VVE-cursus voor kinderopvang: ontwikkelingsgericht werken met jonge kinderen
juli 15, 2025
De regering heeft onlangs aangekondigd dat kinderopvang in Nederland vanaf 2027 bijna volledig gratis zal worden voor werkende ouders. Dit is een belangrijke maatregel die gericht is op het verlichten van de financiële druk op gezinnen en het stimuleren van arbeidsparticipatie. Momenteel is kinderopvangtoeslag afhankelijk van inkomensschalen, waarbij ouders met een lager inkomen hogere vergoedingen ontvangen. In 2027 zou dit systeem volledig worden afgelost door een model waarbij de overheid 96% van de kosten vergoedt. Ouders zouden slechts 4% zelf hoeven te betalen.
Hoewel dit plan veelbelovend klinkt, zijn er zorgen over de uitvoerbaarheid van deze maatregel. De sector kampt al met personeelstekorten en ziekteverzuim. Daarom is de invoering van de bijna gratis kinderopvang uitgesteld vanaf 2025 naar 2027. In de tussentijd worden de kinderopvangtoeslagen geleidelijk verhoogd om de kostenstijgingen te compenseren en de toestroom van ouders die gebruik maken van de opvang te reguleren.
Momenteel is de kinderopvangtoeslag afhankelijk van het inkomen van ouders. Ouders worden toegewezen aan een van de 70 inkomensschalen, en op basis daarvan ontvangen ze een vergoeding van 33% tot 96% van de kosten van de kinderopvang. Voor ouders met een hoger inkomen is de vergoeding lager, terwijl ouders met een lager inkomen hogere vergoedingen ontvangen.
In 2023 is de kinderopvangtoeslag verhoogd, als tussenstap richting de bijna gratis kinderopvang. Vanaf 1 januari 2025 is de toeslag onafhankelijk van het inkomen. Werkende ouders krijgen dan 95% van de kosten vergoed, ongeacht hun inkomensniveau. Dit is een belangrijke stap in de richting van een systeem waarin kinderopvang voor iedereen toegankelijker wordt.
Vanaf 2027 zou de kinderopvangtoeslag volledig worden afgelost door een model waarin de overheid 96% van de kosten vergoedt. Ouders zouden slechts 4% zelf hoeven te betalen. Dit model is bedoeld om de financiële druk op gezinnen te verlichten en de arbeidsparticipatie onder ouders te verhogen.
De overheid stelt een maximum uurbedrag vast, dat in 2024 bijvoorbeeld €9,65 is. Als de kinderopvanginstelling een hoger tarief rekent, betalen ouders het verschil zelf. Dit betekent dat ouders bij een hogere vraag naar kinderopvang mogelijk meer moeten betalen, afhankelijk van de tarieven die instellingen hanteren.
Hoewel de invoering van bijna gratis kinderopvang een positieve verandering lijkt, zijn er zorgen over de impact op de kwaliteit van de zorg en de capaciteit van de kinderopvangcentra. Brancheorganisaties vrezen dat de kwaliteit kan afnemen door de verhoogde vraag, wat kan leiden tot langere wachtlijsten en overbelasting van de kinderopvangfaciliteiten.
De regering verwacht dat de vraag naar kinderopvang met ongeveer 21% zal stijgen als deze bijna gratis is. De sector kampt al met personeelstekorten en ziekteverzuim en kan dit volgens woordvoerders van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog niet aan. Daarom is besloten om de invoering van de bijna gratis kinderopvang met twee jaar uit te stellen, van 2025 naar 2027.
De invoering van bijna gratis kinderopvang heeft verschillende mogelijke impacten op kinderen en gezinnen. Enerzijds kan het het leven van gezinnen vereenvoudigen en de financiële druk verlichten, wat kan leiden tot een betere balans tussen werk en gezin. Anderzijds zijn er zorgen over de kwaliteit van de zorg, omdat de verhoogde vraag kan leiden tot overbelasting van instellingen en een afname van de kwaliteit van de kinderopvang.
Er zijn ook zorgen dat ouders met een lager inkomen mogelijk duurder uitkomen, afhankelijk van de tarieven die kinderopvanginstellingen hanteren. Hoewel de overheid 96% van de kosten vergoedt, kunnen ouders extra kosten maken als de instellingen hogere tarieven hanteren dan het vooraf vastgestelde maximum uurbedrag.
In de tussentijd zijn er tussentijdse maatregelen genomen om de kostenstijgingen te compenseren en de toestroom van ouders die gebruik maken van de opvang te reguleren. De kinderopvangtoeslag is tweemaal verhoogd en wordt geleidelijk aangepast om de kostenstijgingen te compenseren.
In 2025 is de kinderopvangtoeslag verhoogd naar 95%, ongeacht het inkomen van ouders. Dit is een tussenstap richting de bijna gratis kinderopvang. Deze verhoging betekent dat ouders met een hoger inkomen minder moeten betalen, terwijl ouders met een lager inkomen mogelijk iets duurder uitkomen.
Kinderopvangtoeslag moet actief worden aangevraagd bij de belastingdienst. Ouders moeten dit liefst binnen drie maanden nadat de kinderopvang van start is gegaan, anders lopen ze het risico dat ze geld missen. Voor ieder volgend kind is het niet nodig om het hele traject van eerste aanvraag te herhalen; een wijziging aan de belastingdienst voldoet.
De regering wil dat ouders bewust kiezen voor kinderopvang, omdat het ook een positieve invloed kan hebben op de ontwikkeling van kinderen. Kinderopvang biedt kinderen een plek waar ze groeien, genieten en leren. Het is een plek waar ze gezien worden en waar ze contact maken met andere kinderen en verpleegkundigen.
De invoering van bijna gratis kinderopvang vanaf 2027 is een belangrijke maatregel die gericht is op het verlichten van de financiële druk op gezinnen en het stimuleren van arbeidsparticipatie. De regering heeft besloten om de invoering van deze maatregel uit te stellen naar 2027 vanwege zorgen over de impact op de kwaliteit van de zorg en de capaciteit van de kinderopvangcentra.
In de tussentijd zijn er tussentijdse maatregelen genomen om de kostenstijgingen te compenseren en de toestroom van ouders die gebruik maken van de opvang te reguleren. De kinderopvangtoeslag is tweemaal verhoogd en wordt geleidelijk aangepast.
De invoering van bijna gratis kinderopvang heeft mogelijke impacten op kinderen en gezinnen. Enerzijds kan het het leven van gezinnen vereenvoudigen en de financiële druk verlichten, wat kan leiden tot een betere balans tussen werk en gezin. Anderzijds zijn er zorgen over de kwaliteit van de zorg, omdat de verhoogde vraag kan leiden tot overbelasting van instellingen en een afname van de kwaliteit van de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet