Kinderopvang in Veenendaal: Diversiteit, kwaliteit en groei
juli 14, 2025
In Nederland is de aandacht voor meertaligheid in kinderopvangcentra de laatste jaren sterk toegenomen. Vooral in de Randstad zien we een groeiende vraag naar kinderopvang waarin kinderen op een vroege leeftijd blootgesteld worden aan een tweede taal, vaak het Engels. Dit artikel geeft een overzicht van hoe meertalige kinderopvang in de praktijk werkt, welke methoden gebruikt worden en welke doelen er met deze vorm van opvang gesteld worden. De informatie is gebaseerd op het project MIND (Meertaligheid in Dagopvang), dat momenteel onderzoek doet naar de effecten van meertalige kinderopvang op kinderen.
Meertalige kinderopvang is bedoeld om kinderen vroeg een tweede taal te leren, doorgaans het Engels. Dit kan zowel kinderen zijn die in een ééntalige omgeving opgroeien als kinderen die zelf meertalig zijn. Het doel is om kinderen een vroege start te geven in het leren van een tweede taal, zodat ze op school beter voorbereid zijn op een multiculturele en meertalige samenleving.
In de praktijk is meertalige kinderopvang gevarieerd in aanpak. De meest gebruikte methode is de one teacher, one language methode. Dit betekent dat er twee verpleegkundigen of leidinggevenden in een groep zijn: één die Nederlands spreekt en één die Engels spreekt. Deze manier lijkt op de one parent, one language methode die soms in ééntalige gezinnen wordt gebruikt. De methode is toepasbaar omdat meestal twee personen per groep aanwezig zijn, wat het mogelijk maakt om de aandacht van kinderen op een tweede taal te richten zonder dat het Nederlands in de schaduw wordt gesteld.
De keuze voor het Engels als tweede taal is geen willekeurige beslissing. In het experiment dat wordt uitgevoerd in Nederland, is Engels de enige tweede taal die wordt aangeboden. Andere talen, zoals Frans of Duits, zijn niet beschikbaar, evenmin als talen die in Nederland door grote migrantengroepen gesproken worden, zoals het Turks of het Pools. Ondanks dat dit een gevoelige kwestie is, is er geen duidelijke uitleg voor deze keuze. Sommige ouders hebben zich hierover al geëxprimeerd, maar er is nog geen breed consensus over de redenen achter deze beslissing.
Een belangrijk aspect van meertalige kinderopvang is de invloed op de taalontwikkeling van kinderen. In het project MIND is gebleken dat kinderen die meertalige opvang volgen, goed presteren op het gebied van het leren van het Engels. Hoe meer Engels ze horen, hoe beter ze het lijken te leren. Bovendien is er geen negatief effect op hun Nederlands waargenomen. Dit is een belangrijk resultaat, omdat ouders vaak vrezen dat het leren van een tweede taal de moedertaal in gevaar brengt.
Toch is het nog onduidelijk hoe duurzaam deze effecten zijn. In het project wordt gevolgd hoe kinderen zich gedragen tot ze vier jaar oud zijn of uitstromen uit de kinderopvang. Daarna gaan ze naar de basisschool, waar hun taalontwikkeling verder zal worden beïnvloed. Het is daarom belangrijk om te weten hoe het er in de lange termijn voor staat. Onderzoekers hopen dat ze deze groep van 750 kinderen nog verder kunnen volgen om te zien wat de langetermijneffecten zijn van meertalige kinderopvang.
De kinderen die meertalige opvang volgen, vormen een bijzondere groep. In de Randstad zijn de kinderopvangcentra vooral populair bij internationale gezinnen, waaronder expats en gezinnen die tijdelijk in Nederland verblijven. Deze ouders kiezen vaak bewust voor meertalige opvang, omdat ze willen dat hun kind zoveel mogelijk blootgesteld wordt aan het Engels. Voor sommige kinderen is het Engels een derde taal, terwijl het Nederlands soms een nieuwe taal is.
Een ander karakteristiek van deze groep is dat de ouders vaak hoog opgeleid zijn. Meer dan 90 procent van de ouders heeft een HBO- of WO-opleiding. Dit is een specifiek kenmerk dat meertalige kinderopvang maakt, en het wijst op een doelgroep die bewust kiest voor vroege taalbegeleiding. Sommige mensen stellen hier kritisch tegenover, omdat ze vinden dat meertaligheid vooral beschikbaar is voor mensen met een hoger sociaal-economisch profiel.
In tegenstelling tot wat men zou verwachten, zijn de kinderopvangcentra vrij in hun keuze van werkwijze. Er is geen strakke instructie hoe ze meertalige opvang moeten aanpakken. In plaats daarvan mogen ze zelf bepalen welke methoden het beste werken. Dit heeft geleid tot een diversiteit aan benaderingen. De one teacher, one language methode is het meest gebruikt, maar er zijn ook mindere varianten waarbij Engels in minder mate wordt gesproken. Buiten de Randstad, waar het publiek vaak meer Nederlands spreekt, wordt vaak een iets milde vorm van meertaligheid toegepast.
Er is geen minimum hoeveelheid Engels die in meertalige kinderopvang centra gesproken moet worden, maar er wel een maximum. Dit maximum is vastgesteld op 50 procent Engels. Dat betekent dat in een groep van 100 kinderen, maximaal de helft van de tijd in het Engels gesproken moet worden. Het is onduidelijk wat het doel is van dit maximum, maar het lijkt erop dat het bedoeld is om te zorgen dat kinderen niet te veel blootgesteld worden aan de tweede taal.
Het project MIND is een belangrijk onderzoeksproject dat meertalige kinderopvang onderzoekt. Het doel van het project is om te bepalen of meertalige kinderopvang effectief is in het leren van een tweede taal en of het op de lange termijn positieve effecten heeft op de taalontwikkeling van kinderen. Het project volgt 750 kinderen vanaf hun inschrijving tot ze vier jaar oud zijn of uitstromen uit de kinderopvang.
Een van de belangrijkste vragen die het project probeert te beantwoorden is of het leren van een tweede taal op jonge leeftijd op de lange termijn nuttig is. Ondanks dat vroeg beginnen vaak wordt gezien als gunstig, is het niet duidelijk of dit effect op lange termijn blijft. De resultaten van het project zullen daarom belangrijk zijn voor de verdere ontwikkeling van meertalige kinderopvang in Nederland.
Meertalige kinderopvang is een relatief nieuw fenomeen in Nederland dat snel groeit, vooral in de Randstad. Het doel van meertalige opvang is om kinderen op jonge leeftijd bloot te stellen aan een tweede taal, in de meeste gevallen het Engels. In de praktijk is dit gevarieerd in aanpak, met de one teacher, one language methode als de meest gebruikte strategie. De keuze voor het Engels als tweede taal is nog niet volledig begrijpelijk, en de vraag of meertaligheid op de lange termijn effectief is, blijft open.
De kinderen die meertalige opvang volgen, vormen een bijzondere groep, met vaak hoogopgeleide ouders. In de Randstad zijn meertalige kinderopvangcentra vooral populair bij internationale gezinnen, terwijl in andere delen van het land meertaligheid minder prominent is. Ondanks de groeiende populariteit van meertalige opvang, is het nog onduidelijk of het effectief is in het leren van een tweede taal op lange termijn. Het project MIND probeert deze vragen te beantwoorden door een groep van 750 kinderen te volgen tot ze vier jaar oud zijn of uitstromen uit de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet