Kinderopvang in Leiden: Uitleg over aanbod, locaties en pedagogisch kader
juli 14, 2025
Het opvoeden van kinderen met ernstige gedrags- of emotionele problemen brengt extra uitdagingen met zich mee. Voor kinderen die als "zeer moeilijk opvoedbaar" (ZMOK) worden aangemerkt, is het vaak niet mogelijk om adequaat te functioneren op een reguliere school. Dit artikel biedt een overzicht van de beschikbare onderwijsvormen en begeleidingsmogelijkheden binnen het speciaal onderwijs, met name binnen cluster 4, en legt uit hoe scholen deze leerlingen ondersteunen.
Een kind wordt als "zeer moeilijk opvoedbaar" geclassificeerd wanneer het gedrag zodanig ernstig of afwijkend is dat het niet in de reguliere schoolomgeving kan functioneren. Dit kan onder andere het geval zijn bij kinderen met psychiatrische stoornissen, gedragsproblemen, of interne problemen zoals angst, depressie of gedragsstoornissen in het autistisch spectrum. Deze leerlingen vertonen vaak problemen met het omgaan in groepen, het hanteren van grenzen, of het leren van sociale vaardigheden.
Zoals vermeld in bron 4, vallen scholen voor ZMOK onder cluster 4 van het speciaal onderwijs. Dit betekent dat ze specifieke aandacht en aanpassingen krijgen, waaronder kleinere klassengroepen, gerichte begeleiding en een voorspelbare leergemak.
Cluster 4-onderwijs richt zich op kinderen die het niet redden op een reguliere school vanwege ernstige gedrags- of emotionele problemen. Dit omvat:
Volgens bron 4 vallen deze scholen onder het cluster 4-onderwijs. Deze scholen werken samen met het sectorraad gespecialiseerd onderwijs en ontvangen leerlingen via een toelaatbaarheidsverklaring van het passend onderwijs-samenwerkingsverband in de regio. Dit betekent dat de toegang tot cluster 4-onderwijs niet automatisch is en altijd onderbouwd moet worden met professionele expertise.
Een specifieke vorm van cluster 4-onderwijs zijn de Pedologisch Instituutscholen (PI-scholen), zoals beschreven in bron 3. Deze scholen zijn bedoeld voor leerlingen van 4 tot 12 jaar met ontwikkelings- of gedragsproblemen en soms ook met psychische stoornissen. Deze leerlingen vertonen vaak interne problemen zoals angst, communicatieproblemen, of gedragsproblemen in het autistisch spectrum.
De klassegrootte op PI-scholen is vaak kleiner dan op reguliere scholen, en de leerkrachten besteden extra aandacht aan het leren omgaan met beperkingen. Er is een sterke focus op het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zoals samenwerken, concentreren, en communiceren. Ook is rust, duidelijkheid en voorspelbaarheid een belangrijk onderdeel van de schoolcultuur.
Niet alleen scholen, ook gesloten jeugdinrichtingen kunnen onderwijs verzorgen voor kinderen en jongeren die door hun gedragsproblemen of psychische toestand niet op een reguliere school kunnen functioneren. Deze jongeren verblijven in een inrichting waar ze ook een onderwijspatroon krijgen. Als deze jongeren leerplichtig zijn, kan een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) onderwijs verzorgen binnen de inrichting.
Een voorbeeld is de situatie waarin jongeren in een jeugdgevangenis verblijven. Zij kunnen onderwijs krijgen als onderdeel van hun dagelijkse programma, en dit wordt vaak verzorgd door een vso-school in de regio.
Lesgeven aan kinderen in cluster 4-onderwijs vraagt om een andere aanpak dan op reguliere scholen. Leraren moeten niet alleen rekening houden met de leerdoelen, maar ook met het gedragsbeheer, de emotionele toestand van de leerling, en de mate van zelfstandigheid.
In bron 3 wordt verwezen naar Dina Abbouz, die lesgeeft aan leerlingen in een jeugdgevangenis. Haar ervaringen tonen aan dat het lesgeven in deze context extra verantwoordelijkheid en empathie vereist. Leraren moeten niet alleen goed leren omgaan met het gedrag van leerlingen, maar ook hun vertrouwen winnen en een veilige leeromgeving creëren.
Toelating tot cluster 4-onderwijs is geen automatische procedure. Sinds 2014 is passend onderwijs ingevoerd, waarbij scholen voor cluster 3 en 4 onderdeel zijn van regionale samenwerkingsverbanden. Deze samenwerkingsverbanden beslissen over toelating en geven een toelaatbaarheidsverklaring uit voor leerlingen die naar het speciaal of voortgezet speciaal onderwijs worden doorverwezen.
Cluster 1 en 2-onderwijs werken met eigen aanmeldpunten. Deze instellingen organiseren de toelaatbaarheid tot het speciaal onderwijs of de ondersteuning op het reguliere onderwijs.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is een aparte categorie en valt niet onder het speciaal onderwijs. Toelating tot SBO wordt bepaald door de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
In cluster 4-onderwijs wordt aandacht besteed aan individuele leertrajecten en emotionele ontwikkeling. De klasomgeving is vaak kleiner en gericht op het opbouwen van vertrouwen, het leren van sociale vaardigheden en het aanpakken van gedragsproblemen.
Leraren in deze scholen werken vaak samen met specialisten zoals psychologen, logopedisten en pedagogisch medewerkers. Deze samenwerking is essentieel om het gedragsprobleem te begrijpen en passende interventies te ontwikkelen.
Ouders van kinderen in cluster 4-onderwijs spelen een belangrijke rol. Het is belangrijk dat ouders nauw samenwerken met de school en het passend onderwijs-samenwerkingsverband. Communicatie en samenwerking zijn essentieel om te zorgen dat de leerling voldoende ondersteuning krijgt in de school, thuis en in de omgeving.
Bijvoorbeeld, als het kind in het speciaal onderwijs goed functioneert, kan het mogelijk worden overgeplaatst naar een reguliere school of het speciaal basisonderwijs. Dit gebeurt alleen onder toezicht en met de goedkeuring van het passend onderwijs-samenwerkingsverband.
Niet alle kinderen in cluster 4-onderwijs blijven daar hun hele schoolloopbaan. Als het kind voldoende ontwikkeling heeft doorlopen en beter in staat is om in een reguliere schoolomgeving te functioneren, kan het terugstromen naar een reguliere basisschool of voortgezet onderwijs.
Dit proces wordt ondersteund door het passend onderwijs-samenwerkingsverband en vereist een evaluatie en onderbouwde beslissing. Het doel is om het kind te begeleiden naar een schoolomgeving waar het zich het beste kan ontwikkelen.
Zeer moeilijk opvoedbare kinderen vragen om een specifieke aanpak in het onderwijs. Cluster 4-onderwijs biedt een ondersteunende omgeving waarin leerlingen individuele aandacht krijgen en leren omgaan met hun beperkingen. Pedologisch Instituutscholen en gesloten jeugdinrichtingen zijn voorbeelden van scholen die deze leerlingen ondersteunen.
Lesgeven in deze scholen vereist empathie, geduld en een gerichte aanpak. De toelating tot cluster 4-onderwijs is afhankelijk van professionele evaluaties en het passend onderwijs-samenwerkingsverband. Ouders en opvoeders spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van deze leerlingen.
Het doel van het cluster 4-onderwijs is om kinderen met ernstige gedrags- of emotionele problemen te begeleiden, zodat ze uiteindelijk in staat kunnen zijn om in een reguliere schoolomgeving te functioneren. Hierbij is het belangrijk om continu aandacht te blijven besteden aan het gedrag, de emotionele ontwikkeling en de sociale vaardigheden van de leerling.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet