Salarisverhoging in de kinderopvang: nieuwe afspraken in de cao Kinderopvang
juli 15, 2025
De kosten van kinderopvang vormen een belangrijk onderdeel van het budget van vele Nederlandse gezinnen. In 2023 betaalden ouders gemiddeld 3.210 euro aan kinderopvang zelf, naast de vergoeding via de kinderopvangtoeslag. Het begrijpen van de uurtarieven, de subsidie en de invloed van het aantal kinderen op de totale kosten is essentieel voor ouders die zich goed willen richten in hun financiële planning.
In deze artikel worden de huidige uurtarieven voor kinderopvang in Nederland besproken, inclusief de verschillen tussen kinderdagopvang (KDO) en buitenschoolse opvang (BSO), het effect van de kinderopvangtoeslag en de toekomstige verwachtingen voor 2025. Ook wordt ingegaan op de financiële verantwoordelijkheid van ouders en hoe de kosten variëren afhankelijk van het aantal kinderen in opvang.
De uurtarieven voor kinderopvang zijn afhankelijk van de soort opvang en het pakket dat ouders kiezen. Voor zowel kinderdagopvang als buitenschoolse opvang zijn er verschillende opvangvormen, zoals 52 weken, 48 weken, 40 weken en flexibel of vakantieopvang. Deze opvangvormen bepalen hoeveel ouders per maand betalen en of ze recht hebben op vergoeding via de kinderopvangtoeslag.
Voor buitenschoolse opvang zijn de uurtarieven in 2025 als volgt:
In 2025 is het uurtarief voor buitenschoolse opvang gemiddeld €9,52 per uur. De prijsvariaties zijn afhankelijk van het gekozen pakket. Zo is er bijvoorbeeld de mogelijkheid om ruilrechten te hebben voor dagen dat het kind niet aanwezig is, afhankelijk van het gekozen pakket.
Voor kinderdagopvang gelden andere uurtarieven, die licht hoger liggen dan die van de buitenschoolse opvang:
In 2025 is het uurtarief voor kinderdagopvang €10,71 per uur. Ook hier gelden bepaalde regels over het gebruik van ruilrechten of vakantieopvang, afhankelijk van het gekozen pakket.
Ouders die werken of aan een opleiding of inburgeringscursus deelnemen kunnen aanspraak maken op de kinderopvangtoeslag. Deze toeslag is een percentage van de maximale uurprijs, die jaarlijks door de overheid wordt vastgesteld. In 2023 was de maximale uurprijs voor buitenschoolse opvang €7,85 en voor kinderdagopvang €9,12.
De toeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen in opvang en de soort opvang. Per kind kunnen ouders maximaal 230 uur per maand subsidie ontvangen. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de toeslag. Ouders met een inkomen onder een bepaalde drempel ontvangen een hoger deel van de kosten vergoed.
In 2023 betaalden ouders gemiddeld 8.950 euro aan kinderopvang. Hiervan kregen zij 64 procent (5.740 euro) vergoed via de kinderopvangtoeslag. Het overige deel (3.210 euro) moesten ouders zelf betalen. Dit bedrag bestond uit:
Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 een hoger uurtarief dan de maximale uurprijs. Dit betekent dat zij extra zelf moesten betalen boven de subsidie van de overheid.
De vergoeding via de kinderopvangtoeslag neemt toe met het aantal kinderen in opvang. In 2023 kregen ouders met één kind gemiddeld 62 procent van de kosten vergoed, met twee kinderen 66 procent en met drie of meer kinderen 68 procent. Hoe meer kinderen in opvang, hoe hoger het vergoedingspercentage, omdat de overheid extra subsidie biedt voor het tweede en volgende kind.
Aantal kinderen | Uitgekeerde toeslag (euro) | Eigen kosten (euro) |
---|---|---|
1 kind | 3.790 | 2.350 |
2 kinderen | 7.660 | 4.110 |
3 of meer kinderen | 11.190 | 5.390 |
Ouders met drie of meer kinderen in opvang kregen dus het hoogste deel van de kosten vergoed, terwijl hun totale uitgaven ook het hoogst waren. In 2023 bedroegen de gemiddelde kosten per kind in opvang 6.130 euro voor ouders met één kind, 5.880 euro voor ouders met twee kinderen en 5.080 euro voor ouders met drie of meer kinderen.
De maximale uurtarieven voor kinderopvang zijn jaarlijks vastgesteld door de overheid. Deze tarieven bepalen het maximum aan subsidie dat ouders kunnen ontvangen. In 2023 was het maximale uurtarief voor buitenschoolse opvang €7,85 en voor kinderdagopvang €9,12.
De werkelijke uurtarieven zijn echter hoger dan deze maximale tarieven. In 2023 was het gemiddelde uurtarief voor buitenschoolse opvang €8,42 en voor kinderdagopvang €9,47. Dit betekent dat ouders extra moesten betalen boven de subsidiegrens, omdat de tarieven die opvangorganisaties vragen hoger liggen dan de subsidiekaap.
Deze discrepancie tussen de maximale en werkelijke tarieven is niet nieuw. In de afgelopen jaren is zowel het maximale als het gemiddelde uurtarief gestegen. In 2017 was het maximale uurtarief voor buitenschoolse opvang €6,69 en voor kinderdagopvang €7,18. In 2023 was het respectievelijk €7,85 en €9,12. Het gemiddelde uurtarief is in diezelfde periode gestegen van €7,84 tot €8,42 voor buitenschoolse opvang en van €8,71 tot €9,47 voor kinderdagopvang.
Ouders kunnen een proefberekening maken op de website van de Belastingdienst om te zien hoeveel ze per maand zouden betalen en of ze recht hebben op kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst berekent het subsidiebedrag op basis van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang die wordt gebruikt.
Daarnaast kunnen ouders ook rekening houden met eventuele financiële steun van de gemeente. In sommige gevallen betaalt de gemeente een deel van de kosten van de kinderopvang, bijvoorbeeld voor kinderen die risico lopen op een taalachterstand of voor gesubsidieerd peuteraanbod.
De gekozen opvangvorm heeft ook een grote invloed op de maandelijkse kosten. Ouders die voor een 52 weken pakket kiezen, betalen een hoger tarief per uur, maar hebben ruilrechten voor dagen dat het kind niet aanwezig is. Ouders die voor een 40 weken pakket kiezen, betalen een iets lager tarief, maar hebben geen recht op opvang in de schoolvakanties.
Flexibele opvang is een goede optie voor ouders die incidenteel opvang nodig hebben, maar het tarief per uur is licht hoger dan bij de andere pakketten. Vakantieopvang en voorschoolse opvang zijn gericht op specifieke tijdsperioden en hebben daardoor ook specifieke tarieven.
In 2025 zijn de uurtarieven voor kinderopvang iets verder gestegen. Voor buitenschoolse opvang is het uurtarief €9,52 per uur en voor kinderdagopvang €10,71 per uur. Ouders kunnen opnieuw rekenen op de kinderopvangtoeslag, die opnieuw wordt vastgesteld aan het begin van het jaar.
Het is belangrijk dat ouders hun budget plannen op basis van de verwachte kosten en de subsidie die zij kunnen ontvangen. Een proefberekening op de website van de Belastingdienst is een waardevolle tool om dit te doen.
De kosten van kinderopvang vormen een belangrijk onderdeel van het budget van vele Nederlandse gezinnen. In 2023 betaalden ouders gemiddeld 3.210 euro aan kinderopvang zelf, naast de subsidie via de kinderopvangtoeslag. De uurtarieven voor kinderdagopvang en buitenschoolse opvang zijn afhankelijk van de gekozen opvangvorm en liggen in 2025 respectievelijk op €10,71 en €9,52 per uur.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiering voor ouders, maar het werkelijke uurtarief is vaak hoger dan de maximale subsidiekaap. Daarom moet een deel van de kosten door ouders zelf worden betaald. De vergoeding neemt toe met het aantal kinderen in opvang, wat betekent dat ouders met meer kinderen relatief meer subsidie ontvangen.
Het begrijpen van de uurtarieven, de subsidie en de invloed van het aantal kinderen op de kosten is essentieel voor ouders die zich goed willen richten in hun budgetplanning. Door een proefberekening op de website van de Belastingdienst te maken, kunnen ouders een realistisch beeld krijgen van hun maandelijkse kosten en de subsidie die zij kunnen ontvangen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet