Hand-voet-en-mondziekte in de kinderopvang: Hygiëne, besmettelijkheid en preventie
juli 15, 2025
In de kinderopvang speelt taal een essentiële rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. Voor het vormgeven van een taalrijke omgeving is het van belang dat pedagogisch medewerkers zelf over een voldoende taalniveau beschikken. Vanaf 1 januari 2025 is het taalniveau 3F voor mondelinge taalvaardigheid verplicht voor alle pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Dit is vastgelegd in de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK). In dit artikel bespreken we de inhoud van de taaleis 3F, wat deze betekent voor medewerkers en instellingen, en hoe men aan deze eis kan voldoen.
Taalniveau 3F verwijst naar een referentieniveau dat gelijkstaat aan het taalniveau van eindexamens op HAVO- of MBO 4- niveau. Het betreft mondelinge taalvaardigheden zoals gesprekken voeren, luisteren en spreken. Deze eisen zijn vastgelegd in het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang is het beheersen van taalniveau 3F essentieel om professioneel en effectief te kunnen communiceren in het dagelijks werk.
De taaleis 3F geldt voor alle pedagogisch medewerkers, inclusief die met tijdelijke contracten of als invalkracht. Voor medewerkers die werken in de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) geldt bovendien een eis op het leesniveau. Deze regels zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat kinderen in de kinderopvang een taalrijke omgeving ervaren, die bijdraagt aan hun taalontwikkeling en voorbereiding op het basisonderwijs.
Een goed taalniveau van pedagogisch medewerkers is van groot belang voor de kwaliteit van de zorg en onderwijs in de kinderopvang. Kinderen die op jonge leeftijd voldoende worden aangesproken in de taal ontwikkelen beter communicatieve vaardigheden en leesvaardigheid. Een taalrijke omgeving stimuleert niet alleen het taalgebruik, maar ook het denken, leren en sociaal contact van kinderen.
Daarnaast draagt het voldoen aan de taaleis 3F bij aan de professionalisering van de kinderopvangsector. Het betekent dat medewerkers in staat zijn om helder en professioneel te communiceren met kinderen, ouders en collega’s. Dit draagt bij aan het vertrouwen van ouders in de kwaliteit van de zorg en onderwijs die hun kind krijgt.
Aan de taaleis 3F wordt voldaan door een officieel certificaat of diploma te behalen dat aantoont dat het taalniveau 3F is behaald. Dit kan bijvoorbeeld zijn een certificaat van een erkende opleidingsaanbieder zoals Variva of IVIO-Opleidingen. Ook een diploma dat het niveau B2 van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) bevat, voldoet aan de eis.
Voor medewerkers die niet op dit niveau werken, zijn er opleidingsmogelijkheden beschikbaar. Opleidingen zoals bij IVIO-Opleidingen of Spiekr starten met een begintoets om het huidige taalniveau van de medewerker in kaart te brengen. Aan de hand van het resultaat van deze toets wordt een passend traject samengesteld. De trainingen kunnen zowel op locatie als vanuit huis gevolgd worden en zijn afgestemd op het niveau van de cursist.
De trainingstrajecten voor taalniveau 3F zijn doelgericht en flexibel. Voor medewerkers die al op niveau 3F werken, is alleen de eindtoets nodig. Voor anderen wordt een traject samengesteld dat gericht is op de vaardigheden die verbeterd moeten worden. De trainingen omvatten thema’s zoals gesprekken voeren, luisteren en het gebruik van taal in een professionele context.
Na het afronden van de training volgt een eindtoets, die afgenomen wordt door een extern, gecertificeerd examenbureau zoals Mister Dutch. Deze toets bestaat uit onderdelen zoals spreken, luisteren en het voeren van gesprekken. De toetsen zijn beschikbaar in meerdere varianten en kunnen bij nood nodig herhaald worden.
Er is ook een vrijstellingsmogelijkheid voor medewerkers die al over een relevante diploma of certificaat beschikken. Deze vrijstelling is te controleren via de website van Kinderopvang Werkt. Als het huidige certificaat voldoet aan de eisen van taalniveau 3F, is geen extra toets of training nodig.
Voor organisaties die hun medewerkers op niveau 3F willen brengen, is er ruimte voor bijscholing. De regels zijn versoepeld om organisaties de tijd te geven om hun medewerkers op niveau te brengen. Dit betekent dat er vanaf 2025 voldoende tijd is om trainingen te organiseren en toetsen af te nemen.
Daarnaast is het mogelijk voor opleidingen voor pedagogisch medewerkers om het taalniveau 3F in hun opleiding op te nemen. Dit zorgt ervoor dat nieuwe medewerkers vanaf het begin al voldoen aan de eis.
In sommige gevallen is er mogelijkheid voor subsidies bij het bijscholen van medewerkers. Zo is in gemeenten zoals Best een subsidie beschikbaar voor kinderopvanginstellingen die pedagogisch medewerkers willen opschalen naar taalniveau 3F. Deze subsidie kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de kosten van trainingen, toetsen of het vervangen van medewerkers tijdens de scholing.
Er is geen vrijstellingsmogelijkheid voor de taaleis 3F. Dit betekent dat alle pedagogisch medewerkers, ongeacht hun functie of contract, uiterlijk op 1 januari 2025 aan de eis moeten voldoen. Er zijn geen uitzonderingen voor medewerkers die bijvoorbeeld dyslexie hebben of andere leerproblemen. Wel is er aandacht voor deze groepen in de opleidingen. Opleiders zoals IVIO-Opleidingen bieden bijvoorbeeld persoonlijke begeleiding en aangepaste trajecten aan.
De regels rondom de taaleis 3F zijn in 2023 al versoepeld om organisaties de tijd te geven voor bijscholing. Vanaf september 2025 zijn er nieuwe inschrijfmomenten voor toetsen beschikbaar. Opleiders zoals Spiekr en Firda werken samen om regionaal aanbod te garanderen voor de toetsen. Dit betekent dat er regelmatig toetslocaties zijn waar medewerkers zich kunnen afmelden.
Daarnaast zijn er plannen om de toetsen en trainingen verder te verbeteren. Bijvoorbeeld door het gebruik van digitale leerplatforms of oefentoetsen die cursisten kunnen gebruiken om zich voor te bereiden op de eindtoets. Opleiders zoals Variva bieden reeds e-learning modules aan om medewerkers op niveau 3F te brengen.
De taaleis 3F is een belangrijk onderdeel van de kwaliteitsborging in de kinderopvang. Het betreft een eis op taalniveau die ervoor zorgt dat pedagogisch medewerkers op een professioneel niveau kunnen communiceren. Vanaf 1 januari 2025 is deze eis verplicht voor alle medewerkers, inclusief tijdelijke medewerkers en invalkrachten. Organisaties hebben de tijd gekregen om bijscholing te organiseren en medewerkers op niveau te brengen.
Er zijn diverse opleidingen en toetsorganisaties die trainingen en toetsen aanbieden. Deze trainingen zijn doelgericht, flexibel en afgestemd op het niveau van de cursist. Medewerkers kunnen kiezen voor trainingen op locatie of vanuit huis, en er is mogelijkheid tot herkansing. Voor organisaties zijn er ook subsidieopties beschikbaar.
Het voldoen aan de taaleis 3F draagt bij aan de kwaliteit van de zorg en onderwijs in de kinderopvang. Het zorgt ervoor dat kinderen in een taalrijke omgeving opgroeien en goed voorbereid worden op het basisonderwijs. Voor ouders betekent dit vertrouwen in de kwaliteit van de zorg die hun kind ontvangt. Voor medewerkers is het een kans om zich professioneel te ontwikkelen en hun vaardigheden te verbeteren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet