Duurzame kinderopvang: Tien tips en praktische toepassingen voor een groenere toekomst
juli 16, 2025
In 2024 en 2025 worden er meerdere belangrijke veranderingen doorgevoerd in de Nederlandse kinderopvangsector. Deze ontwikkelingen betreffen onder andere arbeidsvoorwaarden van medewerkers, financiering, kwaliteitseisen, en de toegang tot kinderopvang voor kinderen in buitenschoolse opvang. Deze veranderingen zijn het resultaat van onderhandelingen tussen werkgevers- en werknemersorganisaties, wetgevende maatregelen en beleidsvoornemens van het kabinet. Voor ouders, opvanghouders en medewerkers zijn deze ontwikkelingen van groot belang, omdat ze bepalen hoe kinderopvang er in de toekomst uit zal zien. In dit artikel wordt ingegaan op de belangrijkste veranderingen.
Op 24 april 2024 is een onderhandelaarsresultaat bereikt tussen de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties in de kinderopvangsector. Deze cao (collectieve arbeidsovereenkomst) is een tijdelijke overgangscao, die geldt van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024. Het doel van deze cao is om een basis te leggen voor een ‘cao van de toekomst’, waarin de arbeidsvoorwaarden van medewerkers verder worden verbeterd.
De belangrijkste afspraken in deze cao zijn:
Deze maatregelen zijn bedoeld om de werkomstandigheden en beloning van medewerkers in de kinderopvangsector te verbeteren. Omdat het een overgangscao is, worden de afspraken vooral als voorbereiding gezien op een langere cao met uitgebreidere verbeteringen.
In juni 2024 is de Wet kinderopvang BES gepubliceerd, waarin wordt geregeld hoe de kwaliteit en financiering van de kinderopvang in Caribisch Nederland worden verbeterd. Deze wet is bedoeld om de toegankelijkheid en kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren. De wet zal in werking treden per 1 juli 2025. Binnen de wet zijn eisen opgenomen ten aanzien van kwaliteit, financiering en toezicht.
Bij de wet horen ook regelgevende maatregelen in de vorm van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die medio 2024 ter consultatie is voorgelegd. In deze AMvB zijn nadere regels opgenomen over financiering en kwaliteit. Ook deze regels zullen per juli 2025 in werking treden.
De tijdelijke subsidieregeling voor de Financiering Kinderopvang Caribisch Nederland wordt verlengd tot de wet van kracht is. Daarnaast zijn er plannen voor verhoogde subsidiebedragen in 2025 en volgende jaren. Het programma BES(t) 4 kids, dat gericht is op de financiering van kinderopvang voor jonge kinderen, wordt verlengd tot en met 2028.
Een belangrijke maatregel die in 2025 wordt doorgevoerd, is de verhoging van de kinderopvangtoeslag. Deze verhoging is bedoeld om kinderopvang voor middeninkomens beter betaalbaar te maken. In 2025 wordt de toeslagpercentage verhoogd voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen € 29.393 en € 159.224. Hierdoor ontvangen ongeveer 37.000 extra huishoudens vanaf 2025 een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96%. Deze maatregel draagt bij aan een hogere toekenningszekerheid en stimuleert arbeidsparticipatie, omdat het lonen om extra werkdagen te nemen.
Bij deze verhoging horen ook wijzigingen in de maximumuurprijzen voor kinderopvang. In 2025 wordt de indexering van de maximumuurprijs met € 0,04 verlaagd. Deze verandering is nodig om de kosten van verbeteringen in de sector te kunnen dekken, zoals meerkosten voor toezicht, een verhoging van het budget voor de Sociaal-Medische Indicatie (SMI), en de financiering van kinderopvangtoeslagen voor beurspromovendi.
Vanaf 1 juli 2024 is het toegestaan om andersgekwalificeerde beroepskrachten in te zetten in de buitenschoolse opvang. Dit betekent dat professionals zoals muzikanten, sporters en kunstenaars mogen meewerken aan het programma van de buitenschoolse opvang. Deze inzet biedt kansen om het aanbod van activiteiten in de buitenschoolse opvang te verrijken en kinderen in aanraking te brengen met nieuwe vaardigheden.
Er zijn voorwaarden voor de inzet van deze beroepskrachten. Zo moet het pedagogisch beleidsplan van het opvangcentrum aangeven hoe de andersgekwalificeerden bijdragen aan de ontwikkeling van de kinderen. Ook moeten deze professionals worden geregistreerd in het Personenregister Kinderopvang. Daarnaast geldt een limiet: binnen het maximum van 50% beroepskrachten-in-opleiding mag maximaal 33% uit stagiairs of andersgekwalificeerde beroepskrachten bestaan.
Deze maatregel biedt kansen voor kinderen om bijvoorbeeld muzikale workshops bij te wonen of sportactiviteiten te volgen. Het verrijkt het programma van de buitenschoolse opvang en draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen in meerdere domeinen.
De financiering van de kinderopvang is een belangrijk onderwerp in de ontwikkelingen voor 2024 en 2025. In 2025 is € 12,3 miljoen beschikbaar voor opdrachten, waarvan € 5,2 miljoen is bestemd voor de ontwikkeling van een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang. Daarnaast zijn er subsidiebedragen voor kinderopvang in Europees Nederland, waaronder € 2,5 miljoen voor instellingssubsidies en projectsubsidies.
Voor 2025 is ook € 1,1 miljoen beschikbaar voor bekostiging van toezicht op de kinderopvang. Deze uitgaven zijn gericht op de coördinatie van toezicht door de Vereniging van Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGV). PGV is wettelijk aangewezen voor deze taak.
De financiering van de kinderopvangtoeslag is ook onderwerp van verandering. De werkgeversbijdrage voor kinderopvang is een vast percentage (0,5%) van de geraamde totale loonsom. Deze bijdrage nemen naar verwachting licht toe in de komende jaren. Daarnaast nemen de ontvangsten uit terugontvangsten van kinderopvangtoeslag in 2024 en 2025 toe, maar vanaf 2027 wordt verwacht dat deze afnemen als gevolg van het nieuwe financieringsstelsel.
In 2025 worden er wijzigingen doorgevoerd in de kwaliteitseisen voor de kinderopvang. Voor pedagogisch medewerkers in de dagopvang en buitenschoolse opvang geldt vanaf 1 januari 2025 een taaleis in het Nederlands. Deze eis is bedoeld om te zorgen dat medewerkers voldoende communicatieve vaardigheden hebben om effectief met kinderen en ouders om te gaan.
Voor de gastouderopvang worden extra kwaliteitseisen wettelijk geregeld. Gastouders moeten bijvoorbeeld een pedagogisch werkplan opstellen, permanente educatie volgen en pedagogische coaching ontvangen van gastouderbureaus. De inwerkingtredingsdatum van deze maatregelen is nog niet vastgelegd, maar wordt bepaald op basis van de parlementaire behandeling en publicatie.
De sociaal-medische indicatie (SMI) is een vangnetregeling voor gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en die vanwege sociale of medische problematiek moeilijk zelf voor de zorg van hun kinderen kunnen zorgen. Via SMI kunnen gemeenten deze gezinnen een (gedeeltelijke) vergoeding bieden voor het gebruik van kinderopvang.
In de afgelopen jaren is het aantal aanvragen voor SMI flink toegenomen. Dit heeft geleid tot een situatie waarin het huidige budget voor SMI steeds minder toereikend is. Het kabinet ziet in dat het budget voor SMI verder moet worden uitgebreid om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen.
Naast de maatregelen die in 2024 en 2025 worden doorgevoerd, zijn er ook plannen voor de toekomst. Zo is er in het hoofdlijnenakkoord opgenomen dat de maximumuurprijzen in 2026 niet worden geïndexeerd. Dit maakt deel uit van het nieuwe financieringsstelsel dat in de komende jaren verder uitgewerkt wordt. De verhoging van de toeslagpercentages in 2025 is slechts een eerste stap richting een hogere inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang.
De inzet van andersgekwalificeerde beroepskrachten in de buitenschoolse opvang is ook bedoeld als een startpunt voor verdere ontwikkelingen in de educatieve en recreatieve activiteiten voor kinderen. Deze maatregel biedt kansen voor kinderen om nieuwe vaardigheden te ontdekken en hun ontwikkeling in meerdere domeinen te stimuleren.
In 2024 en 2025 worden er meerdere belangrijke veranderingen doorgevoerd in de Nederlandse kinderopvangsector. Deze veranderingen betreffen onder andere de arbeidsvoorwaarden van medewerkers, financiering, kwaliteitseisen, en de toegang tot kinderopvang. De nieuwe cao biedt verbeteringen op het gebied van salarisverhogingen, eindejaarsuitkeringen en zorgverzekeringen. De Wet kinderopvang BES en de wijzigingen in de financiering van kinderopvangtoeslagen zijn bedoeld om kinderopvang beter betaalbaar te maken voor ouders. De inzet van andersgekwalificeerde beroepskrachten in de buitenschoolse opvang biedt kansen om het programma van de opvang te verrijken en kinderen in aanraking te brengen met nieuwe vaardigheden. Deze ontwikkelingen zijn van groot belang voor ouders, opvanghouders en medewerkers, omdat ze bepalen hoe kinderopvang in de toekomst er uit zal zien.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet