Kinderopvangteruggave: Wat ouders en verzorgers moeten weten
juli 14, 2025
In 2024 blijft de kinderopvangtoeslag een essentieel onderdeel van de financiële planning voor ouders die hun kinderen in dagopvang of buitenschoolse opvang storten. Het kabinet zet voort op de inzet om kinderopvang voor werkende ouders betaalbaarder te maken, met concrete maatregelen zoals verhogingen in de vergoedingspercentages en het aanpassen van de maximum uurprijzen. In dit artikel worden de huidige regels voor de kinderopvangvergoeding in 2024 besproken, met aandacht voor de verdeling van de kosten, de rol van het inkomen, het aantal kinderen en de verwachte ontwikkelingen in de komende jaren.
In 2023 bedroegen de totale kinderopvangkosten voor Nederlandse ouders gemiddeld € 8.950 per kind. Hiervan kregen ouders 64% (€ 5.740) vergoed via de kinderopvangtoeslag (KOT), terwijl 36% (€ 3.210) door de ouders zelf werd betaald. Dit laatste bedrag bestond uit twee componenten: € 2.690 volgens de vastgestelde maximum uurprijs en € 520 extra, omdat de uurtarieven van opvanginstellingen hoger waren dan de maximumtarieven. Driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan de maximumtarief.
Deze gegevens duiden op een duidelijke kloof tussen de officiële maximumuurprijzen en de werkelijke kosten die ouders moeten betalen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft voor het eerst een compleet beeld kunnen geven van de totale kosten en de daadwerkelijke vergoedingen.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is niet alleen afhankelijk van het inkomen, maar ook van het aantal kinderen dat in de opvang is. Ouders met één kind kregen in 2023 gemiddeld € 3.790 aan toeslag, terwijl de eigen bijdrage € 2.350 was. Bij twee kinderen stijgt de vergoeding tot gemiddeld € 7.660, met een eigen bijdrage van € 4.110. Ouders met drie of meer kinderen in de opvang kregen gemiddeld € 11.190 aan toeslag, terwijl de eigen kosten gemiddeld € 5.390 bedroegen.
Deze data tonen aan dat ouders met meerdere kinderen relatief meer vergoeding ontvangen. Dit wordt onder andere verklaard doordat ouders met een inkomen vanaf € 26.945 in 2023 relatief meer kosten voor het tweede en volgende kind vergoed kregen. Dit systeem werkt stimulerend op het tegelijkere opvangen van meerdere kinderen.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag hangt sterk af van het belastbaar inkomen van het huishouden. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de vergoeding. Voor 2024 is een nieuwe tabel vastgesteld die het percentage toeslag bepaalt op basis van het inkomen. Voor het eerste kind ligt de vergoeding bijvoorbeeld op 96% voor huishoudens met een inkomen tot € 22.346, en daalt dit geleidelijk tot 94,40% voor huishoudens met een inkomen tussen € 29.787 en € 31.273.
Deze percentages zijn vastgelegd in de kinderopvangtoeslagtabel 2024, die op basis van de belastbaar inkomen van het huishouden wordt bepaald. Voor ouders is het belangrijk om deze tabellen goed te begrijpen, aangezien deze direct bepalen hoeveel van de opvangkosten door de overheid wordt vergoed.
In 2025 zet het kabinet voort op de inzet om kinderopvang betaalbaarder te maken. De verhoging van de vergoedingspercentages richt zich vooral op middeninkomens, wat betekent dat huishoudens met een inkomen tussen € 29.393 en € 159.224 in 2025 een betere vergoeding kunnen verwachten. Dit maatregel is bedoeld om de arbeidsparticipatie te stimuleren, omdat het nu voordeliger wordt om extra uren te werken.
Daarnaast wordt de indexering van de maximum uurprijs in 2025 met € 0,04 verlaagd. Dit maatregel maakt deel uit van een bredere inspanning om de kosten van kinderopvang voor ouders te beheersen. De verlaging van de indexering heeft ook invloed op het budget voor onder andere kwaliteitseisen en de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI).
Het kabinet heeft in 2024 en 2025 verschillende financiële maatregelen genomen om de kinderopvangsector te steunen. In 2024 was € 15,7 miljoen beschikbaar voor subsidies, waarvan € 13,6 miljoen gericht was op de tijdelijke subsidieregeling voor kinderopvang in Caribisch Nederland. Daarnaast zijn er subsidies beschikbaar voor het verbeteren van de kwaliteit van kinderopvang, zoals via de Kennisbank voor kinderopvang en voor de positie van ouders in de opvangsector.
Voor 2025 is € 12,3 miljoen beschikbaar voor opdrachten, waaronder € 5,2 miljoen voor de ontwikkeling van een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang. Daarnaast is € 5,4 miljoen bestemd voor onderzoek en opdrachten voor kinderopvang in Nederland, en € 1,7 miljoen voor het programma BES(t) 4 Kids.
Het toezicht op kinderopvang wordt uitgevoerd door de Vereniging van Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGV), die wettelijk aangewezen is voor deze taak. Voor 2024 en 2025 is respectievelijk € 1,7 miljoen en € 1,1 miljoen beschikbaar voor de bekostiging van deze activiteiten. De PGV zorgt voor coördinatie en het uitvoeren van het toezicht op kinderopvanginstellingen.
De verwachting is dat het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvangtoeslag in 2024 en 2025 zal stijgen. In 2024 wordt rekening gehouden met een oploop vanwege het loslaten van de koppeling met de gewerkte uren. In 2025 wordt dit versterkt door de verhoging van de vergoedingspercentages.
Daarnaast stijgt het gemiddelde aantal uren per kind in de opvang, wat ook een gevolg is van de verhoging van de maximum uurprijzen in 2024 en de verhoogde vergoedingspercentages in 2025. De gemiddelde tarieven van kinderopvanginstellingen stijgen in 2024 sterker dan de reguliere indexering van de maximum uurprijs. Dit komt doordat instellingen de extra verhoging van de maximum uurprijzen in meer of mindere mate doorrekenen in hun tarieven.
In 2024 blijft de kinderopvangtoeslag een belangrijk instrument om het opvangen van kinderen voor werkende ouders betaalbaarder te maken. De vergoeding hangt af van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang. Ouders met een lager inkomen ontvangen hogere vergoedingen, en ouders met meerdere kinderen profiteren van een hogere toeslag. Bovendien zet het kabinet in op verhogingen van de vergoedingspercentages in 2025, vooral voor middeninkomens, om arbeidsparticipatie te stimuleren.
De kosten van kinderopvang blijven echter een uitdaging, aangezien de daadwerkelijke uurtarieven vaak hoger liggen dan de maximumtarieven. Daarom is het belangrijk dat ouders goed informeerd zijn over de beschikbare subsidies, de toeslagtabellen en de verwachte ontwikkelingen. Door een duidelijk beeld te hebben van de kosten en de vergoedingen, kunnen ouders beter voorbereid zijn op de financiële aspecten van kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet