De regelgeving en eisen rond kinderopvang in Nederland
juli 15, 2025
Het is een zware en emotionele situatie voor elke ouder als het kind niet langer welkom is op de kinderopvang. In sommige gevallen wordt dit besproken in samenwerking met de opvang en de ouders, terwijl in andere gevallen de situatie abrupt kan zijn. In dit artikel bespreken we mogelijke oorzaken, wat in de praktijk gedaan kan worden en hoe ouders terecht kunnen met klachten of verdere hulp. We baseren ons uitsluitend op de informatie uit de contextdocumenten.
Een kind kan niet langer welkom zijn op een kinderopvang voor verschillende redenen. In de contextdocumenten wordt een voorbeeld genoemd van een peuter die veel 1-op-1 begeleiding nodig heeft, die vaak gooit, rent en niet stil kan zitten. Deze gedragingen maken het voor de opvang moeilijker om het kind goed te begeleiden binnen de groep. De vraag is dan of het kind voldoende ondersteuning kan krijgen of of de opvang deze zorg niet langer kan bieden.
Bij kinderen met een verstandelijke beperking, zoals bijvoorbeeld kinderen met Downsyndroom, kan het ook voorkomen dat een kind niet welkom is in een reguliere crèche of peuterspeelzaal. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer het kind meer aandacht nodig heeft of moeilijk kan omgaan met de prikkels in een reguliere omgeving. In zulke gevallen is het mogelijk om een indicatie aan te vragen bij de gemeente (volgens de Jeugdwet) om extra ondersteuning te krijgen in de reguliere opvang of om over te stappen naar een kinderdagverblijf dat speciaal is afgestemd op kinderen met verstandelijke beperkingen.
Als een kind niet langer welkom is op de kinderopvang, is het belangrijk dat ouders actie ondernemen. Eerst en vooral is het aan te raden om in gesprek te treden met de opvang. Volgens de contextdocumenten is het mogelijk om samen met medewerkers of de manager van de locatie te zoeken naar een oplossing. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat het kind tijdelijk minder vaak komt, extra begeleiding krijgt of dat er een andere opvang wordt gezocht.
In sommige gevallen kan het ook nodig zijn om een klacht in te dienen of om juridische hulp in te schakelen. In de contextdocumenten wordt verwezen naar de mogelijkheid om contact op te nemen met een servicebureau of via een klachtprocedure. Dit is echter een uiterste maatregel en moet zorgvuldig worden overwogen.
Als het gedrag van een kind extra zorg vereist, is het mogelijk om indicaties aan te vragen bij de gemeente. Dit geldt zowel voor kinderen met verstandelijke beperkingen als voor kinderen die om andere redenen extra aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld een kind dat vaak uit zijn omgeving treedt of die moeilijk kan omgaan met de groepsdruk.
De indicatie dient als bewijs dat het kind extra zorg nodig heeft en kan leiden tot het inzetten van extra medewerkers of het aanpassen van het aanbod in de opvang. In de contextdocumenten wordt verwezen naar de mogelijkheid om vanuit een zorginstelling extra handen of advies te organiseren in een reguliere crèche of peuterspeelzaal.
Als een kind niet langer op de kinderopvang kan komen, kan dit ook gevolgen hebben voor de financiering. De kinderopvangtoeslag, die ouders ontvangen om de kosten van de kinderopvang te dekken, moet bijvoorbeeld binnen drie maanden na de start van de opvang worden aangevraagd. Als dit niet gebeurt, kan het zijn dat ouders deze toeslag mislopen. Bovendien is het belangrijk om eventuele veranderingen in de situatie door te geven via het platform Mijntoeslagen.nl.
In sommige gevallen kan de gemeente een bijdrage leveren aan de kosten van de kinderopvang, ook als ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit geldt bijvoorbeeld voor kinderen tussen 2 en 4 jaar die naar een erkende Peuteropvang gaan. In dat geval kan een verklaring worden ingevuld en een inkomensverklaring worden ingeleverd om de bijdrage te bepalen.
Een kinderopvang of peuterspeelzaal moet een veilige, gestructureerde en uitnodigende omgeving bieden voor kinderen. Dit is niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen, maar ook voor de medewerkers die deze omgeving moeten onderhouden. In de contextdocumenten wordt benadrukt dat het activiteitenaanbod in de opvang vaak vergelijkbaar is met het aanbod op het kinderdagverblijf. Echter, kinderopvang biedt doorgaans geen eten of middagslaapje, omdat de opvang vaak beperkt is tot enkele dagdelen.
Het is belangrijk dat kinderen goed kunnen wennen aan de opvang. Daarom is het aan te raden dat kinderen minstens op twee dagdelen komen. Voor de Voorschoolse Educatie (VE) geldt dat het kind minimaal één middag per week moet komen. Dit helpt om een stabiele relatie op te bouwen met de opvangers en om het kind te ondersteunen in de groep.
In de huidige maatschappij is meertaligheid en cultuurdiversiteit in de kinderopvang steeds vaker aan de orde. In de contextdocumenten wordt beschreven hoe een kinderopvang in Helmond bijvoorbeeld tachtig kinderen uit elf landen opneemt. Pedagogisch professionals worden daarom vaak getraind in het omgaan met meertalige kinderen en de diverse culturen.
Voor kinderen die de Nederlandse taal niet of nauwelijks spreken, wordt extra ondersteuning geboden in de kinderopvang. Deze ondersteuning is belangrijk voor de taalontwikkeling en daarmee voor de latere leerontwikkeling op de basisschool. Daarom wordt in de contextdocumenten benadrukt dat het aanbod van taalrijke speelleeromgevingen en interactieve activiteiten een centrale rol speelt in de opvang.
Het afwezigheidstegoed is een praktisch instrument dat ouders kunnen gebruiken als hun kind tijdelijk niet kan komen op de kinderopvang. Ouders kunnen uren opbouwen door minstens 14 dagen van tevoren af te melden via de Ouderapp. Deze uren kunnen later worden ingezet, mits de beschikbaarheid en de groepsgrootte toestaan.
Het is belangrijk om te weten dat het gebruik van het afwezigheidstegoed onder voorwaarden geschiedt. Ouders kunnen de voorwaarden van het tegoed vinden op de website van Kanteel. Dit helpt om eventuele verwachtingen en eventuele problemen op voorhand te voorkomen.
Als een kind niet langer welkom is op de kinderopvang, is het belangrijk dat ouders actie ondernemen en in overleg treden met de opvang. Het kan zijn dat extra ondersteuning nodig is, of dat het kind tijdelijk of permanent naar een andere opvang moet. In zulke gevallen is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de financiering en eventuele indicaties die nodig kunnen zijn.
Het is bovendien belangrijk dat kinderen op een veilige en gestructureerde manier kunnen wennen aan de opvang. Dit helpt bij het opbouwen van betrouwbare relaties met de opvangers en bij de ontwikkeling van het kind. In een steeds diverser maatschappij is het ook belangrijk dat kinderopvangen zich aanpassen aan meertaligheid en culturele verschillen. Dit helpt bij het creëren van een omgeving waarin elk kind zich op zijn gemak voelt en kan groeien.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet