Innovatieve Meubels en Ontwikkelingsgerichte Buitenruimtes in Kinderopvang: Een Kijkje in de Praktijk
juli 15, 2025
De komende jaren worden cruciaal voor de financiering en toegankelijkheid van kinderopvang in Nederland. In 2025 zet het kabinet een belangrijke stap in de richting van een betaalbaardere kinderopvang voor werkende ouders. Dit artikel biedt een overzicht van de verwachte veranderingen in de kinderopvangvergoedingen, de wijzigingen in maximum uurprijzen en het effect op toekenningszekerheid voor huishoudens.
In 2025 worden de vergoedingen voor kinderopvang aanzienlijk verhoogd voor een groot aantal huishoudens. Het kabinet heeft besloten om de kinderopvangtoeslag te verhogen voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen ongeveer €29.400 en €159.200. Dit maakt kinderopvang betaalbaarder voor middeninkomens en stimuleert werken.
Deze maatregel is een eerste stap in de richting van een inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. Tot nu toe was de vergoeding voor kinderopvang afhankelijk van het inkomen, wat leidde tot sprongen in de vergoedingspercentage bij kleine inkomensveranderingen. In 2025 zullen ongeveer 37.000 huishoudens al een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% ontvangen. Hierdoor wordt de toekenningszekerheid verbeterd, wat betekent dat kleine inkomensveranderingen niet meer leiden tot een lagere vergoeding.
Een gezin met een inkomen van €45.000 dat momenteel 87,3% van de kosten vergoed krijgt, ontvangt in 2025 een vergoeding van 96% van de kosten tot de maximum uurprijs. Voor gezinnen met inkomens tot €47.403 wordt de vergoeding verhoogd naar 96% voor zowel het eerste als het tweede kind. Deze veranderingen zijn bedoeld om de financiële druk op ouders te verlichten en tegelijk de arbeidsparticipatie te bevorderen.
Naast de verhoging van de vergoedingen zijn er ook wijzigingen in de maximum uurprijzen voor kinderopvang. In 2025 worden de maximum uurprijzen met een beperkte indexering aangepast, in tegenstelling tot vorige jaren. Het kabinet heeft gekozen voor een lagere indexering van de maximum uurprijzen om het financieringsstelsel duurzamer te maken.
De maximum uurprijs voor dagopvang in 2025 bedraagt €10,71, voor buitenschoolse opvang €9,52 en voor gastouderopvang €8,10. Deze prijzen zijn bepaald op basis van de kosten die ouders gemiddeld per uur in rekening worden gebracht. De indexering van de maximum uurprijzen in 2025 is lager dan normaal, namelijk €0,04 minder, om rekening te houden met meerkosten in de sector, zoals toezicht en handhaving.
Voor gastouderopvang is er een extra indexering van €0,21, omdat verscherpte kwaliteitseisen leiden tot hogere kosten voor sommige gastouders. Deze extra indexering zorgt ervoor dat ouders niet volledig worden geplaatst voor deze meerkosten.
De vergoedingen die ouders ontvangen zijn afhankelijk van het gezamenlijk inkomen, het aantal kinderen en het type opvang. Voor huishoudens met inkomens tot €23.211 geldt een vergoedingspercentage van 96% voor zowel het eerste als het tweede kind. Deze verhoging van het vergoedingspercentage is bedoeld om kinderopvang voor laag- en middeninkomens betaalbaarder te maken.
Bij inkomens die hoger liggen, zoals €29.393 of hoger, blijft de vergoeding op 96%, maar is de toekenning van deze vergoeding afhankelijk van de inkomensregel. Voor huishoudens met een inkomen tot €47.403 geldt een vergoedingspercentage van 96% voor zowel het eerste als het tweede kind. Voor hogere inkomens is de vergoeding eveneens verhoogd, maar minder dan voor middeninkomens.
Een belangrijk doel van de verhogingen in de kinderopvangvergoeding is het verbeteren van de toekenningszekerheid. Tot nu toe leidde een kleine inkomensverandering vaak tot een verandering in de vergoeding, wat extra administratieve lasten voor ouders opleverde. Met de inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% voor 37.000 huishoudens wordt dit probleem verholpen.
Daarnaast draagt de verhoging van de vergoedingen bij aan de stimulering van arbeidsparticipatie. Ouders die kinderopvang nodig hebben, zullen nu meer financiële zekerheid hebben om extra werkdagen in te plannen. Het kabinet ziet dit als een belangrijke stap in de richting van een betaalbaardere kinderopvang en een hogere werkgelegenheid.
De verhogingen in de kinderopvangvergoeding worden uitgevoerd door de Dienst Toeslagen in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De Staatssecretaris Toeslagen en Douane is verantwoordelijk voor de rechtmatige en doeltreffende uitvoering van de kinderopvangtoeslag.
In 2025 is €12,3 miljoen beschikbaar voor opdrachten, waarvan €5,2 miljoen bestemd is voor de ontwikkeling van het nieuwe financieringsstelsel voor kinderopvang. Daarnaast is €5,4 miljoen bedoeld voor onderzoek en opdrachten voor kinderopvang in Nederland.
Voor kinderopvang in Europees Nederland is €4,1 miljoen beschikbaar, waarvan circa €2,5 miljoen voor instellingssubsidies en projectsubsidies. Deze subsidies zijn bedoeld om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren en de toegankelijkheid te vergroten.
Ook de kwaliteit van kinderopvang speelt een belangrijke rol in de veranderingen van 2025. Verscherpte kwaliteitseisen leiden tot meerkosten voor toezicht en handhaving. Het kabinet vindt dat deze kosten niet volledig op ouders moeten worden afgeladen en heeft daarom gekozen voor een extra indexering van de maximum uurprijs voor gastouderopvang.
Daarnaast is er een verhoging van het budget voor de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI), die is bedoeld voor kinderen met een specifieke medische indicatie. Deze regeling zorgt ervoor dat ouders die een kind hebben met een medische indicatie, extra steun ontvangen bij de financiering van kinderopvang.
Op lokaal niveau worden ook aanpassingen gedaan aan de beleidsregels voor kinderopvang. In gemeente Zoeterwoude zijn nieuwe beleidsregels opgesteld die bepalen hoe de kosten van kinderopvang worden vergoed voor huishoudens met een Sociaal Medische Indicatie. Deze regels zijn vanaf 1 januari 2025 geldig en zijn bedoeld om de financiering van kinderopvang voor deze groep huishoudens te vergemakkelijken.
De beleidsregels definiëren begrippen zoals inkomensafhankelijke eigen bijdrage, kinderopvang en ouder, om zeker te stellen dat de regeling duidelijk en transparant is. Deze regels zijn bindend en worden uitgevoerd in overeenstemming met de Wet kinderopvang en de Participatiewet.
In 2025 zet het kabinet een belangrijke stap in de richting van een betaalbaardere kinderopvang voor werkende ouders. De verhogingen in de kinderopvangvergoedingen, de wijzigingen in de maximum uurprijzen en de verbetering van de toekenningszekerheid maken kinderopvang voor een groter aantal huishoudens betaalbaarder. Deze maatregelen zijn bedoeld om de financiële druk op ouders te verlichten, de arbeidsparticipatie te stimuleren en de kwaliteit van kinderopvang te verbeteren.
Het kabinet heeft gekozen voor een langere adem in de financiering van kinderopvang, waarbij de maximum uurprijzen in 2026 niet worden geïndexeerd. Dit duidt op een strategische aanpak van de kinderopvangsector, waarbij zowel betaalbaarheid als duurzaamheid centraal staan.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet