboorte stimuleert de melkproductie en helpt de baby om de borst te vinden. De eerste moedermelk, colostrum, is rijk aan antistoffen en licht verteerbaar. De verloskundige of kraamverzorgster kan begeleiding bieden bij de basisprincipes van borstvoeding en het aanleggen van de baby.
Een correcte aanlegtechniek is cruciaal om tepelkloven en pijnlijke tepels te voorkomen, en om ervoor te zorgen dat de baby voldoende melk binnenkrijgt. Het is belangrijk om de baby goed te ondersteunen en ervoor te zorgen dat de kin goed tegen de borst aanligt. Er zijn verschillende houdingen mogelijk, zoals de madonnahouding, de aangepaste madonnahouding, liggend op de zij en liggend op de rug.
Let tijdens de voeding op de slokken van de baby. Als de baby alleen sabbelt, haal hem dan van de borst en leg hem opnieuw aan. Probeer de baby wakker te houden tijdens de voeding, zodat hij actief drinkt.
Er zijn verschillende signalen die erop wijzen dat de baby voldoende heeft gedronken. De baby laat de tepel uit zichzelf los, valt in een voldane slaap, of het zuigritme wordt oppervlakkiger.
Vanaf ongeveer zes maanden kan de baby naast borstvoeding ook bijvoeding krijgen. Het is belangrijk om te wachten met het introduceren van vaste voeding tot de baby er klaar voor is, en om de borstvoeding te blijven geven. De WHO adviseert om borstvoeding te continueren tot het kind twee jaar of ouder is, in combinatie met bijvoeding.
Het afbouwen van de borstvoeding is een persoonlijk proces. Sommige moeders stoppen abrupt, terwijl anderen ervoor kiezen om geleidelijk af te bouwen. Een schema kan helpen om de afbouw te structureren, bijvoorbeeld door één voeding per week te vervangen door een fles. Het is belangrijk om naar het lichaam te luisteren en de afbouw aan te passen aan de behoeften van moeder en kind.
Er is geen vaststaand antwoord op de vraag tot welke leeftijd borstvoeding gegeven kan worden. Sommige kinderen spenen vanzelf rond de drie- tot vierjarige leeftijd, terwijl anderen langer doorgaan met drinken. De natuurlijke speenleeftijd kan variëren, maar onderzoek naar mensapen suggereert dat de borstvoedingsduur gemiddeld vier jaar en twee maanden is.
Het is belangrijk om te onthouden dat de borstvoedingsrelatie op zijn beloop kan worden gelaten. Wanneer de moeder altijd op verzoek heeft gevoed, zal het aantal voedingen geleidelijk afnemen.
Er zijn verschillende organisaties en websites die informatie en ondersteuning bieden bij borstvoeding, zoals La Leche League, de Vereniging van Lactatiekundigen (NVL) en het Borstvoeding.nl.
Het is belangrijk om medicatiegebruik altijd te bespreken met een arts voordat je borstvoeding gaat geven. De meeste medicijnen kunnen veilig worden gebruikt tijdens de borstvoeding, maar voor sommige medicijnen is een andere keuze nodig.
Vanaf de tweede week na de geboorte moet de baby dagelijks druppels vitamine D (10 microgram) krijgen, voor een goede botopbouw. De behoefte aan vitamine D kan levenslang zijn, afhankelijk van de huidskleur van het kind.
Borstvoeding tot twee jaar en daarbuiten biedt aanzienlijke gezondheidsvoordelen voor zowel de baby als de moeder. De WHO adviseert om borstvoeding te continueren tot het kind twee jaar oud is, in combinatie met bijvoeding na de eerste zes maanden. Het is belangrijk om naar het lichaam te luisteren, steun te zoeken en de borstvoedingsrelatie op zijn beloop te laten. Door goed geïnformeerd te zijn en de juiste ondersteuning te zoeken, kunnen moeders en baby's optimaal profiteren van de voordelen van langere borstvoeding.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet