Kinderopvang 2025: Wijzigingen in toeslagen, uurtariezen en financiering
juli 15, 2025
De BBL-opleiding (Beroepsbegeleidende leerweg) biedt een unieke kans om in de kinderopvang te werken en te leren tegelijk. Voor jongeren die graag met kinderen werken, is dit een praktische en betaalbare manier om pedagogisch medewerker te worden. In dit artikel wordt ingegaan op de salarissen die BBL’ers in de kinderopvang verdienen, de salarisschalen waarop deze gebaseerd zijn, en de groeimogelijkheden binnen deze opleiding. Daarnaast worden de voorwaarden voor werkgevers en leerbedrijven belicht, inclusief de rol van de CAO Kinderopvang.
De BBL-opleiding tot pedagogisch medewerker is een praktijkgerichte opleiding op mbo-niveau 3 of 4. Deze opleiding is bedoeld voor jongeren die willen werken in de kinderopvang, zoals buitenschoolse opvang (BSO), kinderdagverblijven (KDV) of peuteropvang. Tijdens de opleiding combineren studenten theorie met praktijk: ze werken minimaal 16 uur per week in een kinderopvangorganisatie en volgen theoretische lessen één of twee dagen per week.
Een van de voordelen van de BBL-opleiding is dat studenten direct een salaris ontvangen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een BOL-opleiding (Beroepsgerichte opleiding) waarin de stageperiodes vaak niet betaald zijn. Dit maakt de BBL-opleiding extra aantrekkelijk voor wie tijdens het leren ook een inkomen nodig heeft.
De salarissen van BBL’ers zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang. In de CAO is een salarisschaal opgenomen die het bruto maandloon van een BBL’er bepaalt. Op basis van de CAO Kinderopvang 2025, zit een BBL’er in salarisschaal 5, nummer 8. Dit betekent dat een BBL’er in 2025 gemiddeld tussen €2.517 en €3.374 bruto per maand verdient, afhankelijk van het aantal uren en de trede waarin hij of zij zich bevindt. Deze cijfers zijn voor een voltijds contract van 36 uur per week. Voor BBL’ers geldt echter meestal een deeltijds contract, omdat deels tijd moet worden gereserveerd voor de opleiding.
Naast het basisloon ontvangt een BBL’er ook vakantiegeld en een eindejaarsuitkering, die volgens de CAO Kinderopvang 2025 respectievelijk 8% en 5,5% van het bruto salaris bedragen. Vanaf 1 januari 2026 stijgt de eindejaarsuitkering naar 8%.
In de CAO Kinderopvang zijn verschillende salarisschalen vastgelegd, afhankelijk van de functie en ervaring van de medewerker. Voor BBL’ers is salarisschaal 5 van toepassing, terwijl pedagogisch medewerkers in salarisschaal 6 zitten. Een gespecialiseerd pedagogisch medewerker die ook in het onderwijs werkt, zit in salarisschaal 7.
De salarissen in deze schalen stijgen met het aantal trede’s. Ieder jaar kan het salaris worden verhoogd met één trede, tot het maximum van de schaal is bereikt. Voor salarisschaal 6, waarin pedagogisch medewerkers zitten, zijn de salarissen per 1 juli 2025 als volgt:
Trede | Bruto maandloon |
---|---|
10 | € 2.641 |
11 | € 2.708 |
12 | € 2.777 |
13 | € 2.846 |
14 | € 2.915 |
15 | € 2.990 |
16 | € 3.065 |
17 | € 3.138 |
18 | € 3.213 |
19 | € 3.291 |
20 | € 3.374 |
21 | € 3.455 |
22 | € 3.536 |
23 | € 3.630 |
Per 1 september 2026 zullen de salarissen met 1,5% stijgen.
Een BBL’er is een gewone medewerker, maar kan ook formatief ingezet worden. Dit betekent dat de student medewerker geleidelijk meer verantwoordelijkheden krijgt in de praktijk. De mate van inzetbaarheid hangt af van de opleidingsfase waarin de BBL’er zich bevindt. In het begin is de inzetbaarheid lager (bijvoorbeeld 0 tot 50%), maar deze stijgt geleidelijk tot 100% naarmate de BBL’er meer vaardigheden en ervaring opdoet.
De opbouw van de formatieve inzetbaarheid is vastgelegd in bijlage 9 van de CAO Kinderopvang. Hierin staat hoe de inzetbaarheid per fase kan worden bepaald. Het is belangrijk dat zowel de werkgever als de opleiding betrokken zijn bij de begeleiding van de BBL’er. Werkgevers kunnen ook een begeleidingsplan opstellen dat aangeeft hoe de inzetbaarheid van de BBL’er zich ontwikkelt. Dit begeleidingsplan is sinds 1 juli 2024 verplicht, maar moet niet ingevuld worden volgens vaste richtlijnen.
Om een BBL’er aan te nemen, moet een organisatie een erkend leerbedrijf zijn. Dit betekent dat de organisatie aan bepaalde voorwaarden moet voldoen, zoals het bieden van een veilige en goede werkplek en het aanstellen van een praktijkopleider die de student goed kan begeleiden. Daarnaast moet het leerbedrijf samenwerken met de opleiding en de Stichting Leerbedrijf (SBB).
Werkgevers kunnen ook de uren die de BBL’er besteedt aan zijn of haar opleiding vergoeden. Dit kan gedaan worden door een leer-arbeidsovereenkomst af te sluiten waarin het aantal uren per week hoger ligt dan het normale aantal. Bovendien kunnen werkgevers subsidies aanvragen voor het opleiden van een BBL’er.
Tot 1 juli 2026 is het mogelijk om 50% van de formatie van een kinderopvangorganisatie te bestaan uit beroepskrachten in opleiding, zoals BBL’ers. Dit is een verruiming die de toegang tot kinderopvang eenvoudiger maakt, aangezien er op deze manier meer medewerkers beschikbaar zijn.
Na afronding van de BBL-opleiding tot pedagogisch medewerker is er ruimte voor verdere groei binnen de kinderopvangsector. Pedagogisch medewerkers kunnen doorgroeien naar een gespecialiseerd pedagogisch medewerker, waarbij het salaris in salarisschaal 7 ligt. In deze schaal verdient een medewerker gemiddeld rond de €3.400 bruto per maand. Verder is er ook de mogelijkheid om te groeien naar een leidinggevende functie, zoals verpleegkundige of pedagogisch coördinator.
Een belangrijk aspect van de BBL-opleiding is de samenwerking tussen de opleiding en de werkplek. De opleiding zorgt voor de theoretische kennis, terwijl de werkplek de praktische vaardigheden ontwikkelt. Het is belangrijk dat beide partijen goed communiceren en samenwerken om de BBL’er tot een startbekwaam professional te brengen. Werkgevers worden aangemoedigd om contact te zoeken met de opleiding, ook als die beperkt is, om zo een optimaal leertraject te garanderen.
De BBL-opleiding tot pedagogisch medewerker biedt een praktische en betaalbare manier om in de kinderopvangsector te starten. Tijdens de opleiding ontvangt de student een salaris, wat een groot voordeel is in vergelijking met andere opleidingen zoals BOL. De salarissen zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang, waarbij BBL’ers in salarisschaal 5 zitten. De groeimogelijkheden binnen deze opleiding zijn goed, aangezien de student na afronding van de opleiding doorgroeit naar salarisschaal 6 en verder kan groeien naar hogere functies.
Voor werkgevers is het belangrijk om zich bewust te zijn van hun rol als leerbedrijf. Het aanbieden van een goede werkplek, het aanstellen van een praktijkopleider en het opstellen van een begeleidingsplan zijn essentieel om de BBL’er goed te begeleiden. De samenwerking tussen opleiding en werkplek speelt een centrale rol in het ontwikkelen van een startbekwaam pedagogisch professional.
De BBL-opleiding is dus niet alleen een kans op een toffe baan, maar ook op een stevige carrière in de kinderopvangsector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet