De rol van assistent locatiemanager in de kinderopvang: Ondersteuning, leidinggevende kwaliteiten en verantwoordelijkheden
juli 14, 2025
De kosten van kinderopvang en peuteropvang vormen voor veel gezinnen een belangrijke financiële belasting. Gelukkig zijn er meerdere subsidieopties beschikbaar voor zowel ouders als kinderopvangorganisaties. Deze subsidies kunnen aanzienlijk helpen bij het drukken van kosten en het verlenen van steun aan het werkgeverschap in de sector. In dit artikel geven we een overzicht van de subsidies die beschikbaar zijn, wie er aanspraak op kan maken, en hoe de subsidiebedragen worden bepaald.
De kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming die ouders krijgen om de kosten van kinderopvang te verlichten. De hoogte van de toeslag hangt af van het inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren dat het kind in opvang is. Sinds 1 januari 2018 zijn peuterspeelzalen omgevormd tot kinderopvang, waardoor ouders ook voor deze vorm van opvang in aanmerking kunnen komen voor kinderopvangtoeslag, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.
De toeslag wordt berekend op basis van het aantal uren dat een kind in opvang is, met een maximum van 230 uur per maand. Het bedrag dat ouders ontvangen, is afhankelijk van het aantal uren dat de ouder met het laagste aantal gewerkte uren per maand werkt. Dit zorgt ervoor dat ouders die minder werken, een grotere tegemoetkoming ontvangen.
Niet iedere ouder heeft recht op kinderopvangtoeslag. Voor ouders die geen recht hebben op deze toeslag, is er een inkomensafhankelijke ouderbijdrage mogelijk. Deze bijdrage wordt bepaald op basis van het inkomen van de ouders en wordt door de kinderopvangaanbieder verrekend. In sommige gevallen is het mogelijk dat ouders helemaal geen ouderbijdrage hoeven te betalen, bijvoorbeeld als ze beschikken over een gemeentelijke inkomensverklaring.
Peuteropvang is een vorm van kinderopvang voor kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar oud. In sommige gemeenten is er een specifieke subsidie beschikbaar voor deze vorm van opvang, met name als het kind een indicatie heeft voor voorschoolse educatie (VVE). In dat geval kan de gemeente de extra uren voor VVE volledig vergoeden.
Ouders kunnen subsidies aanvragen via de kinderopvangaanbieder, die de subsidie vervolgens door de gemeente ontvangt. De aanvraag is afhankelijk van de locatie van de kinderopvang, die moet geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang en aan de voorwaarden van de subsidie moet voldoen.
Kinderopvangorganisaties kunnen subsidies ontvangen voor de inzet van ongediplomeerde groepshulpen. Deze maatregel is bedoeld om het personeelstekort in de sector te verlichten. Vanaf 4 november 2024 kunnen kinderopvangorganisaties aanvragen voor deze subsidie. Het kabinet heeft hiervoor 6 miljoen euro beschikbaar gesteld.
De subsidie is een tegemoetkoming in de loonkosten van de groepshulp. Voor elke groepshulp is maximaal € 10.056 beschikbaar, afhankelijk van het aantal uren dat de groepshulp per week werkt. De maximale subsidie wordt berekend op basis van een maximum van 36 contracturen per week. Per aanvraagperiode kunnen maximaal 10 groepshulpen worden aangemeld voor subsidie.
Er zijn drie aanvraagperiodes: - van 4 november 2024, 09:00 uur tot en met 29 november 2024, 17:00 uur; - van 3 november 2025, 09:00 uur tot en met 28 november 2025, 17:00 uur; - van 2 november 2026, 09:00 uur tot en met 27 november 2026, 17:00 uur.
Een voorwaarde voor deze subsidie is dat de groepshulp ook subsidie heeft ontvangen via de Subsidieregeling praktijkleren of de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg. Dit betekent dat de groepshulp in aanmerking moet komen voor praktijkleren.
Een oudere subsidieregeling, die geldig was van 2002 tot 2005, stelde provinciale instellingen in staat om subsidies te ontvangen voor kinderopvang. Deze regeling was bedoeld voor instellingen die voor minstens 90% gesubsidieerd werden door de provincie. De subsidie kon worden gebruikt om kindplaatsen te huren bij een kinderopvangvoorziening, mits aan bepaalde criteria was voldaan.
Hoewel deze regeling niet langer geldt, is het een voorbeeld van hoe subsidies voor kinderopvang kunnen worden ingezet om werknemers beter te ondersteunen bij het combineren van werk en gezin.
De subsidiebedragen variëren afhankelijk van de soort subsidie en de omstandigheden van de aanvrager. Voor ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen, is de tegemoetkoming gebaseerd op het fiscaal maximumuurtarief. In sommige gemeenten, zoals Krimpenerwaard, wordt de subsidie berekend op basis van het verschil tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,00 per uur.
In gemeenten waar aanvullende uren voor VVE worden aangeboden, kunnen ouders deze uren volledig gratis krijgen. Voor kinderopvangorganisaties is de subsidiebedrag afhankelijk van het aantal uren dat een groepshulp per week werkt, met een maximum van € 10.056 per groepshulp.
Het aanvragen van subsidies verloopt meestal via de kinderopvangaanbieder. Voor ouders is het belangrijk om zich te informeren bij de opvanglocatie waarin hun kind zich bevindt. De aanvraag wordt vervolgens doorgegeven aan de gemeente of RVO, afhankelijk van de subsidie.
Voor kinderopvangorganisaties is het aanvraagproces iets complexer. Ze moeten zich registreren via een specifiek platform en voldoen aan alle voorwaarden voor de subsidie. Het is belangrijk om de aanvraag op tijd in te dienen, aangezien de aanvraagperiodes beperkt zijn.
Subsidies zijn bedoeld voor een brede groep ouders en kinderopvangorganisaties. Voor ouders is het doel om de kosten van kinderopvang te verlichten, zodat ze beter in staat zijn om te werken of te studeren. Voor kinderopvangorganisaties is de subsidie bedoeld om het personeelstekort te verlichten en de kwaliteit van de opvang te waarborgen.
Bijvoorbeeld, in gemeenten zoals Assen, Helmond en Krimpenerwaard zijn er specifieke locaties waar subsidies beschikbaar zijn. Deze locaties zijn geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en voldoen aan de voorwaarden van de subsidieregeling.
Subsidies worden meestal uitgekeerd aan de kinderopvangaanbieder, die de tegemoetkoming vervolgens doorgeeft aan de ouder of gebruikt voor de loonkosten van groepshulpen. Voor ouders betekent dit dat de subsidie automatisch wordt verrekend in de kosten van de kinderopvang. In sommige gevallen ontvangen ouders een aparte uitkering via de Belastingdienst.
Voor groepshulpen wordt de subsidie uitgekeerd aan de kinderopvangorganisatie, die deze gebruikt om de loonkosten van de groepshulp te dekken. De hoogte van de subsidie hangt af van het aantal uren dat de groepshulp werkt, met een maximum van 36 contracturen per week.
De subsidiegevende maatregelen voor kinderopvang en peuteropvang blijven zich ontwikkelen. In 2024 is de subsidie voor ongediplomeerde groepshulpen ingevoerd, wat een belangrijke stap is geweest in de richting van het opheffen van het personeelstekort. In 2025 en 2026 zijn er ook nieuwe aanvraagperiodes voor deze subsidie, wat betekent dat kinderopvangorganisaties opnieuw subsidies kunnen aanvragen.
Daarnaast is het mogelijk dat de subsidies voor ouders worden aangepast, afhankelijk van de economische situatie en de behoeften van gezinnen. Het is belangrijk dat ouders en kinderopvangorganisaties zich regelmatig informeren over de meest actuele subsidieopties en voorwaarden.
Subsidies voor kinderopvang en peuteropvang spelen een belangrijke rol in de financiële ondersteuning van gezinnen en de kinderopvangsector. Zowel ouders als kinderopvangorganisaties kunnen profiteren van deze subsidies, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. De hoogte van de subsidies varieert afhankelijk van het inkomen van de ouders of het aantal uren dat een groepshulp werkt. Het aanvraagproces verloopt meestal via de kinderopvangaanbieder, die de subsidie vervolgens doorgeeft aan de ouder of gebruikt voor loonkosten. Het is belangrijk om te weten welke subsidies beschikbaar zijn en hoe ze kunnen worden aangevraagd, zodat ouders en kinderopvangorganisaties volledig gebruik kunnen maken van de beschikbare ondersteuning.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet