Eigen bijdrage kinderopvang in 2024: wat ouders moeten weten
juli 16, 2025
De discussie over een mogelijke vaccinatieplicht in de kinderopvang heeft in Nederland steeds meer aandacht gekregen. De vaccinatiegraad is de laatste jaren namelijk gestegen naar een kritisch niveau, met gevolgen voor de collectieve gezondheid. In reactie daarop hebben VVD en D66 in de Tweede Kamer een initiatiefwet voorgesteld die het mogelijk maakt om kinderen alleen toegang te geven tot de kinderopvang als zij zijn gevaccineerd. In dit artikel wordt ingegaan op de motivatie achter deze maatregel, de juridische en ethische aspecten, en de verwachte gevolgen voor ouders, kinderopvanginstellingen en de maatschappij als geheel.
De vaccinatiegraad in Nederland is in recente jaren aanzienlijk gedaald. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) is een vaccinatiegraad van minimaal 95% nodig om een duidelijke collectieve immuniteit te garanderen voor ziekten zoals mazelen, bof en rodehond (BMR-prik), en minimaal 90% voor andere vaccinaties. In Nederland was deze graad tot 2022 nog boven de 90%, maar in 2023 is deze gedaald tot 83,6% en in 2024 tot 83,1%. Deze daling maakt het risico op een uitbraak van besmettelijke ziekten aanzienlijk groter.
De oorzaak van deze daling ligt volgens hoogleraar rechtsfilosofie Roland Pierik niet alleen bij ideologische of religieuze kritiek op vaccinaties. Hij wijst erop dat ook mensen die simpelweg niet op de hoogte zijn van de vaccinaties of geen tijd hebben om deze te laten uitvoeren, een aanzienlijk deel van de ongevaccineerde kinderen vormen. Dit zorgt ervoor dat het collectieve immuunschild in de kinderopvang verder verzwakt raakt.
In reactie op deze ontwikkeling hebben VVD en D66 in de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel ingediend. Dit voorstel beoogt het mogelijk te maken om ongevaccineerde kinderen in de kinderopvang te weren, wanneer de vaccinatiegraad onder een kritische drempelwaarde zakt. De drempel is voorlopig vastgesteld op 92%, maar deze kan in de toekomst nog worden aangepast. Het voorstel geldt voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, en is niet van toepassing op buitenschoolse opvang of gastouderbureaus.
Als de drempel wordt overschreden, kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een wettelijke plicht tot deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma als voorwaarde voor toegang tot de kinderopvang stel. Uitzonderingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld voor medische redenen. De Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) heeft het initiatiefwetsvoorstel welkom genoemd, omdat het de kinderopvanginstellingen duidelijke handvatten biedt om maatregelen te nemen tegen de verspreiding van ziekten.
De verplichting tot vaccineren in de kinderopvang is een ingrijpende maatregel, die juridische en ethische vraagstukken opwerpt. Hoogleraar rechtsfilosofie Roland Pierik vindt dat zo’n maatregel legitiem is. Hij stelt dat het tegengaan van besmettelijke ziekten een collectief belang is, en dat de overheid verantwoordelijk is voor de gezondheid van de bevolking. Volgens hem is het niet langer voldoende om alleen op vrijwilligheid te bouwen, als dat niet leidt tot voldoende dekking.
Pierik benadrukt dat vaccineren nu vrijblijvend is, maar dat het niet vaccineren gevolgen heeft, zowel voor het kind als voor de omgeving. Door vaccinaties verplicht te maken in de kinderopvang, wordt een aanzienlijk aantal ouders aangemoedigd om hun kinderen te laten vaccineren. Dit kan ertoe leiden dat de collectieve immuniteit wordt hersteld, en het risico op epidemieën wordt verlaagd.
Ethicus Theo Boer stelt echter dat er eerst grondig onderzoek moet worden gedaan naar de redenen waarom ouders hun kinderen niet laten vaccineren. Hij benadrukt dat het belangrijk is om ouders goed te informeren over de veiligheid en het belang van vaccinaties. Volgens hem is het risico van dwang dat een deel van de bevolking afhaakt, groter dan het voordeel van een verplichting. Hij wijst erop dat een groot aantal ouders twijfelt aan de veiligheid van vaccinaties, en dat het belangrijk is om deze twijfels serieus te nemen en te bespreken.
De verplichting tot vaccineren heeft ook directe gevolgen voor kinderopvanginstellingen. Momenteel is het aan de instellingen zelf om een vaccinatiebeleid te voeren, maar bij een verplichte vaccinatiegraad zullen zij verplicht worden om ongevaccineerde kinderen in sommige gevallen te weren. Dit betekent dat kinderopvanginstellingen extra administratieve en logistieke middelen moeten inzetten om te controleren of kinderen zijn gevaccineerd.
De Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) zegt blij te zijn met het initiatiefwetsvoorstel, omdat het de verantwoordelijkheid op de juiste plek legt. In het huidige systeem is het voor kinderopvanginstellingen moeilijk om duidelijke richtlijnen te volgen, omdat de wettelijke kaders onvoldoende zijn. Met het nieuwe voorstel wordt duidelijk gemaakt wat de verplichtingen zijn, en wat de gevolgen zijn bij een lage vaccinatiegraad.
Voor ouders betekent de verplichting tot vaccineren dat ze verplicht worden om hun kinderen te laten vaccineren als ze toegang willen tot de kinderopvang. Volgens VVD-Kamerlid Judith Tielen houden ouders op deze manier de keuze om hun kind te laten vaccineren, maar zit er wel een consequentie aan deze keuze. Dit betekent dat ouders die kiezen voor het niet vaccineren van hun kind, hun kind in sommige gevallen buiten de kinderopvang moeten laten.
De verplichting tot vaccineren kan ook leiden tot extra administratieve lasten voor ouders. Ze zullen bijvoorbeeld verplicht worden om vaccinatiebewijzen aan te leveren, en in sommige gevallen aanvullende documentatie te leveren bij uitzonderingen. De overheid en kinderopvanginstellingen zullen zich moeten buigen over de vraag hoe deze administratie zo eenvoudig en transparant mogelijk kan worden geregeld.
De verplichting tot vaccineren in de kinderopvang is niet alleen een juridische of ethische kwestie, maar ook een maatschappelijke. Het gaat om de vraag hoe ver de overheid mag gaan om de gezondheid van de bevolking te beschermen, en hoe ver ouders hun eigen keuzes mogen maken. In dit kader is het belangrijk om te overwegen wat de maatschappelijke consequenties zijn van een vaccinatieplicht.
Volgens hoogleraar Pierik is het belang van de collectieve gezondheid groot genoeg om individuele keuzes te beperken. Hij wijst erop dat mazelen een ernstige ziekte is, die levenslang gevolgen kan hebben, en dat het belang van de maatschappij groter is dan de individuele vrijheid om niet te vaccineren. Theo Boer benadrukt echter dat het belang van een eerlijke dialoog en goede informatie ook groot is. Hij stelt dat het doel niet moet zijn om mensen te dwingen, maar om hen te informeren en te overtuigen.
De discussie over een vaccinatieplicht in de kinderopvang is complex en raakt zowel juridische, ethische als maatschappelijke aspecten. De daling van de vaccinatiegraad in Nederland heeft geleid tot een toenemend risico op epidemieën, wat politici en gezondheidsdeskundigen tot actie heeft aangemoedigd. Het initiatiefwetsvoorstel van VVD en D66 biedt een juridisch kader om in te spelen op deze risico’s, maar brengt ook vragen op over de rechtsgrondslag, de administratieve praktijk en de ethiek van verplichtingen.
De gevolgen voor kinderopvanginstellingen en ouders zijn duidelijk: er zijn extra administratieve lasten, en ouders moeten hun keuzes herzien. De maatschappelijke betekenis van deze maatregel is eveneens groot, omdat het gaat om de balans tussen individuele vrijheid en collectieve verantwoordelijkheid. In de komende maanden en jaren zal duidelijk worden of deze maatregel leidt tot een herstel van de vaccinatiegraad en een vermindering van het risico op besmettelijke ziektes.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet