Calamiteitenverlof in de kinderopvang: Wat werknemers en werkgevers moeten weten
juli 17, 2025
De kinderopvangsector in Nederland staat momenteel onder grote druk. Zowel pedagogisch medewerkers als werkgevers zien de spanningen stijgen, vooral in relatie tot de onderhandelingen over een nieuwe cao (Collectieve Arbeidsovereenkomst) Kinderopvang 2025-2026. De vakbond FNV Zorg & Welzijn heeft al stakingen aangekondigd om aandacht te vragen voor de hoge werkdruk in de sector. Deze artikel biedt een overzicht van de actuele situatie, de onderliggende problemen, en de maatregelen die op tafel liggen.
De kinderopvangsector is een onmisbare spil in de Nederlandse maatschappij. Zonder goed functionerende kinderopvang zouden veel ouders niet in staat zijn om te werken. Toch wordt de sector al jarenlang geplaagd door hoge werkdruk, personeelstekorten en een gebrek aan waardering voor de werkgevers.
In juni 2021 organiseerde de FNV Zorg & Welzijn al een landelijke actiedag tegen de hoge werkdruk. In de loop van 2024 en 2025 zijn deze spanningen opnieuw aan de orde gekomen, waarbij de vakbond uiteindelijk tot stakingen is overgegaan.
Op vrijdag 18 juni 2024 stonden ongeveer 100 kinderopvangmedewerkers in het actietraject van de FNV Zorg & Welzijn. Deze medewerkers kwamen op hun vrije dag om hun onvrede te tonen tegen de hoge werkdruk in de sector. Aanwezigen droegen borden en spandoeken, en sommigen vertegenwoordigden collega's die niet konden deelnemen, omdat zij verantwoordelijk waren voor de opvang van kinderen op die dag.
De actiedag begon om 11.30 uur en volgde een gestructureerd programma. Naast een podiumprogramma met onderhandelingsdelegaties en vertegenwoordigers van de vakbond, waren er activiteiten voor kinderen en een symboolbeeld dat staat voor de 'onmisbare beroepen' in de maatschappij. De actie had ook een duidelijk doel: aandacht vragen voor de hoge werkdruk en het verlangen naar een betere cao.
De FNV benadrukte tijdens de actiedag dat de huidige situatie voor veel medewerkers onhoudbaar is. Debbie van Leiden, bestuurder van de FNV, stelde dat kinderopvangmedewerkers bij bosjes omvallen als de hoge werkdruk niet verlaagd wordt. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van de kinderopvang en kan uiteindelijk ook de kinderen zelf raken.
Na de actiedag werd een inschrijving voor estafettestakingen georganiseerd. De FNV streefde ernaar om vrijdagmiddag bekend te maken wanneer en waar de eerste stakingen zouden plaatsvinden. Vanaf 23 juni 2024 begon het stakingstraject.
De nieuwe cao Kinderopvang is bedoeld om vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026 in werking te zijn. Op 1 april 2025 is een akkoord gesloten tussen de werkgeversorganisaties (BK, BMK, BVOK) en de vakbond CNV. Dit akkoord is officieel ondertekend en wordt aangemeld bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Echter, de vakbond FNV Zorg & Welzijn heeft dit akkoord afgekeurd. De reden hiervoor ligt in de aanpak van de hoge werkdruk. FNV stelt dat concrete maatregelen zoals het verlagen van het aantal kinderen per groep of het inzetten van groepshulpen niet zijn opgenomen in de nieuwe cao. Werkgevers zijn niet akkoord gegaan met deze eisen.
In de loop van de onderhandelingen bleek er een groot verschil van mening te zijn tussen de partijen. In november 2024 was er nog geen duidelijk signaal dat een akkoord binnen handbereik was. Werkgevers en werknemers liggen ver uit elkaar in hun voorstellen en verwachtingen.
CNV heeft wel onderzoek gedaan naar de werkcultuur in de kinderopvangsector en maakt zich zorgen over het welzijn van medewerkers. Ook is er aandacht voor medewerkers die post-COVID klachten ondervinden. Deze maatregelen zijn echter niet ingeburgerd in de nieuwe cao.
De FNV stelt verschillende concrete maatregelen voor om de werkdruk in de kinderopvangsector te verlagen. Deze maatregelen zijn gebaseerd op ervaringen uit de praktijk en horen bij de bredere eisen die de vakbond stelt voor een nieuwe cao. De voorgestelde maatregelen zijn:
De FNV benadrukt dat deze maatregelen niet alleen goed zijn voor de medewerkers, maar ook voor de kinderen zelf. Een lager tempo en meer aandacht per kind zouden de kwaliteit van de kinderopvang verhogen.
In de kinderopvangsector zijn vier belangrijke partijen betrokken bij de onderhandelingen over de cao: drie werkgeversorganisaties (BK, BMK, BVOK) en de vakbonden CNV en FNV Zorg & Welzijn. De werkgeversorganisaties hebben het akkoord met CNV al ondertekend en de nieuwe cao wordt momenteel op de website van Kinderopvang Werkt! gepubliceerd.
FNV Zorg & Welzijn heeft het akkoord echter afgewezen. De vakbond stelt dat de eisen die door de werknemers zijn gesteld – zoals het verlagen van de werkdruk – niet zijn opgenomen in de nieuwe cao. Daarom is de FNV niet akkoord gegaan met het akkoord.
Voor werknemers die vragen hebben over de cao kunnen ze terecht bij CNV of Kinderopvang Werkt!. Werkgevers kunnen contact opnemen met BK, BMK of BVOK. Op de officiële cao-teksten staan de telefoonnummers en e-mailadressen van deze organisaties.
De onderhandelingen over een nieuwe cao zijn slechts een onderdeel van de bredere uitdagingen in de kinderopvangsector. Naast de hoge werkdruk zijn ook personeelstekorten en een gebrek aan waardering voor de werkgevers grote problemen. Het is duidelijk dat er behoefte is aan een duurzame oplossing die zowel de medewerkers als de kinderen in de sector voordeel oplevert.
De FNV Zorg & Welzijn heeft duidelijk gemaakt dat zij verder acties zullen ondernemen indien de huidige situatie niet verbetert. De estafettestakingen zijn slechts het begin van een breder traject. Het is nu aan de werkgevers en overheden om te reageren op deze aandacht.
De kinderopvangsector staat momenteel onder grote druk. Zowel de hoge werkdruk als het gebrek aan maatregelen om deze druk te verlagen, hebben geleid tot acties van de vakbond FNV Zorg & Welzijn. De onderhandelingen over een nieuwe cao zijn een belangrijke stap, maar de eisen van de werknemers – zoals het verlagen van het aantal kinderen per groep en het inzetten van extra hulp – zijn niet opgenomen in het akkoord.
Het is duidelijk dat er behoefte is aan concrete maatregelen om de werkdruk in de sector te verlagen. Zowel de medewerkers als de kinderen zouden hiervan profiteren. Het is nu aan de werkgevers, vakbonden en overheden om samen te werken aan een duurzame oplossing.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet