Gespecialiseerde kinderopvang: gerichte ondersteuning voor kinderen met extra behoeften
juli 16, 2025
De berekening van de beroepskracht-kind-ratio (BKR) bij de buitenschoolse opvang (BSO) is vanaf 1 juli 2024 gewijzigd. Deze rekenregels bepalen hoeveel pedagogisch medewerkers (PM’s) minimaal inzetbaar zijn op basis van het aantal aanwezige kinderen. Er is echter veel onduidelijkheid over de toepassing van deze regels. Veel praktische berekeningen zijn niet gebaseerd op de wettelijke formules, wat tot fouten en verwarring kan leiden. In dit artikel wordt ingegaan op de officiële rekenregels, de eventuele onjuistheden in praktijkberekeningen en de invloed van de leeftijdsverdeling en afrondingsregels.
De BKR wordt berekend op basis van een formule die in de wet is opgenomen. Deze formule is als volgt:
(A x 0,1) + (B x 0,083)
De uitkomst van deze formule bepaalt hoeveel pedagogisch medewerkers minimaal inzetbaar zijn. Daarnaast geldt een afrondingsregel: als de uitkomst 0,18 of hoger is, wordt er naar boven afgerond. Als de uitkomst lager dan 0,18 is, wordt er ten minste één medewerker ingezet, mits er kinderen aanwezig zijn.
Kinderen 4-6 jaar | Kinderen 7+ jaar | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
---|---|---|---|---|---|---|
11 | 13 | 2,179 | 2,18 | Valt binnen grens | 2 | 12,0 |
21 | 25 | 4,175 | 4,18 | Valt binnen grens | 4 | 11,5 |
31 | 37 | 6,171 | 6,18 | Valt binnen grens | 6 | 11,3 |
In deze voorbeelden is de effectieve ratio lager dan 1 op 12. Dit betekent dat een berekening op basis van een eenvoudige ratio van 1 op 11 of 1 op 13 mogelijk tot fouten leidt. De officiële formule moet dus altijd gebruikt worden om de juiste BKR te berekenen.
Er zijn veel praktische berekeningen die gebruikmaken van eenvoudige ratios, zoals 1 medewerker op 11 kinderen of 1 medewerker op 13 kinderen. Deze ratios zijn niet wettelijk vastgelegd. De wetgever heeft geen dergelijke ratios opgenomen in de officiële rekenregels. Het gebruik van deze ratios kan tot fouten leiden, zoals is aangeduid in de volgende voorbeelden.
Kinderen 4-6 jaar | Kinderen 7+ jaar | Officiële BKR | Reken ratio 1 op 11 | Reken ratio 1 op 11/13 |
---|---|---|---|---|
11 | 13 | 2,179 | 2,182 | 2,00 |
21 | 25 | 4,175 | 4,182 | 3,83 |
31 | 37 | 6,171 | 6,182 | 5,66 |
Deze berekeningen tonen aan dat het gebruik van een ratio van 1 op 11 kan leiden tot een hogere benodigde medewerkersaantallen dan wettelijk benodigd. In het geval van 22 kinderen in de leeftijdscategorie 4-6 jaar zou bijvoorbeeld een ratio van 1 op 11 leiden tot 2 medewerkers, terwijl de officiële formule aangeeft dat 3 medewerkers nodig zijn.
De leeftijdsverdeling op een locatie heeft een grote invloed op de berekening van de BKR. Als de meeste kinderen in de leeftijdscategorie 4-6 jaar zijn, is de benodigde medewerkersaantallen hoger dan bij een groep kinderen van 7 jaar en ouder. Dit komt doordat de factor 0,1 (1 op 10) voor de jongere kinderen een grotere impact heeft op de totale BKR dan de factor 0,083 (1 op 12) voor de oudere kinderen.
Als de leeftijdsverdeling gelijk is, kan een eenvoudige ratio van 1 op 11 redelijk goed werken. Maar hoe meer kinderen in de leeftijdscategorie 4-6 jaar aanwezig zijn, hoe groter de kans op fouten bij het gebruik van eenvoudige ratios.
De afrondingsregel speelt een belangrijke rol in de berekening van de BKR. Als de uitkomst van de formule 0,18 of hoger is, wordt er naar boven afgerond. Als de uitkomst lager dan 0,18 is, wordt er ten minste één medewerker ingezet, mits er kinderen aanwezig zijn.
Deze regel zorgt ervoor dat er een minimale drempel is voor de inzet van medewerkers. Het betekent echter ook dat de effectieve ratio kan variëren afhankelijk van het aantal kinderen en de afronding.
Kinderen | Factor | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
---|---|---|---|---|---|---|
11 | 0,100 | 1,100 | 1,18 | Valt binnen grens | 1 | 11,1 |
22 | 0,100 | 2,200 | 2,18 | Valt niet binnen grens | 3 | 7,4 |
33 | 0,100 | 3,300 | 3,18 | Valt niet binnen grens | 4 | 8,3 |
In dit voorbeeld is de afrondingsregel van invloed op het benodigde aantal medewerkers. Voor 22 kinderen in de leeftijdscategorie 4-6 jaar is een ratio van 1 op 11 niet voldoende. Er zijn 3 medewerkers nodig in plaats van 2.
Het praktisch gebruik van de BKR-formule hangt af van meerdere factoren, zoals:
Hoewel de officiële formule de meest betrouwbare manier is om de BKR te berekenen, zijn er ook snelle berekeningsmethodes beschikbaar. Deze kunnen echter niet altijd worden gebruikt, omdat de uitkomsten niet overeenkomen met de wettelijke berekening.
De berekening van de BKR bij de buitenschoolse opvang is vanaf 1 juli 2024 gewijzigd. De officiële formule is (A x 0,1) + (B x 0,083), waarbij A het aantal kinderen in de leeftijdscategorie 4-6 jaar en B het aantal kinderen in de leeftijdscategorie 7 jaar en ouder voorstelt. Deze formule moet gebruikt worden om de juiste BKR te berekenen. Het gebruik van eenvoudige ratios zoals 1 op 11 of 1 op 13 kan tot fouten leiden, omdat deze ratios niet wettelijk vastgelegd zijn. De leeftijdsverdeling en de afrondingsregel zijn ook belangrijke factoren die van invloed zijn op de berekening. Het is daarom belangrijk om de BKR regelmatig te controleren via www.1ratio.nl of planningssoftware.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet