Belastingterugbetaling voor Kinderopvang: Wat Ouders Moeten Weten
juli 16, 2025
De CAO Kinderopvang 2025–2026 bevat duidelijke afspraken over het salaris van medewerkers in de kinderopvang. Deze kollektieve arbeidsovereenkomst (CAO) legt vast hoe het salaris bepaald wordt, welke schalen er zijn en hoe medewerkers meegroeien in loon. Voor pedagogische medewerkers, groepshulpverleners, gespecialiseerde pedagogisch medewerkers en andere functies zijn er duidelijke richtlijnen. Deze uitleg is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is uit de CAO en gerelateerde documenten, en helpt om de salarisstructuur in de kinderopvang beter te begrijpen.
Het salaris van een medewerker in de kinderopvang wordt bepaald op basis van een salarisschaal die correspondeert met hun functie. Deze schalen zijn vastgelegd in de CAO en worden jaarlijks bijgesteld. De loonbedragen zijn vanaf 1 januari 2025 geldig en zijn afhankelijk van het aantal uren dat de medewerker werkt. In de meeste gevallen zijn de salarissen gebaseerd op een voltijd contract van 36 uur per week. Voor parttime functies wordt het salaris aanpassen op basis van de verhouding tussen gewerkte en voltijdse uren.
Bijvoorbeeld: voor een medewerker die 24 uur per week werkt, wordt het salaris berekend als 24/36 van het voltijdse bedrag. Dit betekent dat het loon verhoudingsgewijs wordt aangepast.
De CAO koppelt elke functie aan een specifieke salarisschaal. Hieronder een overzicht van enkele relevante schalen:
De schalen zijn opgebouwd in tredes. Iedere medewerker start op een bepaalde trede binnen de schaal en meegroeit jaarlijks met één trede, mits de werkgever bepaalt dat de medewerker het werk goed genoeg uitvoert. Bij uitstekend functioneren kan het salaris zelfs met meer dan één trede omhoog gaan.
De volgende tabellen geven een overzicht van de bruto maandlonen per 1 januari 2025 voor verschillende schalen. De bedragen zijn gebaseerd op een voltijd contract van 36 uur per week.
Trede | Bruto maandloon (€) |
---|---|
10 | 2.641 |
11 | 2.708 |
12 | 2.777 |
13 | 2.846 |
14 | 2.915 |
15 | 2.990 |
16 | 3.065 |
17 | 3.138 |
18 | 3.213 |
19 | 3.291 |
20 | 3.374 |
21 | 3.455 |
22 | 3.536 |
23 | 3.630 |
Deze schaal is vanaf 1 juli 2025 van kracht. In september 2026 wordt het salaris met 1,5% verhoogd. Dit betekent dat de bedragen vanaf dat moment iets hoger zullen zijn.
Deze schalen zijn van toepassing op ondersteunende functies. De volgende bedragen zijn voor 1 januari 2025 vastgelegd:
Schaal | Trede | Bruto maandloon (€) |
---|---|---|
1 | 1 | 2.205 |
1 | 2 | 2.205 |
1 | 3 | 2.205 |
1 | 4 | 2.223 |
1 | 5 | 2.280 |
1 | 6 | 2.336 |
1 | 7 | 2.391 |
1 | 8 | 2.456 |
1 | 9 | 2.519 |
1 | 10 | 2.577 |
1 | 11 | 2.642 |
1 | 12 | 2.709 |
1 | 13 | 2.777 |
1 | 14 | 2.844 |
1 | 15 | 2.917 |
1 | 16 | 2.990 |
1 | 17 | 3.061 |
1 | 18 | 3.135 |
Deze schalen zijn opnieuw in de CAO voor 2025–2026 vastgelegd en zijn opnieuw vanaf 1 januari 2025 van kracht. De bedragen zijn grotendeels vergelijkbaar met eerdere salarissen, maar er zijn enkele kleine aanscherpingen.
Volgens artikel 5.3 van de CAO Kinderopvang 2025–2026 verhoogt de werkgever het salaris van de medewerker jaarlijks met één trede, zolang de medewerker het werk goed genoeg uitvoert. Dit proces is automatisch en geldt voor de meeste medewerkers. Echter, als de werkgever bepaalt dat het werk niet goed genoeg is uitgevoerd, kan het salaris niet worden verhoogd. In dat geval moet de werkgever dit schriftelijk aan de medewerker meedelen en uitleggen waarom het salaris niet verhoogd wordt.
Omgekeerd kan het salaris ook met meer dan één trede omhoog gaan als de medewerker het werk uitstekend of zeer goed uitvoert. Ook in dat geval moet de werkgever schriftelijk aangeven waarom de verhoging groter is dan normaal.
Er is echter een uitzondering op deze regel. Als een medewerker onder de Participatiewet valt, is het salaris gelijk aan het wettelijk minimumloon. In dat geval verandert het salaris alleen als het wettelijk minimumloon verandert.
Naast het maandloon ontvangen medewerkers in de kinderopvang ook extra uitkeringen, zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Deze uitkeringen zijn vastgelegd in de CAO en worden automatisch verstrekt.
Deze uitkeringen zijn belangrijk voor de totale inkomsten van een medewerker en vormen daarom een integraal onderdeel van de CAO.
Voor medewerkers die in een BBL-traject (Beroepsbegeleidende leerweg) werken, is er een aparte salarisschaal. Deze medewerkers werken tegelijk aan hun opleiding en hun baan in de kinderopvang. Ze vallen onder schaal 5 en verdienen tussen €2.517 en €3.374 bruto per maand, op basis van een fulltime contract van 36 uur. Deze bedragen zijn echter alleen van toepassing op medewerkers die ook werkelijk voltijd werken, aangezien ze naast hun werk ook studeert.
De CAO legt ook uit dat er twee salarisverhogingen zullen plaatsvinden in de periode 2025–2026:
Deze verhogingen zijn vastgelegd in bijlage 2 van de CAO en gelden voor alle schalen. Dit betekent dat medewerkers in de kinderopvang in 2026 een hoger salaris zullen ontvangen dan in 2025, ook zonder dat ze extra tredes bereiken.
De CAO Kinderopvang 2025–2026 biedt een duidelijke structuur voor het bepalen van het salaris van medewerkers in de kinderopvang. Het salaris is afhankelijk van de functie, het aantal gewerkte uren en de tredes binnen de salarisschaal. Jaarlijks kan het salaris met één trede meegroeien, mits de medewerker het werk goed genoeg uitvoert. Daarnaast ontvangt de medewerker ook vakantiegeld en eindejaarsuitkering, die automatisch worden uitbetaald.
De CAO is een belangrijk instrument voor zowel werkgevers als medewerkers in de kinderopvang, omdat het duidelijke afspraken maakt over het salaris, de verhogingen en de extra uitkeringen. Het biedt zekerheid over de inkomsten van medewerkers en helpt bij het plannen van de lonen in de kinderopvangsector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet