Wachtlijst in de kinderopvang: inzichten, aanpak en tips voor ouders
juli 15, 2025
Kinderopvangtoeslag is een belangrijke ondersteuning voor ouders die werken, studeren of re-integreren in de arbeidsmarkt. Het bedrag dat ouders van de overheid ontvangen, hangt af van diverse factoren, waaronder het inkomen, het aantal gewerkte uren en het soort kinderopvang. In 2025 zijn er aanpassingen doorgevoerd die bepalen hoeveel ouders maximaal terugkrijgen. Deze artikelen geven een overzicht van de vergoedingsregeling, het maximumtarief per soort opvang en hoe ouders deze regeling kunnen benutten.
Kinderopvangtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid die bedoeld is om ouders te ondersteunen bij de kosten van kinderopvang. Deze toeslag is beschikbaar voor ouders die werken, studeren of deelnemen aan een traject naar werk. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen en het soort opvang dat wordt gebruikt.
De toeslag vergoedt een deel van de kosten die ouders zelf betalen aan geregistreerde kinderopvang. Het bedrag dat wordt vergoed, is beperkt tot een maximumtarief per uur, wat varieert per type kinderopvang. Voor kinderdagverblijven is het maximumtarief in 2025 €10,71 per uur, voor Buitenschoolse Opvang (BSO) is dit €9,52 per uur, en voor gastouderopvang is het €8,10 per uur. Als de opvang die een ouder gebruikt een hoger tarief heeft, betaalt deze ouder het verschil zelf.
De toeslag wordt berekend op basis van het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder. Voor kinderdagverblijven wordt 140% van de gewerkte uren vergoed, met een maximum van 230 uren per maand per kind. Voor BSO wordt 70% van de gewerkte uren vergoed. Dit betekent dat ouders die werken, afhankelijk van hun uren, tot maximaal 230 uur per maand kinderopvanguren vergoed krijgen.
De vergoeding die ouders ontvangen, hangt af van het inkomen van het gezin. Voor gezinnen met een laag inkomen, onder €29.400 per jaar, wordt maximaal 96% van de kinderopvangkosten vergoed. Voor gezinnen met een inkomen tussen €29.400 en €159.200 varieert de vergoeding tussen 95% en 34%. Voor gezinnen met een inkomen boven €159.200 is de vergoeding minimaal 33%.
In 2025 is er een specifieke regeling voor gezinnen met een middeninkomen. Deze ouders krijgen in het komende jaar meer vergoeding, omdat het kabinet extra middelen heeft vrijgemaakt voor het verhogen van de kinderopvangtoeslag. Dit betekent dat ouders die in deze categorie vallen, in 2025 minder geld uit eigen zak hoeven te betalen voor kinderopvang.
Het maximumbedrag dat per kind wordt vergoed, is 230 uur per maand, wat overeenkomt met 2.760 uren per jaar. Deze uren zijn verdeeld over het soort opvang dat wordt gebruikt. Bijvoorbeeld, als een ouder 40 uur per week werkt en de partner 32 uur, wordt gerekend met 32 uur. Voor kinderdagverblijven is dat 32 × 140% = 44,8 uur per week. Voor BSO is het 32 × 70% = 22,4 uur per week.
De kinderopvangtoeslag wordt meestal rond de 20e van elke maand uitbetaald. In 2025 zijn dat onder andere 20 januari, 20 februari, 20 maart enzovoort tot en met 20 december. Voor ouders met een buitenlandse bankrekening kan de verwerking langer duren.
Ouders kunnen de toeslag aanvragen via Mijn Toeslagen op de site van de Belastingdienst. Dit moet binnen drie maanden na de start van de opvang gebeuren. Belangrijke informatie die nodig is voor de aanvraag zijn:
Na de aanvraag ontvangt een ouder een voorlopige berekening. Als er wijzigingen zijn in het inkomen, het aantal opvanguren of de opvanglocatie, is het belangrijk om deze op tijd aan te passen om terugvorderingen te voorkomen.
Het uurtarief dat ouders voor kinderopvang betalen, kan variëren afhankelijk van diverse factoren. Eén van de belangrijkste factoren is de locatie van de kinderopvang. In de Randstad zijn de kosten van huisvesting en personeel hoger dan in andere regio’s. Daardoor zijn de uurtarieven in de Randstad vaak hoger dan elders in het land.
Een andere factor is de vraag naar kinderopvang in een bepaalde wijk. In wijken met weinig kinderen kan het uurtarief hoger zijn, omdat de vaste kosten van de kinderopvang (zoals huisvesting en personeel) niet worden gecompenseerd door veel kinderen. In tegenstelling thereto zijn wijken met veel vraag vaak in staat om lage uurtarieven aan te bieden.
De organisatiegrootte van de kinderopvang heeft ook invloed op het uurtarief. Kleine opvangorganisaties kunnen soms hogere tarieven hanteren dan grotere instellingen, die profiteren van schaalvoordelen.
In sommige gevallen moet kinderopvangtoeslag worden terugbetaald. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de Belastingdienst of Toeslagen onterecht een verlaging heeft aangebracht in de toeslag. In dergelijke gevallen kan een compensatie worden uitbetaald.
De vergoeding voor immateriële schade kan nooit meer zijn dan het bedrag dat onterecht aan kinderopvangtoeslag moest worden terugbetaald. Een voorbeeld: als een ouder €5.000 moest terugbetalen en in totaal €7.000 immateriële schade zou kunnen hebben, wordt alleen €5.000 vergoed.
Daarnaast wordt er ook een standaardvergoeding berekend voor de rente die een ouder mogelijk is misgelopen. Deze rente wordt berekend over het bedrag dat moest worden terugbetaald, en begint op 1 juli van het jaar na het toeslagjaar waarin de toeslag moest worden terugbetaald.
In de komende jaren is er verwachting dat de ontvangsten uit terugvorderingen van kinderopvangtoeslag zullen afnemen. Dit komt voornamelijk door het nieuwe financieringsstelsel voor kinderopvang dat in 2027 ingaat. Hierdoor zullen er minder terugvorderingen zijn, en daardoor ook minder terugontvangsten.
Bij de werkgeversbijdrage voor kinderopvang, die een vast percentage (0,5%) van de geraamde totale loonsom is, wordt verwacht dat deze licht zal stijgen. Het aantal gewerkte uren per week blijft in 2023 vrijwel stabiel ten opzichte van 2022, wat betekent dat de vergoeding voor kinderopvang in deze periode ook stabiel is gebleven.
Kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiering voor ouders die kinderopvang gebruiken. Het bedrag dat ouders ontvangen, is afhankelijk van het inkomen, het aantal gewerkte uren en het soort opvang. In 2025 zijn er specifieke regelingen voor gezinnen met een middeninkomen, waardoor ouders in deze categorie minder uit eigen zak hoeven te betalen. De toeslag wordt uitbetaald op basis van een maximumtarief per uur, en ouders moeten ervoor zorgen dat hun aanvraag binnen drie maanden na de start van de opvang wordt ingediend. Het is belangrijk om wijzigingen in inkomen of opvanguren op tijd aan te passen om terugvorderingen te voorkomen. In gevallen van onterechte verlagingen kan er compensatie worden uitbetaald, maar dit is afhankelijk van het bedrag dat onterecht moest worden terugbetaald. De komende jaren is er verwachting dat de terugvorderingen zullen afnemen, wat betekent dat de ontvangsten uit terugontvangsten ook zullen dalen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet