Kinderopvangsector in actie: Werkdruk, cao-onderhandelingen en stakingen in beeld
juli 15, 2025
In de huidige maatschappij is de discussie over de opname van ongevaccineerde kinderen in kinderopvanginstellingen steeds scherpere contouren aangenomen. De lage vaccinatiegraad in Nederland en het toenemende aantal ouders dat kiest voor alternatieve vaccinatieplannen of geen vaccinaties helemaal, hebben gevolgen voor de collectieve gezondheid in kinderopvangcentra. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige situatie, juridische onzekerheid, maatregelen genomen door sommige instellingen, en de politieke ontwikkelingen rondom een eventuele vaccinatieplicht.
De vaccinatiegraad in Nederland is momenteel onder de 90 procent, wat een zorgelijke ontwikkeling is. Volgens de GGD’s en gezondheidsdeskundigen is dit het gevolg van een combinatie van factoren, waaronder het vertrouwen in vaccins, het aandringen op alternatieve zorgmethoden, en een groeiende beweging van ouders die kiezen voor selectieve vaccinatie of zelfs geheel weigeren. Deze lage vaccinatiegraad verhoogt het risico op uitbraken van ziektes zoals mazelen, kinkhoest en rodehond.
In dit kader is er een toenemende druk op kinderopvanginstellingen om veiligheid te waarborgen. Volgens de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) is de basis van een kinderopvang het creëren van een veilige omgeving voor kinderen. Gjalt Jellesma, voorzitter van BOinK, benadrukt dat het niet mogelijk is om een veilige omgeving te garanderen als een groot deel van de kinderen niet gevaccineerd is. Zij pleiten daarom voor juridische duidelijkheid waarmee kinderopvanginstellingen de mogelijkheid krijgen om ongevaccineerde kinderen te weigeren.
De juridische situatie is echter onduidelijk. In Nederland bestaat geen vaccinatieplicht, en de huidige wetgeving geeft geen duidelijke richtlijnen over of en wanneer een kinderopvanginstelling mag besluiten om ongevaccineerde kinderen te weigeren. Het Ministerie van Volksgezondheid heeft duidelijk gemaakt dat het geen plannen heeft om dit in de wet vast te leggen.
Volgens een oudere mening in de juridische context hebben kinderen een recht op opvang, of ze nu wel of niet zijn gevaccineerd. De BOinK en andere partijen in de kinderopvangsector stellen echter dat deze juridische standpunt verouderd is in licht van de huidige gezondheidsrisico’s. Zij menen dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van alle kinderen in de opvang op de instellingen ligt, en dat dit niet in strijd staat met de rechten van ouders.
Hoewel er geen wettelijke regeling is, zijn er al praktijkvoorbeelden waarin kinderopvanginstellingen kiezen voor het weigeren van ongevaccineerde kinderen. Een bekend voorbeeld is Berend Botje, een kinderopvangorganisatie met locaties in Noord-Holland. Deze instelling weigert kinderen ouder dan veertien maanden die niet zijn gevaccineerd tegen mazelen. Gaby Alberts, algemeen directeur van Berend Botje, legt uit dat baby’s jonger dan veertien maanden zeer kwetsbaar zijn voor mazelen, en dat het noodzakelijk is om de opvang zo veilig mogelijk te maken voor deze groep.
Aan de andere kant zijn er ook voorbeelden waarin instellingen kiezen voor een openere aanpak. Korein, een van de grootste kinderopvangorganisaties in Eindhoven, weigert geen kinderen op basis van vaccinatietraject. Hoewel zij aan ouders vragen of hun kinderen zijn ingeënt, wordt dit niet geregistreerd. De GGD Brabant Zuidoost heeft duidelijk gemaakt dat het veilig is om kinderen in de opvang te laten, zolang zij geen klachten vertonen. Zij adviseren ongevaccineerde kinderen met klachten als koorts of huiduitslag wel om thuis te blijven en contact op te nemen met de huisarts.
De discussie over vaccinaties in de kinderopvang heeft ook een politieke dimensie gekregen. In oktober 2024 is een wetsvoorstel ingediend door VVD en D66, waarin sprake is van het verplichten van kinderopvangorganisaties om ongevaccineerde kinderen te weigeren. Het voorstel stelt dat de minister van Volksgezondheid kinderopvanginstellingen kan verplichten om ongevaccineerde kinderen te weigeren wanneer de vaccinatiegraad in een bepaalde regio onder een bepaalde drempel komt.
Volgens de vereniging BK (Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang) is het wetsvoorstel een stap in de goede richting. Zij stellen dat het wetsvoorstel duidelijke handvatten biedt en dat de verantwoordelijkheid op de juiste plek terecht komt, namelijk bij de overheid en niet bij de kinderopvanginstellingen zelf. Zij benadrukken dat de lage vaccinatiegraad een nationaal probleem is dat niet door individuele opvangen opgelost kan worden.
Vaccinatie begint bij de ouders. Het Rijksvaccinatieprogramma biedt kinderen een bescherming tegen meerdere infectieziekten. Vanaf 14 maanden kunnen kinderen meedoen aan dit programma. Ouders die kiezen om hun kinderen niet te vaccineren, nemen risico op zowel hun eigen kind als andere kinderen in de opvang.
Anne-Roos, een toekomstige oma, vertelt bijvoorbeeld dat haar dochter niet van plan is om haar kleinkind naar de opvang te sturen gedurende de eerste 14 maanden, vanwege de lage vaccinatiegraad in de regio. Dit illustreert het emotionele en logistieke dilemma dat veel ouders tegenwoordig ondervinden: het kiezen tussen hun eigen geloof of keuze en de veiligheid van hun kind.
Vaccinaties zijn niet alleen een individueel kwestie, maar ook een collectieve verantwoordelijkheid. Door kinderen te vaccineren, wordt niet alleen hun eigen risico verlaagd, maar ook de kans op uitbraken in de bredere gemeenschap. Dit concept, bekend als ‘herd immunity’, is essentieel voor de bescherming van kinderen die niet kunnen worden ingeënt, zoals kinderen met auto-immuunziekten of allergieën tegen vaccins.
De GGD’s en andere gezondheidsinstanties benadrukken dat vaccinaties een van de meest effectieve manieren zijn om infectieziekten te voorkomen. Ziektes zoals mazelen, kinkhoest en rodehond zijn zowel ziekteverwekkend als dodelijk, vooral voor jonge kinderen en mensen met een zwakke immuunstatus. De huidige lage vaccinatiegraad zorgt voor een verlaagde bescherming, wat het risico op epidemieën verhoogt.
De ethiek rondom vaccinaties en kinderopvang is complex. Aan de ene kant is er een verantwoordelijkheid van ouders om hun kinderen te beschermen, maar aan de andere kant is er ook een verantwoordelijkheid om anderen te beschermen. Dit ethische dilemma wordt verder verward door het juridische kader dat niet duidelijk is.
De BOinK benadrukt dat het niet gaat om een kwestie van discriminatie of het weigeren van kinderen op basis van religie of geloof. Het gaat om een kwestie van gezondheid en veiligheid. Volgens hen is het niet redelijk om een kinderopvang te verplichten om kinderen op te nemen in een omgeving waarin het risico op ziektes groter is, vooral als dat risico kan worden verminderd door vaccinatie.
De discussie over ongevaccineerde kinderen in de kinderopvang is een veelzijdig en emotioneel onderwerp. Aan de ene kant is er een groeiende zorg over de collectieve gezondheid en de risico’s van ziekteuitbraken, aan de andere kant is er ook een sterke vrijheidsbeweging die pleit voor de rechten van ouders om keuzes te maken over de opvoeding en gezondheid van hun kinderen. De juridische onzekerheid en het gebrek aan wettelijke richtlijnen maken het voor kinderopvanginstellingen moeilijk om duidelijke beslissingen te nemen.
Hoewel sommige instellingen kiezen voor het weigeren van ongevaccineerde kinderen, is dit niet wettelijk geregeld en kan het leiden tot juridische en ethische problemen. De politieke initiatieven, zoals het wetsvoorstel van VVD en D66, bieden een mogelijke oplossing door de verantwoordelijkheid op de overheid te leggen. Uiteindelijk is het de taak van de maatschappij om een balans te vinden tussen individuele vrijheid en collectieve verantwoordelijkheid, zodat zowel ouders als kinderopvanginstellingen veilig en duidelijk kunnen opereren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet