Kiezen voor de Beste Kinderopvang: Een Gids voor Ouders en Verzorgers
juli 15, 2025
Het uurtarief voor kinderopvang is een belangrijke factor bij het kiezen van een kinderopvanginstelling. Voor ouders is het van belang om te weten wat ze kunnen verwachten aan kosten, hoeveel de overheid vergoedt en hoe het tarief zich ontwikkelt in de komende jaren. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de uurtarieven voor kinderopvang in 2024, inclusief de toekomstige verwachtingen voor 2025, op basis van de meest recente data en beleidsmaatregelen.
Uurtarieven in 2024
In 2024 blijven de uurtarieven voor kinderopvang op een betaalbaar niveau. Voor zowel kinderdagverblijf als peuteropvang bedraagt het uurtarief €9,65, terwijl het uurtarief voor buitenschoolse opvang (BSO) €8,26 is. Deze tarieven zijn licht verlaagd ten opzichte van eerdere jaren en blijven onder het maximum tarief dat door de Belastingdienst wordt vergoed via de kinderopvangtoeslag. Het maximum tarief dat in 2024 voor kinderopvangtoeslag wordt vergoed is €10,25 voor kinderdagverblijf en peuteropvang en €9,12 voor buitenschoolse opvang.
Deze tarieven zijn goedgekeurd door de oudercommissie van de betreffende instellingen en zijn opgenomen in de begroting van 2024. Hiermee kunnen kinderopvanginstellingen blijven investeren in kwaliteit, zoals groene buitenruimtes, kindvriendelijke materialen en bijscholing van het personeel. Bovendien zorgt het voor een betaalbare kinderopvang voor iedereen.
Kinderopvangtoeslag in 2024 en 2025
Een belangrijk aspect bij het bepalen van de eindkosten voor kinderopvang is de kinderopvangtoeslag. In 2024 is het maximum uurtarief dat wordt vergoed door de overheid €10,25 voor kinderdagverblijf en peuteropvang en €9,12 voor buitenschoolse opvang. Ouders kunnen via de Belastingdienst een vergoeding aanvragen voor een deel van de kosten van kinderopvang, afhankelijk van hun inkomen en het aantal kinderen dat naar de opvang gaat.
In 2025 wordt het maximum uurtarief iets verhoogd. Het maximum uurtarief dat wordt vergoed in 2025 is €10,71 voor kinderdagverblijf, €9,52 voor buitenschoolse opvang en €8,10 voor gastouderopvang. Dit betekent dat ouders in 2025 een iets groter deel van de kosten van kinderopvang kunnen laten vergoeden door de overheid, mits het uurtarief van hun opvanginstelling onder het maximum blijft. Echter, als de uurtarieven hoger liggen dan het maximum, ontvangen ouders geen toeslag voor het deel dat boven het maximum uitkomt.
Daarnaast wordt in 2025 de kinderopvangtoeslag verhoogd voor middeninkomens. Dit maakt kinderopvang voor deze groep huishoudens beter betaalbaar. De verhoging van de vergoedingspercentages zorgt er ook voor dat ongeveer 37.000 extra huishoudens vanaf 2025 al een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% zullen ontvangen. Dit stimuleert de arbeidsparticipatie, omdat ouders financieel beter in staat zijn om extra uren te werken.
Invloed van regio en vraag op uurtarieven
De uurtarieven voor kinderopvang kunnen sterk variëren afhankelijk van de regio en de vraag naar kinderopvang. In de Randstad is de vraag naar kinderopvang hoog, terwijl de beschikbaarheid van ruimte en personeel beperkt is. Hierdoor zijn uurtarieven in de Randstad vaak hoger dan in andere regio’s. In het noorden van Groningen, bijvoorbeeld, zijn de uurtarieven lager, doordat de vraag naar kinderopvang minder hoog is en de huisvestingskosten lager liggen.
Daarnaast heeft de vraag naar kinderopvang in een bepaalde wijk invloed op de hoogte van de uurtarieven. Wanneer er in een wijk weinig kinderen wonen en dus weinig vraag is naar kinderopvang, kunnen de uurtarieven hoger liggen. De instelling moet immers nog steeds dezelfde vaste kosten dragen, zoals huur en loon voor personeel. Daarentegen lopen uurtarieven in wijken met veel vraag meestal iets lager, omdat instellingen concurrentie moeten kunnen bieden.
Veranderingen in het gebruik van kinderopvang
De afgelopen jaren is er een toename in het gebruik van kinderopvang geregistreerd. In 2023 zijn er meer dan 642 miljoen uren aan kinderopvang afgenomen, wat een toename is ten opzichte van 2017, waarin 425 miljoen uren werden afgenomen. Deze toename is zowel te zien bij kinderdagverblijven als bij buitenschoolse opvang. Ook het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind is toegenomen. In 2023 was het gemiddeld aantal uren per kind 610, terwijl dit in 2017 nog 520 was.
De toekomstverwachtingen voor 2024 en 2025 zijn positief. Het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvangtoeslag wordt verwacht licht te stijgen, vooral in 2025. Deze stijging is te verklaren door de verhoging van de vergoedingspercentages en het verhoogde maximum uurtarief. Bovendien is er verwachting dat het gemiddelde aantal uren per kind verder zal stijgen, aangezien ouders in 2024 en 2025 meer uren kunnen afnemen via de kinderopvangtoeslag.
Eigen bijdrage van ouders
Hoewel de kinderopvangtoeslag een aanzienlijk deel van de kosten van kinderopvang vergoedt, moeten ouders ook een eigen bijdrage leveren. In 2023 betaalden ouders gemiddeld 3.210 euro aan kinderopvang zelf, naast de 5.740 euro die werd vergoed via de kinderopvangtoeslag. Dit bedrag bestond uit 2.690 euro eigen bijdrage volgens de vastgestelde maximum uurprijs en 520 euro die ouders extra moesten betalen omdat de uurtarieven hoger waren dan het gemaximeerde tarief. Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan het maximum. Dit maakt duidelijk dat het voor ouders belangrijk is om kennis te nemen van de uurtarieven van de kinderopvanginstellingen en eventuele extra kosten in overweging te nemen.
Toekomstige ontwikkelingen
In 2025 wordt het beleid rond kinderopvang verder uitgewerkt. Het kabinet zet de eerste stap naar een inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang voor alle werkende ouders. Dit betekent dat in de toekomst een groter deel van de kosten van kinderopvang door de overheid wordt vergoed, ongeacht het inkomen van het huishouden. Dit maakt kinderopvang betaalbaarder en stimuleert de arbeidsparticipatie, omdat ouders financieel beter in staat zijn om extra uren te werken.
Daarnaast worden de maximum uurprijzen in 2025 met €0,04 minder geindexeerd dan in voorgaande jaren. Dit is een maatregel om de kinderopvangsector te ondersteunen bij meerkosten, zoals toezicht en handhaving, en om het budget voor de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI) te verhogen. Ook wordt kinderopvangtoeslag uitgebreid naar beurspromovendi, zodat ook deze groep beter in staat is om kinderopvang te betalen.
Samenvatting
Het uurtarief voor kinderopvang is een belangrijk onderdeel van de kosten die ouders jaarlijks maken. In 2024 blijven de uurtarieven op een betaalbaar niveau, met €9,65 voor kinderdagverblijf en peuteropvang en €8,26 voor buitenschoolse opvang. Deze tarieven liggen onder het maximum dat door de overheid wordt vergoed via de kinderopvangtoeslag. In 2025 wordt het maximum uurtarief verhoogd, wat betekent dat ouders een groter deel van de kosten van kinderopvang kunnen laten vergoeden. Bovendien wordt de kinderopvangtoeslag verhoogd voor middeninkomens, waardoor kinderopvang voor deze groep huishoudens betaalbaarder wordt.
De uurtarieven zijn afhankelijk van de regio en de vraag naar kinderopvang. In de Randstad zijn de uurtarieven vaak hoger dan in andere regio’s, terwijl in wijken met weinig vraag de tarieven iets hoger kunnen liggen. Het is daarom belangrijk voor ouders om kennis te nemen van de uurtarieven van de kinderopvanginstellingen en eventuele extra kosten in overweging te nemen.
De toekomstverwachtingen voor kinderopvang zijn positief. Het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvangtoeslag wordt verwacht te stijgen, evenals het gemiddeld aantal uren per kind. In 2025 wordt het beleid rond kinderopvang verder uitgewerkt, met het oog op een inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. Dit maakt kinderopvang betaalbaarder en stimuleert de arbeidsparticipatie.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
