Kinderopvang in 2022: Beleidsregels, Subsidies en Gezondheidsaanpak in de Gemeenten
juli 15, 2025
In Nederland is kinderopvang een essentieel onderdeil van het dagelijks leven van vele gezinnen. Het is echter ook een onderwerp dat regelmatig in de aandacht komt vanwege de kosten, de toegankelijkheid en de financiële ondersteuning door de overheid. Voor ouders, verpleegkundigen, en medewerkers in kinderopvangcentra is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen rondom de uurtarieven en de daadwerkelijke kosten die ouders per maand of per jaar kunnen maken. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de gemiddelde uurtarieven voor kinderopvang in Nederland, met aandacht voor de verschillende vormen van opvang, de historische ontwikkeling van de tarieven, en de relatie met de kinderopvangtoeslag.
De uurtarieven voor kinderopvang zijn in de afgelopen jaren gestegen, zowel voor kinderdagverblijven als voor buitenschoolse opvang (BSO). Dit blijkt uit meerdere analyses die zijn uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en andere betrouwbare bronnen. De stijging van de uurtarieven wordt mede veroorzaakt door inflatie en loonstijgingen voor opvangpersoneel, zoals vermeld in meerdere bronnen.
In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde en maximale uurtarieven voor kinderopvang in de jaren 2017 tot 2023 samengevat:
Jaar | Maximale uurtarief kinderdagverblijf (€) | Gemiddeld uurtarief kinderdagverblijf (€) | Maximale uurtarief BSO (€) | Gemiddeld uurtarief BSO (€) |
---|---|---|---|---|
2017 | 7,18 | 8,71 | 6,69 | 7,84 |
2019 | 8,02 | 8,93 | 6,89 | 8,06 |
2021 | 8,46 | 9,47 | 7,27 | 8,42 |
2022 | 8,50 | — | 7,31 | — |
2023 | 9,12 | 9,72 | 7,85 | 7,98 |
Deze ontwikkeling laat zien dat zowel de gemiddelde als de maximale uurtarieven zijn gestegen. Het gemiddelde uurtarief voor kinderdagverblijven in 2023 is bijvoorbeeld 9,72 euro per uur, terwijl het maximale tarief 9,12 euro bedraagt. Dit betekent dat ouders gemiddeld 60 cent extra per uur betalen boven het maximale tarief dat aansluit op de kinderopvangtoeslag.
Voor buitenschoolse opvang is het gemiddelde uurtarief in 2023 7,98 euro, tegen een maximumtarief van 7,85 euro. Ook hier blijkt dat de tarieven die ouders daadwerkelijk betalen, vaak iets hoger liggen dan de aansluiting voor de kinderopvangtoeslag.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor ouders die kinderopvang gebruiken. Deze toeslag is echter gebaseerd op een maximumtarief per uur. Ouders kunnen enkel subsidie ontvangen voor het deel van het tarief dat binnen dit maximum valt. De daadwerkelijke tarieven die ouders betalen, zijn vaak hoger dan dit maximumtarief.
In 2023 was het maximumtarief voor kinderdagverblijven 9,12 euro per uur, terwijl de gemiddelde tarief die ouders betaalden 9,72 euro was. Dit betekent dat ouders in 2023 gemiddeld 60 cent per uur extra betaalden boven de aansluiting voor de kinderopvangtoeslag. Deze extra kosten zijn in de praktijk niet vergoedbaar via de toeslag.
Voor buitenschoolse opvang is het maximumtarief in 2023 7,85 euro, terwijl ouders gemiddeld 7,98 euro per uur betaalden. Ook hier is het verschil klein, maar wel aanwezig. Dit betekent dat ouders in beide vormen van opvang extra kosten maken die niet vergoed worden via de kinderopvangtoeslag.
De kosten van kinderopvang variëren per gezin, afhankelijk van het aantal uren, het aantal kinderen, en het inkomensniveau. Ouders met hogere inkomens betalen vaak meer, omdat zij minder aansluiting kunnen vinden op de kinderopvangtoeslag.
In 2023 kost drie dagen kinderopvang voor twee kinderen bijvoorbeeld ongeveer 6.500 euro voor middeninkomens, ten opzichte van 5.500 euro in 2022. Deze stijging is een gevolg van hogere uurtarieven en het feit dat ouders steeds meer uren opvang nodig hebben.
Voor gezinnen met lagere inkomens is de stijging van de uurtarieven voelbaar, omdat de tegemoetkoming van de overheid niet even snel stijgt als de daadwerkelijke kosten. Dit heeft geleid tot een groter deel van de kosten dat ouders zelf moeten dragen.
De uurtarieven verschillen per soort opvang. Voor kinderdagverblijven zijn de tarieven in 2023 gemiddeld 9,72 euro per uur, terwijl buitenschoolse opvang een gemiddelde tarief heeft van 7,98 euro per uur. Voor gastouderopvang was het gemiddelde tarief in 2023 6,73 euro per uur.
Het verschil in tarieven tussen de verschillende vormen van opvang kan verschillende oorzaken hebben, zoals het aantal uren, de leeftijd van de kinderen, en de locatie van de opvang. In sommige regio’s zijn de tarieven hoger dan in andere, wat ook invloed heeft op de totale kosten per maand.
Neben de reguliere opvang is er ook de mogelijkheid om extra opvang of verlengde opvang te boeken. Deze vormen van opvang zijn bedoeld voor ouders die extra uren nodig hebben, bijvoorbeeld in het kader van vakantie of onverwachte situaties.
In 2025 hanteren sommige opvangorganisaties bijvoorbeeld een tarief van 13,19 euro per uur voor extra opvang, terwijl reguliere opvang 10,76 euro per uur kost. Voor buitenschoolse opvang is het tarief 9,77 euro per uur, ook inclusief vakantieweken. Deze tarieven kunnen variëren per organisatie en per regio.
Het aantal uren dat ouders jaarlijks gebruiken voor kinderopvang is in de afgelopen jaren gestegen. In 2023 werden er bijvoorbeeld 416,69 miljoen uren kinderdagopvang afgerekend, tegenover 225,33 miljoen uren buitenschoolse opvang. In totaal is het aantal afgenomen uren gestegen van 520 miljoen in 2017 naar 610 miljoen in 2023.
Deze stijging duidt op een toenemende afhankelijkheid van kinderopvang, vooral in gezinnen waarin beide ouders werken. De stijging van het aantal afgenomen uren gaat hand in hand met de stijging van de uurtarieven, wat leidt tot hogere totale kosten per gezin.
De stijging van de uurtarieven wordt mede veroorzaakt door inflatie en loonstijgingen. In 2023 stegen de tarieven van opvangorganisaties, terwijl de tegemoetkoming van de overheid minder snel groeide. Dit heeft geleid tot hogere netto kosten voor ouders, vooral voor gezinnen met lagere inkomens.
Ouders met kinderen die naar de opvang gaan, merken sinds begin 2023 al dat de kosten zijn toegenomen. De inflatie en loonstijgingen hebben geleid tot hogere kosten voor opvangpersoneel, wat zich direct doorwerkt in de uurtarieven die ouders betalen.
In 2024 zijn de uurtarieven verder gestegen. Voor kinderdagverblijven was het maximumtarief in 2024 10,25 euro, en voor buitenschoolse opvang 9,12 euro. In 2025 zijn deze tarieven opnieuw iets hoger gegaan. Het maximumtarief voor kinderdagverblijven is in 2025 10,71 euro, en voor buitenschoolse opvang 9,52 euro.
Deze stijging duidt op een doorlopende ontwikkeling in de kosten van kinderopvang. Ouders moeten hier rekening mee houden bij het plannen van hun budget en het aanvragen van kinderopvangtoeslag.
De uurtarieven voor kinderopvang in Nederland zijn in de afgelopen jaren gestegen, zowel voor kinderdagverblijven als voor buitenschoolse opvang. Deze stijging is het gevolg van inflatie, loonstijgingen en het groeiende gebruik van kinderopvang door gezinnen. Ouders betalen in de praktijk vaak iets meer dan het maximumtarief dat aansluit op de kinderopvangtoeslag, wat leidt tot hogere netto kosten.
Het is belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de ontwikkelingen rondom de uurtarieven en de aansluiting met de kinderopvangtoeslag. Met een goed begrip van de kosten en subsidies kunnen ouders beter plannen voor de opvang van hun kinderen, zowel financieel als logistiek.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet