Kinderopvang in Rozenburg: Aantal kinderopvanglocaties en beschikbare kindplaatsen in 2025
juli 15, 2025
In 2024 zijn er duidelijke ontwikkelingen in de financiering en berekening van kinderopvangkosten in Nederland. Ouders betalen gemiddeld een deel van de opvangkosten zelf, terwijl de vergoeding via de kinderopvangtoeslag in 2025 verder toeneemt. Het kabinet werkt aan een nieuw financieringsstelsel, waarbij ook de maximumuurprijzen en toeslagpercentages worden aangepast. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de berekening van kinderopvangkosten in 2024, inclusief trends, subsidies, en verwachtingen voor de toekomst.
In 2023 betaalden ouders gemiddeld €3.210 aan kinderopvangkosten zelf, naast de vergoeding via de kinderopvangtoeslag. De totale opvangkosten voor een kind waren gemiddeld €8.950. Hierbij viel 64% (€5.740) op aan vergoedingen via de kinderopvangtoeslag, terwijl de resterende 36% (€3.210) betaald werd door ouders zelf. Deze eigen bijdrage bestond uit twee delen:
Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan de maximumuurprijs. Dit betekent dat ouders vaak meer betaalden dan de wettelijk vastgestelde maximumuurprijzen, vooral in regio’s waar het aanbod beperkt is of waar de vraag om opvang groter is.
De kinderopvangtoeslag wordt berekend op basis van het inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren opvang. In 2024 wordt de vergoeding iets verhoogd, met name voor huishoudens met middeninkomens. In 2025 gaat het kabinet verder in op deze verhoging, om kinderopvang voor deze groepen betaalbaarder te maken.
In 2025 wordt een verhoging van de toeslagpercentages ingevoerd, waardoor de vergoeding voor huishoudens met een inkomen tussen €29.393 en €159.224 toeneemt. Deze verhoging helpt om kinderopvang toegankelijker te maken en draagt bij aan een grotere toekenningszekerheid. Vanaf 2025 zullen ongeveer 37.000 extra huishoudens automatisch een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% ontvangen, wat betekent dat kleine veranderingen in het inkomen geen invloed meer hebben op de toeslag.
De wettelijk vastgestelde maximumuurprijs voor kinderopvang wordt in 2025 iets lager geindexeerd dan in voorgaande jaren. De indexering is met €0,04 lager, om extra middelen vrij te maken voor verbeteringen in de sector. Deze verbeteringen omvatten:
De indexering van de maximumuurprijs speelt een rol bij het bepalen van de vergoedingen, maar ook bij de eigen bijdrage die ouders betalen. In 2024 en 2025 nemen zowel het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvangtoeslag als het gemiddelde aantal uren per kind toe. Dit is te danken aan het loslaten van de koppeling van de uren aan het aantal gewerkte uren, en de verhoging van de maximumuurprijzen.
In 2025 is in totaal €25,2 miljoen beschikbaar voor subsidies, waarvan €21,2 miljoen specifiek voor Caribisch Nederland. Deze subsidies worden ingezet voor de tijdelijke financiering van kinderopvang in deze regio’s, en vanaf juli 2025 voor de financiering op basis van de nieuwe Wet kinderopvang BES. Deze wet, die op 4 juni 2024 is gepubliceerd, beoogt de kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang te verbeteren. De wet komt in werking op 1 juli 2025, en een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt medio 2024 ter consultatie voorgelegd.
Naast subsidies is er ook een budget van €12,3 miljoen voor opdrachten, waarvan €5,2 miljoen bestemd is voor de ontwikkeling van het nieuwe financieringsstelsel. Verder is €5,4 miljoen beschikbaar voor onderzoek en opdrachten in Nederland, en €1,7 miljoen voor het programma BES(t) 4 Kids.
Het kabinet werkt aan een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang, dat in 2025 wordt ingevoerd. Dit stelsel beoogt een eerlijker en transparantere verdeling van middelen, en een toekomstgerichte aanpak van de kosten en vergoedingen. In het kader van dit stelsel wordt ook rekening gehouden met de toekomstige afname van terugvorderingen van kinderopvangtoeslag. Vanaf 2027 wordt verwacht dat het aantal terugvorderingen afneemt, wat betekent dat de ontvangsten uit terugontvangsten geleidelijk zullen dalen.
De werkgeversbijdrage voor kinderopvang blijft een vaste component van de financiering. Deze bijdrage is 0,5% van de geraamde totale loonsom, en deze nemen in 2024 en 2025 licht toe. Het aantal gewerkte uren per week blijft stabiel, zowel voor vrouwen als mannen met jonge kinderen.
Het programma BES(t) 4 Kids wordt tot en met 2028 verlengd, en voor deze periode is jaarlijks €1,25 miljoen extra beschikbaar. Dit programma richt zich op kinderopvang in de Caribische Nederlandse regio’s en helpt bij het verbeteren van de toegankelijkheid en kwaliteit van opvang.
In 2025 wordt ook meer aandacht besteed aan de toezichtsaspecten van kinderopvang. De Stichting Projectenbureau Publieke Gezondheid van de Vereniging van Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGV) is wettelijk aangewezen voor de coördinatie van het toezicht, en voor 2025 is een budget van €1,1 miljoen beschikbaar voor deze taak.
De berekening van kinderopvangkosten in 2024 en 2025 is beïnvloed door meerdere factoren, waaronder de toename van de toeslagpercentages, de indexering van de maximumuurprijzen, en de inwerkingtreding van de nieuwe Wet kinderopvang BES. In 2023 betaalden ouders gemiddeld €3.210 aan kinderopvangkosten zelf, terwijl de vergoeding via de toeslag in 2024 en 2025 verder toeneemt. In 2025 is er een budget van €25,2 miljoen beschikbaar voor subsidies, waarvan €21,2 miljoen voor Caribisch Nederland.
Het nieuwe financieringsstelsel, dat in 2025 wordt ingevoerd, beoogt een eerlijker en toekomstgerichte aanpak van kinderopvangkosten. Tegelijkertijd blijft het belangrijk dat ouders duidelijk inzicht hebben in hoe de kosten en vergoedingen worden berekend, zodat ze beter kunnen plannen voor hun kinderopvanguitgaven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet