Dagritmekaarten in de kinderopvang: Gratis tools voor een structuurrijke en gezonde dag
juli 15, 2025
In de kinderopvang speelt het vaste gezichtenprincipe een essentiële rol bij de emotionele veiligheid en de sociale en psychologische ontwikkeling van jonge kinderen. Het idee achter dit principe is dat kinderen zich het beste ontwikkelen binnen een omgeving waarin ze vertrouwde gezichten herkennen en banden met die gezichten kunnen opbouwen. Dit artikel geeft een overzicht van het vaste gezichtenprincipe, hoe het wordt toegepast in de dagopvang en buitenschoolse opvang, en welke richtlijnen en regelgeving er hierbij gelden.
Het vaste gezichtenprincipe houdt in dat kinderen in de kinderopvang regelmatig contact krijgen met een kleine groep vertrouwde pedagogisch medewerkers. Deze medewerkers vormen de "vaste gezichten" van het kind. Het doel van dit principe is om emotionele veiligheid te bieden, zodat kinderen zich gerust en betrouwbaar voelen in de opvangomgeving. Dit is van groot belang voor hun ontwikkeling, omdat kinderen die vertrouwde relaties kunnen opbouwen makkelijker leren vertrouwen, zich kunnen ontwikkelen en beter om kunnen gaan met stress en uitdagingen.
In de praktijk betekent dit dat een kind in de dagopvang altijd minstens één vast gezicht toegewezen krijgt. Tijdens de opvangtijd moet ten minste één van deze vaste gezichten aanwezig zijn. Soms kan het voorkomen dat deze persoon niet beschikbaar is vanwege verlof of ziekte, maar in dat geval moet er een duidelijk plan zijn om de emotionele veiligheid van het kind te waarborgen. Bij buitenschoolse opvang is het vaste gezichtenprincipe niet verplicht, maar veel kinderopvangorganisaties kiezen er toch voor om dit principe toe te passen vanwege de positieve effecten op de kinderen.
Het aantal vaste gezichten dat een kind mag hebben, hangt af van de leeftijd van het kind en het aantal verplichte pedagogisch medewerkers op de groep. Voor baby’s (0-jarigen) gelden strengere regels dan voor oudere kinderen. Dit komt doordat baby’s meer aandacht en begeleiding nodig hebben om zich veilig te voelen en zich goed te ontwikkelen.
Voor een kinderopvanggroep met één of twee verplichte pedagogisch medewerkers is het maximaal aantal vaste gezichten voor een baby beperkt tot twee. Bij drie of meer verplichte medewerkers mag een baby maximaal drie vaste gezichten hebben. Voor kinderen van één jaar en ouder geldt een maximaal aantal van drie vaste gezichten bij één of twee verplichte medewerkers, en vier vaste gezichten bij drie of meer verplichte medewerkers.
Het vaste gezichtenprincipe geldt dus per kind, en het aantal vaste gezichten mag niet te vaak wisselen. Dit helpt kinderen om een stabiele band op te bouwen met een beperkt aantal vertrouwde pedagogisch medewerkers.
In de dagopvang is het vaste gezichtenprincipe verplicht. Dit betekent dat kinderopvangorganisaties verplicht zijn om minstens één vast gezicht aanwezig te houden bij elk kind. Deze medewerker moet op de hoogte zijn van de individuele behoeften, ontwikkeling en eventuele stressmomenten van het kind. De vaste gezichten mogen niet te vaak wisselen, zodat kinderen zich continu op hun gemak kunnen voelen.
In de buitenschoolse opvang is het vaste gezichtenprincipe niet verplicht, maar veel kinderopvangorganisaties kiezen er toch voor om dit principe toe te passen. De reden hiervoor is dat kinderen die regelmatig dezelfde verzorgers zien, beter in staat zijn om een band op te bouwen en zich veilig te voelen. Dit heeft positieve effecten op hun sociale en emotionele ontwikkeling.
Het aantal pedagogisch medewerkers dat in een kinderopvang nodig is, wordt bepaald door de beroepskracht-kindratio (BKR). Deze ratio geeft aan hoeveel kinderen een pedagogisch medewerker mag verzorgen, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. De BKR is van belang bij het berekenen van het aantal vaste gezichten dat per kind mogelijk is.
Een pedagogisch medewerker mag bijvoorbeeld het vaste gezicht zijn voor maximaal drie baby’s (tot 1 jaar), vijf kinderen van 1 tot 2 jaar, acht kinderen van 2 tot 4 jaar, tien kinderen van 4 tot 7 jaar en twaalf kinderen van 7 en ouder. Met behulp van een rekentool kan een kinderopvangorganisatie bepalen hoeveel pedagogisch medewerkers nodig zijn om de BKR te halen.
Het vaste gezichtenprincipe en de BKR gaan hand in hand, omdat beide regels gericht zijn op de emotionele veiligheid en veilige verzorging van kinderen. Door middel van de BKR wordt het aantal verplichte medewerkers bepaald, en op basis daarvan wordt het aantal vaste gezichten per kind bepaald.
Er zijn situaties waarin het vaste gezichtenprincipe tijdelijk kan worden aangepast. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ziekte of verlof van een vaste medewerker. In dat geval mag een andere pedagogisch medewerker tijdelijk het vaste gezicht van een kind worden. Dit mag echter alleen als het kind maximaal drie vaste gezichten heeft. Als een kind al vier vaste gezichten heeft, mag het principe niet worden aangepast.
Bij deze aanpassing is het belangrijk dat de emotionele veiligheid en stabiliteit van het kind worden beschermd. Dit betekent dat het pedagogisch beleidsplan van de kinderopvangorganisatie moet aangeven hoe dit geregeld wordt. Ook moet de oudercommissie advies geven voordat een aanpassing wordt doorgevoerd.
Niet alleen vaste gezichten zijn belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen, ook vaste dagencombinaties spelen een rol. Kinderen profiteren ervan als ze binnen een bepaalde periode in dezelfde groep blijven en dezelfde medewerkers zien. Dit creëert stabiliteit en vertrouwdheid, wat essentieel is voor hun ontwikkeling. In het boek "Fijn je weer te zien" van Su’en Kwok en Liesbeth Schreuder wordt benadrukt dat stabiele groepen een voorwaarde zijn voor de kwaliteit van kinderdagverblijven.
Door vaste dagencombinaties te hanteren, kunnen kinderen langere relaties opbouwen met zowel medewerkers als andere kinderen. Dit heeft positieve effecten op hun sociaal- emotionele ontwikkeling. Binnen de kinderopvang wordt er vaak gekeken naar oplossingen om deze stabiliteit te waarborgen, ook al is het gebruik van parttime opvang vaak een uitdaging.
De implementatie van vaste gezichten en vaste groepen vraagt niet alleen om inzet van de kinderopvangorganisatie, maar ook van ouders en werkgevers. Ouders kunnen bijvoorbeeld kiezen voor opvangtijden die passen bij de groepsindeling van de kinderopvang, zodat kinderen langer in dezelfde groep kunnen blijven. Werkgevers kunnen ook een rol spelen door flexibele werktijden aan te bieden die beter aansluiten bij de opvangtijden van kinderopvangen.
Door samen te werken, kunnen ouders, medewerkers en werkgevers bijdragen aan een stabiele en veilige omgeving voor jonge kinderen. Dit is van groot belang voor hun ontwikkeling en welzijn.
Het vaste gezichtenprincipe is een essentieel onderdeel van de kinderopvang en draagt bij aan de emotionele veiligheid en ontwikkeling van jonge kinderen. Door middel van vaste gezichten en vaste groepen kunnen kinderen vertrouwde relaties opbouwen, wat positieve effecten heeft op hun sociaal-emotionele groei. Het principe wordt in de dagopvang verplicht toegepast, terwijl het in de buitenschoolse opvang vaak vrijwillig is. Het aantal vaste gezichten per kind hangt af van de leeftijd van het kind en het aantal verplichte pedagogisch medewerkers. Ook de beroepskracht-kindratio speelt een rol bij het bepalen van het aantal medewerkers en vaste gezichten. Bij afwijkende situaties, zoals ziekte of verlof, kan het vaste gezichtenprincipe tijdelijk worden aangepast, mits de emotionele veiligheid van het kind wordt gewaarborgd. Binnen de kinderopvang wordt er ook gekeken naar vaste dagencombinaties als oplossing voor stabiliteit. De samenwerking tussen ouders, medewerkers en werkgevers is van groot belang om een veilige en stabiele omgeving te bieden voor jonge kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet