Stichting BOOR en kinderopvang in IJsselmonde: een integrale aanpak van jeugdgezondheid en onderwijs
juli 15, 2025
De kwaliteit van de kinderopvang in Nederland is een belangrijk onderwerp, niet alleen voor ouders die hun kinderen dagelijks in de zorg van professionals brengen, maar ook voor professionals in de sector en beleidsmakers. In de afgelopen jaren is er een sterke focus op kwaliteitsverbetering, professionalisering en toezicht. Uit onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland overwegend voldoende tot goed is, met een positieve trend in vergelijking met andere Europese landen zoals Denemarken en Finland. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige stand van de kwaliteit van de kinderopvang, de rol van toezicht en handhaving, en de maatregelen die genomen zijn om het kwaliteitsniveau te verbeteren.
Uit de nulmeting van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK), uitgevoerd in 2017 en doorgevoerd door een consortium van de Universiteit Utrecht en Sardes, blijkt dat de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland in alle typen opvang voldoende tot goed is. Deze evaluatie betreft vier typen kinderopvang: dagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De emotionele kwaliteit, gedefinieerd als warme relaties, emotionele veiligheid en bevordering van autonomie, scoort in alle opvangvormen voldoende tot goed. De educatieve kwaliteit, die verwijst naar de stimulering van competentieontwikkeling, is licht lager en scoort in de meeste gevallen matig tot net voldoende. In de gastouderopvang zijn de variaties groter, met uitschieters naar beneden.
Hoewel er enige ruimte is voor verbetering, vooral op het gebied van educatieve kwaliteit, is er sprake van een lichte vooruitgang. Ook in internationale vergelijking scoort Nederland goed. In 2020 werd gemeld dat de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang verder is gestegen, met name dankzij initiatieven van kinderopvangorganisaties gericht op professionalisering en kwaliteitsverbetering. Nederland kan zich nu meten met landen als Denemarken en Finland, wat duidt op een sterke positie op het gebied van kinderopvang.
Om de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen zijn er duidelijke regels en toezichtsmechanismen opgesteld. De Wet kinderopvang stelt aan instellingen eisen die gericht zijn op een veilige en gezonde ontwikkeling van kinderen. Deze wet bevat zowel globale als concrete eisen. De globale eisen houden onder andere in dat kinderopvang bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen, terwijl de concrete eisen zich richten op praktische aspecten zoals risico-inventariseringen, verplichte verklaringen over gedrag en andere maatregelen die het veilig en gezond maken van de opvang faciliteert.
De GGD en andere toezichthouders zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van inspecties. Als een kinderopvanginstelling zich niet aan de gestelde eisen houdt, kan het college van burgemeester en wethouders stappen ondernemen om de overtredingen te corrigeren of te bestraffen. De specifieke stappen die genomen kunnen worden zijn beschreven in bestuurlijke stukken die beschikbaar zijn via Overheid.nl.
Naast externe toezichtsmaatregelen is er ook ruimte voor betrokkenheid van ouders. Elke kinderopvanginstelling is wettelijk verplicht een oudercommissie in te stellen. Ouders kunnen zich hierbij betrekken om mee te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van de opvang. Door betrokkenheid van ouders wordt de kwaliteit van de kinderopvang versterkt, omdat ouders vaak waardevolle inzichten hebben over de dagelijkse praktijk en de wensen van hun kinderen.
In de kinderopvangsector zijn kwaliteitsafspraken gemaakt door aanbieders en afnemers van kinderopvang. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Convenant Kwaliteit Kinderopvang. In 2004 werd het convenant ondertekend door drie belangrijke brancheorganisaties: de Maatschappelijk Ondernemers Groep (MO-groep), de Branchevereniging Ondernemers in de kinderopvang en de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK). Dit convenant bevat de basiseisen voor kwaliteit in de kinderopvang en stelt een basis voor de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, die in 2008 zijn herzien en in werking zijn getreden.
De herziene versie van het convenant, genoemd “Verantwoorde kinderopvang: verdere stappen naar de toekomst,” bevat aangescherpte eisen, met name voor de gastouderopvang. Daarnaast is de verplichte invoering van een meldcode voor kindermishandeling verwerkt in de beleidsregels. Deze maatregelen zijn bedoeld om de veiligheid van kinderen te versterken en mogelijke tekortkomingen in de kwaliteit van de opvang aan te kaarten.
Bij de inspecties van de kwaliteit van kinderopvang worden verschillende domeinen in kaart gebracht. In de handhavingsstrategie zijn deze domeinen onderverdeeld in acht categorieën, waaronder:
Elk domein bevat specifieke criteria die worden gebruikt om te beoordelen of een kinderopvanginstelling voldoet aan de gestelde eisen. Bijvoorbeeld in het domein “Veiligheid en gezondheid” wordt gekeken naar de aanwezigheid van risico-inventariseringen, hygiënevoorschriften en noodplannen. In het domein “Pedagogisch beleid” wordt geëvalueerd of er een duidelijk pedagogisch plan is en of dit plan in de praktijk wordt uitgevoerd.
De inspectiecriteria zijn bedoeld om een eerlijke en transparante beoordeling van de kwaliteit te mogelijk te maken. Hierdoor kunnen ouders en professionals zich een goed beeld vormen van het kwaliteitsniveau van een kinderopvanginstelling.
De Beleidsregels kwaliteit kinderopvang zijn een belangrijk onderdeel van de kwaliteitsborging in de kinderopvangsector. Deze regels zijn opgesteld door de brancheorganisaties en zijn overgenomen door de overheid. De regels zijn bedoeld om kwaliteitsaspecten te structureren en te verduidelijken, zodat zowel aanbieders als afnemers duidelijke richtlijnen hebben voor het functioneren van de kinderopvang. De regels zijn in 2008 herzien en sindsdien in werking. De belangrijkste wijzigingen betreffen aangescherpte eisen voor gastouderopvang en de verplichte invoering van een meldcode voor kindermishandeling.
De Beleidsregels zijn een uitgangspunt voor het uitvoeren van inspecties en voor het bepalen van eventuele overtredingen. Hierdoor is er een uniforme basis voor toezicht en handhaving in de kinderopvangsector.
Een van de kernaspecten van kwaliteitsvolle kinderopvang is de betrokkenheid van ouders. Ouders vormen een belangrijke doorgang in de kinderopvangsector en hun input kan leiden tot verbeteringen in de kwaliteit van de opvang. Daarom is het wettelijk verplicht voor elk kinderopvangcentrum en gastouderbureau om een oudercommissie in te stellen. Deze oudercommissie bestaat uit ouders van kinderen die in de opvang zitten en kan bijdragen aan de verbetering van het functioneren van de instelling. Ouders kunnen bijvoorbeeld feedback geven over de interactie met het personeel, de inrichting van de ruimte of het pedagogisch beleid.
De rol van ouders is ook belangrijk in het klachtenbehandelingsproces. Als ouders ontevreden zijn over de kwaliteit van de opvang, kunnen zij klachten indienen. Deze klachten worden vervolgens behandeld door de instelling of via externe klachtencommissies. De klachtenprocedure is onderdeel van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en is bedoeld om conflicten op te lossen en de kwaliteit van de opvang te verbeteren.
De kwaliteit van de kinderopvang in Nederland is op orde en scoort overwegend voldoende tot goed. De afgelopen jaren is er een duidelijke focus geweest op professionalisering en kwaliteitsverbetering, met als gevolg dat Nederland nu goed scoort in internationale vergelijkingen. De Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang vormen een stevige basis voor het waarborgen van de kwaliteit van de kinderopvang. Via inspecties, betrokkenheid van ouders en het gebruik van kwaliteitsafspraken wordt de kwaliteit van de opvang continu geëvalueerd en verbeterd.
Ouders, professionals en beleidsmakers spelen allemaal een rol in het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de kinderopvang. Door samen te werken en zich bewust te zijn van de eisen en standaarden kan de kinderopvang in Nederland blijven presteren op een hoog niveau, zowel voor de kinderen als voor de ouders die hun zorg aan de opvang toevertrouwen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet