Kosten van kinderopvang per maand: Overzicht en bepalende factoren
juli 15, 2025
De toekomst van kinderopvang in Nederland is in beweging. Sinds enkele jaren is er sprake van een ambieuz plan om de kinderopvang bijna of zelfs volledig gratis te maken voor werkende ouders. De overheid en politiek hebben herhaaldelijk aangekondigd stappen in die richting te willen zetten. Toch blijft de tijdsplanning en de uitvoerbaarheid van dit plan onzeker. In dit artikel geven we een overzicht van de huidige plannen, de vooruitgang die is gemaakt en de uitdagingen die nog op de weg liggen. We baseren ons uitsluitend op de beschikbare informatie uit betrouwbare bronnen.
Het kabinet heeft aangekondigd dat het in 2026 een volgende stap zet in de richting van bijna gratis kinderopvang voor werkende ouders. Deze maatregel maakt deel uit van een bredere strategie om het werken van ouders betaalbaarder te maken. Het doel is om het vergoedingspercentage van de kinderopvangtoeslag te verhogen, zodat een groter aantal ouders profiteert van een hogere vergoeding. In 2026 is sprake van een investering van €199 miljoen in deze richting. Eerder dit jaar is al een eerste stap gezet, waarbij €455 miljoen is gereserveerd.
In 2026 krijgen ouders met een gezamenlijk inkomen tot circa €55.000 het maximale vergoedingspercentage van 96%. Dit betekent dat deze groep ouders weinig of niets meer zelf hoeft te betalen voor de kinderopvang. Ook hogere inkomens zullen in 2026 een hoger vergoedingspercentage ontvangen dan eerder. In 2027 gaat de vergoeding verder omhoog, waardoor de kinderopvang bijna gratis wordt voor middeninkomens met een gezamenlijk inkomen tot bijna twee keer modaal. In 2029, wanneer het nieuwe stelsel volledig ingaat, wordt de vergoeding inkomensonafhankelijk. Dan krijgen alle werkende ouders recht op het maximale vergoedingspercentage van 96%.
Deze stappen zijn opgenomen in het Ontwerpbesluit kinderopvangtoeslag 2026, dat is opengesteld voor internetconsultatie. Het kabinet stelt dat de kinderopvangtoeslag (KOT) in de toekomst zal worden omgezet in een vergoeding kinderopvang (VKO), die direct aan de kinderopvangorganisatie wordt uitbetaald. Dit is een belangrijke verandering, omdat ouders in de huidige situatie zelf verantwoordelijk zijn voor het afrekenen van de opvang en het aanvragen van een toeslag.
Hoewel het kabinet regelmatig stappen in deze richting aankondigt, is het plan voor bijna gratis kinderopvang herhaaldelijk uitgesteld. In april 2025 maakte minister Karien van Gennip (CDA) bekend dat de geplande stelselherziening meer tijd nodig heeft, o.a. vanwege het personeelstekort in de sector. Deze uitstelgedrag leidt tot onzekerheid bij zowel ouders als de kinderopvangsector.
De stelselherziening was oorspronkelijk bedoeld om in 2025 ingevoerd te worden. Tegenwoordig is het plan verplaatst naar 2027, met een volledige invoering pas in 2029. De overgang naar een inkomensonafhankelijke vergoeding is daarbij een belangrijk doel. In de huidige situatie is de vergoeding van de kinderopvangtoeslag afhankelijk van het inkomen van de ouders. De nieuwe regeling zou dit systeem vervangen door een vergoeding die voor iedereen hetzelfde is, ongeacht hun inkomenssituatie.
Deze plannen zijn onderdeel van een breder hoofdlijnenakkoord tussen de vier formerende partijen, waarin het gratis maken van kinderopvang centraal staat. Toch blijft het uitvoerbaarheid van het plan een grote vraag. Kinderopvangorganisaties stellen dat het personeelstekort in de sector zo groot is dat een plotselinge toename van vraag niet te beheersen is. Er is ook bezorgdheid over de financiële haalbaarheid van het plan, met name voor kinderopvangorganisaties die al nu moeite hebben met de huidige tarieven.
De plannen voor bijna gratis kinderopvang zijn niet zonder kritiek. Econoom Thomas van Huizen van de Universiteit Utrecht heeft bijvoorbeeld opgemerkt dat het voorgestelde systeem niet optimaal is. Hij stelt dat een echt goed stelsel ervoor zou moeten zorgen dat alle kinderen naar de opvang kunnen, ook met name kinderen van ouders die niet werken. Bovendien zou de opvang niet alleen bedoeld moeten zijn om de arbeidsmarkt draaiende te houden, maar ook om kinderen gelijke kansen te geven in hun ontwikkeling.
Een ander alternatief dat wordt voorgesteld is het verlengen van ouderschapsverlof. Dit zou ouders de mogelijkheid geven langer thuis te blijven met hun kind, zonder dat de opvang als enig alternatief dient. Voor ouders die werken, zou dit een extra buffer geven, zodat ze niet meteen moeten kiezen tussen het werken of de opvang.
Ook D66 pleit voor gratis kinderopvang voor kinderen tot en met 4 jaar. Volgens D66 is dit essentieel voor gelijke kansen vanaf het begin. Kinderen die op jonge leeftijd in de opvang zitten, krijgen meer kans om te groeien in een gestructureerde omgeving, waar ze extra aandacht kunnen krijgen als ze een achterstand hebben. Daarnaast stelt D66 dat de huidige opvangsystematiek eigenlijk "gek" is ingericht, omdat werkende ouders subsidies krijgen en niet-werkende ouders hun kinderen slechts beperkt kunnen laten deelnemen aan opvangactiviteiten.
Een van de grootste kritieken op de huidige plannen is dat lagere inkomens er minder baat bij hebben dan verwacht. Hoewel het kabinet belooft dat kinderopvang betaalbaarder wordt, blijkt uit berekeningen dat gezinnen met lagere inkomens juist meer zullen moeten betalen in de komende jaren. Voorbeeld: een gezin met een jaarinkomen van 20.000 euro netto betaalt in 2026 en 2027 meer aan kinderopvang dan in 2024, terwijl de overheid juist had beloofd dat het betaalbaarder zou worden.
De oorzaak hiervan is gedeeltelijk het gevolg van hogere uurtariezen bij kinderopvangorganisaties, die boven het toeslagtarief van de overheid liggen. Dit betekent dat ouders die een lagere toeslag ontvangen, ook een groter deel van de kosten zelf moeten dragen. Voor ouders met een hoger inkomen is de vergoeding juist groter, waardoor ze minder zelf hoeven te betalen.
Naast de financiële en politieke uitdagingen, is er ook een groot probleem in de kinderopvangsector zelf: het personeelstekort. Kinderopvangorganisaties rapporteren dat het aantal medewerkers niet vol voldoet aan de vraag, en dat het niet mogelijk is om extra kinderen op te nemen zonder extra personeel. Deze tekorten maken het uitvoerbaarheid van het plan om kinderopvang bijna gratis te maken, zeer twijfelachtig.
Sven Butter van de Brancheorganisatie Kinderopvang benadrukt dat het huidige plan niet uitvoerbaar is. “Er is een gigantisch tekort aan personeel, met een klap geld los je dat niet op,” zegt hij. Volgens hem zal de vraag alleen maar toenemen, terwijl de beschikbare plekken beperkt blijven. Ouders zoals Thomas, die een kind van acht maanden heeft, vrezen dat ze in de toekomst minder werken zullen kunnen, omdat de opvangplekken beperkt zijn.
De tijdsplanning van de stelselherziening is momenteel nog niet helder. Hoewel de eerste stappen in 2026 zijn gezet, is de volledige invoering pas verwacht in 2029. Dit betekent dat ouders die nu opvangplekken zoeken, nog steeds het huidige stelsel moeten hanteren. Voor ouders die werken en hopen op een verlichting van de kosten, is dit onzeker. Het is ook niet duidelijk of het plan in 2029 daadwerkelijk ingaat zoals voorgesteld, of dat het nog verder uitgesteld wordt.
In de tussentijd wordt er gewerkt aan het opstellen van een nieuw stelsel dat technisch en administratief goed uit te voeren is. Het nieuwe stelsel vereist grote aanpassingen in systemen bij zowel de uitvoerders als de kinderopvangorganisaties. Daarnaast draaien politieke processen langzaam, wat ook een rol speelt in de vertraging.
De sector zelf moet ook haar handen in eigen boezem steken, stelt Arjen van der Plas. Als de kinderopvangsector geen duidelijke visie en een gemeenschappelijke lobby kan tonen, dan geeft het kabinet het extra een excuus om te vertragen. Het is belangrijk dat de sector als één stem spreekt naar de politiek en een duidelijke visie op de toekomst kan tonen.
De toekomst van kinderopvang in Nederland is in beweging. Het kabinet wil in 2026 een volgende stap zetten in de richting van bijna gratis kinderopvang voor werkende ouders. Dit is onderdeel van een bredere strategie om het werken van ouders betaalbaarder te maken. De plannen zijn echter herhaaldelijk uitgesteld en het uitvoerbaarheid van het plan blijft onzeker.
In 2029 is de invoering van een inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang voorzien, maar de tijdsplanning en het personeelstekort in de sector maken de uitvoerbaarheid van dit plan twijfelachtig. Tegenwoordig blijft het huidige stelsel gelden, waarbij de vergoeding afhankelijk is van het inkomen van de ouders. Ondanks de ambieuz plannen van het kabinet en politieke partijen, is het duidelijk dat het bijna gratis maken van kinderopvang nog lang niet werkelijkheid is.
Ouders die opvangplekken zoeken, moeten op dit moment het huidige stelsel hanteren. Voor ouders met lagere inkomens is het plan echter minder gunstig, aangezien zij meer zullen moeten betalen dan verwacht. De kinderopvangsector benadrukt dat het personeelstekort een groot obstakel is voor het uitvoeren van het plan. Tegen de huidige omstandigheden is het niet mogelijk om de vraag naar opvangplekken te bevredigen, laat staan om de kosten te verlagen.
De toekomst van kinderopvang hangt af van meerdere factoren: de politiek, de sector en de ouders zelf. Het is belangrijk dat er duidelijkheid komt over de tijdsplanning, de financiële haalbaarheid en de uitvoerbaarheid van het plan. Pas dan kan er een betere toekomst voor kinderopvang worden gerealiseerd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet