Kinderopvang in Apeldoorn: Vacatures en Werken in de Peuters- en Buitenschoolse Opvang
juli 15, 2025
De gemeente Baarn streeft naar een hoog kwalitatief aanbod van kinderopvang en voorschoolse educatie voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Sinds 2018 is de gemeente verantwoordelijk voor het garantieaanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie aan ouders. Dit beleid is uitgewerkt in de "Subsidieregeling Gemeente Baarn Peuteropvang en Voorschoolse Educatie 2020", die geldig was van 1 januari 2020 tot 31 december 2020. Deze regeling is een uitwerking van nationale wetgeving en lokale beleidskeuzes, zoals de wet Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk en de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK). In dit artikel worden de centrale elementen van deze regeling en de kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie in Baarn besproken.
In Baarn wordt peuteropvang gedefinieerd als een aanbod in een kinderopvangorganisatie, gericht op kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Dit aanbod moet gericht zijn op het stimuleren van de ontwikkeling van de peuters via een peuterprogramma. Een peuter is een kind dat tussen 2,5 en 4 jaar oud is en ingeschreven staat in de basisregistratie personen van de gemeente Baarn.
Voorschoolse educatie (VE) is onderdeel van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), een aanbod dat zich richt op kinderen van 2,5 tot 4 jaar en doorgaat in de eerste jaren van het basisonderwijs. Het programma van voorschoolse educatie is erkend en richt zich op de taalontwikkeling, rekenen, motoriek en sociale vaardigheden. Deze educatie is een essentieel onderdeel van de voorbereiding op het basisonderwijs.
De gemeente Baarn stelt sinds 2018 jaarlijks de subsidieregeling voor peuteropvang en voorschoolse educatie vast. Deze regeling is een uitwerking van de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Baarn en van het collegebesluit "Toekomst peutervoorzieningen in Baarn" van juni 2017. De subsidie is gericht op het ondersteunen van kinderopvangorganisaties die een aanbod maken voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar.
De subsidie is inkomensafhankelijk en wordt bepaald aan de hand van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst. Ouders moeten een ouderbijdrage betalen, waarvan de hoogte afhankelijk is van hun inkomenssituatie. Voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, moet de gemeente vanaf 2018 een aanbod maken voor deelname aan peuteropvang.
Vanaf 1 januari 2020 was een uitbreiding van het aanbod van voorschoolse educatie in werking. De gemeente Baarn moest verantwoordelijk zijn voor een aanbod van 960 uur voorschoolse educatie binnen een periode van 18 maanden voor VVE peuters. Hierbij mocht maximaal 6 uur per dag worden aangeboden. Deze wijziging volgde op de wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
Tot 1 augustus 2020 was een overgangsregeling van kracht. In deze periode mochten kinderopvangorganisaties subsidie ontvangen op basis van de eisen van de regeling van 2019. Dit betekende dat voorschoolse educatie 40 weken per jaar moest worden aangeboden, verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week en met een totaal van ten minste 10 uur en maximaal 14 uur per week. Vanaf 1 augustus 2020 gelden de nieuwe voorwaarden volledig.
De GGD speelt een belangrijke rol in de toegang tot voorschoolse educatie. Een VVE-indicatie van de GGD geeft ouders recht op Voor- en Vroegschoolse Educatie. Deze indicatie is een voorwaarde voor de deelname aan het programma van voorschoolse educatie. De gemeente Baarn organiseert VVE-overleg, waarbij alle betrokken partijen samenwerken aan een versterking van de VVE.
De overgangsregeling in de subsidieregeling was bedoeld om organisaties die niet direct aan de nieuwe eisen konden voldoen, de mogelijkheid te geven om subsidies te ontvangen op basis van de oude regeling. Deze regeling verviel op 1 augustus 2020. Vanaf dat moment gold het nieuwe kader volledig. Voor de periode 1 augustus 2020 tot en met 31 december 2020 moesten kinderopvangorganisaties uiterlijk voor 1 mei 2020 opnieuw subsidie aanvragen, conform de eisen van artikel 4A.
De subsidieregeling is gebaseerd op verschillende juridische kaders, waaronder de wet Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk en de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK). Deze wetten hebben geleid tot een gelijkschakeling van de financieringsstructuur en kwaliteitseisen voor werkende ouders. Ook is het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) van belang, waarin alle kinderopvangorganisaties zijn opgenomen die aan wettelijke kwaliteitseisen voldoen.
De gemeente Baarn heeft gekozen om alvast uitvoering te geven aan de nieuwe regeling, maar heeft wel een overgangsregeling ingevoerd voor organisaties die op basis van de oude systematiek subsidie wilden ontvangen tot 1 augustus 2020. Deze overgangsregeling is opgenomen in artikel 4B van de regeling.
De uitvoering van de regeling vereist samenwerking tussen kinderopvangorganisaties, ouders en de gemeente. De gemeente stelt aanbieders van peuteropvang en voorschoolse educatie subsidies toe op voorwaarde dat ze aan de kwaliteitseisen voldoen. Dit omvat zowel het aantal uren aanbod als het aantal dagen per week. De aanbieders moeten ook beschikken over erkende programma's voor voorschoolse educatie en voldoen aan wettelijke eisen.
De gemeente Baarn streeft naar een duurzaam en kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie. De regeling van 2020 was een tussentijdse maatregel, waarin de gemeente alvast start maakte met de uitbreiding van het aanbod van voorschoolse educatie. De toekomstige regelingen zullen gebaseerd zijn op de wettelijke kaders en de behoeften van ouders en kinderen.
De gemeente Baarn heeft sinds 2018 een actieve rol in de peuteropvang en voorschoolse educatie. Via de subsidieregeling wordt financiële ondersteuning verleend aan kinderopvangorganisaties die aan wettelijke en kwaliteitseisen voldoen. De regeling van 2020 was een tussentijdse uitwerking van de wettelijke verplichtingen en richtte zich op een uitbreiding van het aanbod van voorschoolse educatie. De gemeente Baarn streeft naar een kwalitatief hoogwaardig aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar en werkt samen met kinderopvangorganisaties, ouders en de GGD om dit doel te bereiken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet