Opzegtermijn kinderopvang: wat ouders en instellingen moeten weten
juli 14, 2025
De zesde ziekte, ook wel erythema subitum genoemd, is een veelvoorkomende kinderziekte die meestal in de leeftijd van 6 tot 18 maanden optreedt. Het wordt veroorzaakt door het humaan herpesvirus 6 (HHV-6) of zeldzamer, HHV-7. Deze ziekte is gekenmerkt door een plotselinge aanval van hoge koorts, gevolgd door een huiduitslag die meestal geen ongemak veroorzaakt. In de kinderopvang is het belangrijk om deze ziekte goed te herkennen en te begrijpen hoe besmettelijk het is, zodat de juiste maatregelen kunnen worden genomen.
Deze artikel biedt een overzicht van de symptomen, incubatieperiode, besmettelijkheid en praktische richtlijnen voor kinderopvanginstellingen die te maken krijgen met de ziekte. Op basis van de beschikbare informatie uit betrouwbare bronnen, zoals richtlijnen van het RIVM en artikelen uit medische tijdschriften, worden de sleutelaspecten van de ziekte besproken.
De zesde ziekte begint meestal met een plotselinge aanval van hoge koorts, die kan oplopen tot 39,0 °C tot 40,5 °C. Deze koorts duurt meestal 3 tot 5 dagen en eindigt dan vrij plotseling. Bij ongeveer 5% van de gevallen ontstaat er daarna een huiduitslag, die niet-jeukend is en bestaat uit kleine, rode verhevenheden (maculopapulair exantheem). Deze uitslag begint meestal in het gezicht en op de romp, en breidt zich daarna uit naar de armen en nek.
Naast de huiduitslag kunnen ook andere symptomen aanwezig zijn, zoals:
Bij oudere kinderen kan een primaire infectie met HHV-6 of HHV-7 gepaard gaan met ernstigere complicaties, zoals mononucleosis (bij HHV-6B) of encefalitis (bij HHV-7), en in zeldzame gevallen zelfs slappe paralyse.
De incubatieperiode van de zesde ziekte varieert tussen 5 en 15 dagen, met een gemiddelde van 10 dagen. Dit betekent dat het virus in de lichaam zit zonder dat er al klachten zijn, en dat het kind besmettelijk kan zijn voordat de symptomen zich uiten.
De besmettelijkheid van de ziekte is een belangrijk onderwerp in de kinderopvang. HHV-6 en HHV-7 worden vooral verspreid via lichaamsvloeistoffen, zoals speeksel en slijm. Omdat een groot deel van de bevolking geïnfecteerd is met HHV-6 en HHV-7, en het virus periodiek opnieuw uitgescheiden kan worden, is wering van bekende uitscheiders van het virus niet zinvol. Dit betekent dat het virus op veel plekken aanwezig is, en het niet mogelijk is om alle contacten volledig te voorkomen.
Voor kinderopvanginstellingen is het dus belangrijk om algemene hygienemaatregelen te hanteren, zoals:
Aangezien de ziekte zich meestal in de peuterleeftijd voordoet, is het ook belangrijk om ouders op de hoogte te houden van de symptomen en te informeren over de ziekte.
In de kinderopvang is het belangrijk om te bepalen of een kind met de zesde ziekte thuis moet blijven. Omdat de ziekte meestal niet ziekendragend is in de zin van verminderde prestaties of vermoeidheid, en de uitslag meestal geen ongemak veroorzaakt, is het niet noodzakelijk dat een kind thuis blijft zolang het zich goed voelt. De ziekte is meestal niet meer besmettelijk in de fase van de huiduitslag, maar de besmettelijkheid begint eerder, tijdens de koortsfase.
Voor kinderopvanginstellingen is het aan te raden om:
Wanneer een kind ziek is, is het belangrijk dat ouders of verpleegkundigen contact opnemen met een huisarts. De huisarts kan een uitgebreide anamnese doen, waarbij de verloop van de klachten, vaccinatiestatus, contacten met besmette personen en de algemene conditie van het kind worden beoordeeld.
De diagnose van de zesde ziekte wordt meestal op basis van symptomen gesteld, omdat er geen specifieke test is die nodig is voor een zekerheid. In twijfelgevallen kan aanvullend bloedonderzoek worden uitgevoerd, maar dit is niet standaard. Bij ernstige complicaties of twijfel over de oorzaak kan een doorverwijzing naar een kinderarts nodig zijn.
Hoewel de zesde ziekte meestal een onbeduidende verloop heeft, is het belangrijk om alarmsymptomen te herkennen. Deze omvatten:
In dergelijke gevallen is het noodzakelijk om direct contact op te nemen met een arts, omdat deze symptomen wijzen op ernstigere complicaties die behandeling vereisen.
Er is geen specifieke vaccinatie beschikbaar voor de zesde ziekte. Aangezien de ziekte meestal mild verloopt, en de meeste kinderen zich herstellen zonder complicaties, is een vaccin niet standaard opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.
Een algemene goede hygiëne is de belangrijkste manier om de verspreiding van het virus te beperken. Ouders en medewerkers in de kinderopvang kunnen hierbij een belangrijke rol spelen door:
De zesde ziekte is een veelvoorkomende kinderziekte die meestal in de leeftijd van 6 tot 18 maanden optreedt. Het wordt veroorzaakt door HHV-6 of HHV-7 en wordt gekenmerkt door een plotselinge aanval van hoge koorts, gevolgd door een niet-jeukende huiduitslag. De ziekte is meestal niet ziekendragend, en kinderen kunnen doorgaans blijven op school of in de kinderopvang zolang ze zich goed voelen.
In de kinderopvang is het belangrijk om de symptomen te herkennen en algemene hygienemaatregelen te hanteren. Aangezien het virus via lichaamsvloeistoffen verspreidt, is het aan te raden om contacten met slijmvloeistoffen te vermijden. Wering van bekende uitscheiders is niet zinvol, omdat de ziekte breed verspreid is in de bevolking.
Wanneer een kind ziek is, is het belangrijk om de huisarts te informeren, zodat eventuele complicaties snel herkend en behandeld kunnen worden. Ouders en medewerkers in de kinderopvang spelen een belangrijke rol in het voorkomen van besmetting en het zorgen voor een veilige en hygiënische omgeving.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet