Wanneer en hoe inschrijven voor kinderopvang: een overzicht voor ouders
juli 16, 2025
In 2023 blijft kinderopvang in Nederland een essentieel onderdeel van de maatschappij, waarbij zowel ouders als professionals zich richten op kwaliteit, toegankelijkheid en naleving van regelgeving. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben geleid tot veranderingen in de structuur van kinderopvang, zoals de invoering van een personenregister en het verdwijnen van peuterspeelzalen. Bovendien speelt het toezicht een steeds belangrijkere rol, zowel op landelijk als gemeentelijk niveau. In dit artikel worden de huidige stand van zaken in 2023 besproken, op basis van recente data en beleidsdocumenten.
In 2023 is het aanbod van kinderopvang in Nederland verdeeld over verschillende vormen: kinderdagverblijf (KDV), buitenschoolse opvang (BSO) en gastouderopvang (GO). Deze typen kinderopvang vormen samen het brede spectrum van zorg voor kinderen buiten de wijk van hun ouders. Het CBS heeft in 2023 een overzicht opgesteld van het aandeel van elk type kinderopvang per gemeente. Uit deze data blijkt dat het aandeel van KDV nationaal gemiddeld 25,9% is, BSO 22,0% en GO 52,1%.
Deze verdeling varieert per gemeente. Bijvoorbeeld in Alkmaar is het aandeel van KDV 32,8%, in Amsterdam zelfs 48,4%. In gemeenten zoals Aalten en Achtkarspelen is GO het dominante type kinderopvang, met aandelen van respectievelijk 76,7% en 76,8%. Dit verschil is te verklaren door verschillen in de demografie, de beschikbaarheid van zorg, en de voorkeuren van ouders.
De Wet kinderopvang, ingevoerd in 2005, is sindsdien meerdere keren aangepast. In 2018 is bijvoorbeeld het begrip "peuterspeelzaal" uit de wetgeving gehaald en is een personenregister voor kinderopvang ingevoerd. Deze registratie dient om continue screening van werknemers in de kinderopvang te waarborgen, wat het welzijn van kinderen verder ondersteunt.
In 2022 is een belangrijk beleidsverandering doorgevoerd, namelijk de invoering van de flexibele inspectieactiviteit. Deze aanpassing geeft gemeenten en toezichthouders meer ruimte om de onderwerpen te kiezen die per inspectie worden onderzocht. Hierdoor kan het toezicht efficiënter worden uitgevoerd, zonder dat bepaalde onderwerpen verplicht moeten worden meegenomen in iedere inspectie.
Daarnaast is in 2019 het beleid van herstelaanbod ingevoerd. Hierbij wordt contact opgenomen met de houder van een kinderopvangcentrum om eventuele overtredingen op te lossen voordat er maatregelen worden genomen. Dit heeft geleid tot korte lijnen tussen de GGD en de houders, en heeft het proces van herstel versneld.
Het toezicht op kinderopvang in Nederland ligt bij de GGD, die als aangewezen toezichthouder fungeert voor de Wet kinderopvang. In de gemeente Land van Cuijk, bijvoorbeeld, is de GGD Hart voor Brabant verantwoordelijk voor het toezicht. Het beleid van de gemeente bepaalt hoe dit toezicht wordt uitgevoerd en welke maatregelen kunnen worden genomen bij niet-naleving.
In het afwegingsmodel van deze gemeente zijn de kwaliteitseisen, hersteltermijnen en eventuele boetes vastgelegd. Bijvoorbeeld bij het niet voldoen aan de definitie van kinderopvang kan het college van burgemeester en wethouders een beslissing nemen om de toestemming tot exploitatie in te trekken. Bij het begin van exploitatie zonder toestemming kan een bestuurlijke boete worden opgelegd, vergelijkbaar met de boete voor de 4e categorie volgens de Wetboek van Strafrecht.
Het afwegingsmodel helpt bij het bepalen van passende maatregelen, afhankelijk van de ernorme van de overtreding. Ook is er sprake van een maximale hersteltermijn, waarna maatregelen genomen kunnen worden indien de overtreding niet is opgelost.
De invoering van het herstelaanbod heeft geleid tot een intensievere samenwerking tussen de GGD en de houders van kinderopvangcentra. Hierdoor zijn overtredingen vaak sneller hersteld, wat bijdraagt aan de kwaliteit van de kinderopvang. Daarnaast is het initiatief “Streng aan de Poort” gestart, waarbij gemeenten zich richten op het opsporen van ernstige tekortkomingen bij het toelaten van kinderen in kinderopvang. Dit initiatief is bedoeld om kinderen beter te beschermen tegen risico's die voortkomen uit niet-naleving van de regels.
Het toezicht is in 2023 verder geoptimaliseerd met de invoering van flexibele inspectieactiviteiten. Hierbij kan per inspectie worden gekozen welke onderwerpen worden onderzocht, waardoor het toezicht efficiënter en gerichter kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat gemeenten en GGD's meer flexibiliteit hebben in het uitvoeren van inspecties, afhankelijk van de specifieke situatie en risico’s in een bepaalde voorziening.
In 2023 zijn er verschillende technische en juridische aanpassingen doorgevoerd die betrekking hebben op het register van buitenlandse kinderopvang. Deze aanpassingen zijn hoofdzakelijk redactioneel en hebben betrekking op formulieren en procedures. Bijvoorbeeld is een aanvraagformulier voor buitenlandse kinderopvang herzien, waarbij een kleine fout is gecorrigeerd. Deze wijzigingen zijn in de praktijk van invloed, maar betreffen vooral technische verbeteringen.
Deze wijzigingen zijn ingevoerd met ingang van 1 januari 2024 voor de meeste artikelen, conform het kabinetsbeleid voor vaste verandermomenten. Eén artikel treedt direct in werking na publicatie in de Staatscourant, zodat het gecorrigeerde formulier direct beschikbaar is voor gebruik.
In 2023 blijft kinderopvang in Nederland een complex terrein waarin regelgeving, toezicht en aanbod nauw met elkaar verbonden zijn. Het aandeel van verschillende typen kinderopvang varieert per gemeente, met KDV, BSO en GO als de drie belangrijkste vormen. De wetgeving is sinds 2005 meerdere keren aangepast, met name in 2018 en 2022, om de kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang te verbeteren. Het toezicht is verder geoptimaliseerd via het afwegingsmodel en de invoering van herstelaanbod en flexibele inspectieactiviteiten. Deze maatregelen bijdragen aan een betere kwaliteit van kinderopvang en het beschermen van kinderen tegen risico’s.
Het is duidelijk dat het beleid in 2023 gericht is op het verhogen van de kwaliteit van kinderopvang, het efficiënter maken van het toezicht en het ondersteunen van ouders in hun keuze van kinderopvang. Voor ouders, professionals en beleidsmakers is het belangrijk om deze ontwikkelingen te volgen en zich bewust te zijn van de huidige regelgeving en praktijk in de kinderopvangsector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet