Kinderopvang in Nijmegen: Veelkeuze en Pedagogisch Overtuigende Aanpak
juli 14, 2025
De opvoeding van kinderen is een uitdaging die voor iedere ouder anders verloopt. In sommige gevallen zijn kinderen moeilijker opvoedbaar dan verwacht. Ze tonen gedragsproblemen, zijn moeilijk in de regie, en reageren vaak boos of opstandig. Voor deze kinderen spreekt men in het onderwijs- en zorgsysteem vaak van zeer moeilijk opvoedbare kinderen (zmok). Ze vallen binnen een bepaalde categorie van speciaal onderwijs en worden ondersteund via specifieke scholen of programma’s. In dit artikel wordt ingegaan op de context, het onderwijsaanbod, de hulpmethoden en de rol van ouders bij het opvoeden van zmok.
Vanaf 1 augustus 1998 zijn diverse wijzigingen doorgevoerd in de onderwijswetgeving, waardoor het onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden ondergebracht is in de Wet op de Expertisecentra (WEC). Deze wet maakt het mogelijk om kinderen met een handicap of ernstige opvoedingsproblemen op scholen voor regulier onderwijs te plaatsen, mits daarbij extra financiering wordt toegekend in de vorm van een zogenaamd "rugzakje". Deze financiering is gericht op het aanbieden van speciale voorzieningen die nodig zijn om het kind in staat te stellen mee te doen aan het reguliere onderwijs.
Zeer moeilijk opvoedbare kinderen vallen onder een specifieke groep binnen het speciaal onderwijs. Deze kinderen worden vaak geplaatst op speciale scholen, die zijn afgestemd op hun unieke behoeften. Vanaf 1 augustus 2003 zijn de kinderen op deze scholen onderverdeeld in vier clusters. Cluster 4 omvat scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen, en kinderen die langdurig ziek zijn zonder lichamelijke beperking. Binnen deze cluster worden ook scholen ondergebracht die verbonden zijn aan pedologische instituten, die zich richten op onderzoek en ondersteuning van kinderen met gedrags- of ontwikkelingsproblemen.
Sinds de invoering van passend onderwijs op 1 augustus 2014 vormen de scholen voor cluster 3 en 4 onderdeel van regionale samenwerkingsverbanden. Deze samenwerkingsverbanden beslissen over de toelating van kinderen naar het speciaal onderwijs. Ouders kunnen via deze instellingen een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen voor leerlingen die naar het speciaal onderwijs worden doorverwezen. Voor scholen van cluster 1 en 2 is er een eigen aanmeldprocedure, waarbij de toelating tot het speciaal onderwijs of de ondersteuning op het reguliere onderwijs wordt geregeld.
Er zijn verschillende interventies en programma’s die gericht zijn op het verminderen van gedragsproblemen bij kinderen. Deze programma’s zijn vaak intensief en worden uitgevoerd in samenwerking met ouders, scholen en zorgverleners.
PCIT is een behandeling voor kinderen van 2 tot 7 jaar met gedragsproblemen. Het programma richt zich op de interactie tussen kind en ouder en helpt ouders leren om op een effectieve manier met hun kind om te gaan. Het doel is om de relatie tussen ouder en kind te versterken en gedragsproblemen te verminderen.
PMTO is gericht op gezinnen waarin kinderen met externaliserende gedragsproblemen voorkomen. Het programma helpt ouders leren om grenzen te stellen, feedback te geven en positieve gedragingen te versterken. Het is vooral gericht op kinderen die ook hyperactief zijn.
OLG is een intensief programma voor ouders van jongeren met gedragsproblemen. Het programma richt zich op het opbouwen van een gezonde relatie tussen ouder en kind, het stellen van duidelijke grenzen en het bevorderen van positieve interacties.
MST is een intensieve behandeling die thuis wordt uitgevoerd voor jongeren van 10 tot 18 jaar met ernstige gedragsproblemen. Het programma richt zich op het hele gezin en probeert het gedrag van de jongere te veranderen door de omgeving te ondersteunen en te verbeteren.
MDFT is een systeemtherapie die zich richt op jongeren met probleemgedrag en hun gezin. Het programma omvat zowel individuele als gezinsbehandelingen en richt zich op het verbeteren van het gezinsleven en het gedrag van de jongere.
Betere Start is een programma dat zich richt op gedetineerde moeders en hun kinderen. Het doel is om recidive te voorkomen bij de moeder en gedragsproblemen bij het kind te verminderen. Het programma biedt ondersteuning in de vorm van therapeutische interventies en praktische hulp.
BPTG-G is een groepstraining voor ouders van kinderen met ADHD en gedragsproblemen. Het programma helpt ouders om met de dagelijkse uitdagingen van hun kind om te gaan en positieve interacties te bevorderen.
Op schoolniveau zijn er ook programma’s beschikbaar die gericht zijn op het voorkomen of verminderen van gedragsproblemen. Het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) is een preventieprogramma dat scholen kunnen gebruiken om gedragsproblemen voortijdig te adresseren. Het programma richt zich op het leren van alternatieve denk- en gedragstrategieën bij kinderen.
School2Care is een programma dat jongeren die nauwelijks nog naar school gaan, ondersteunt met educatie, zorg en begeleide vrijetijdsbesteding. Het doel is om jongeren opnieuw te betrekken in het onderwijs en te voorkomen dat ze zich afzijdig houden van de maatschappij.
Relationele Gezinstherapie (RGT) is een programma dat zich richt op jongeren met ernstige gedragsproblemen en hun gezin. Het doel is om de relaties binnen het gezin te verbeteren en het gedrag van de jongere te veranderen. Het programma is intensief en vindt meestal thuis plaats.
Gezin Centraal (GC) is een programma dat zich richt op gezinnen met kinderen tot 18 jaar die problemen ondervinden met opvoeden en opgroeien. Het programma biedt ondersteuning in de vorm van begeleiding, therapie en training voor ouders.
YETS is een sportieve interventie die jongeren met meerdere problemen ondersteunt. Het programma helpt jongeren om zichzelf sterker te voelen, maatschappelijke uitval te voorkomen en positieve relaties op te bouwen.
Samen Stevig Staan is gericht op jongeren van 9 tot 16 jaar met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Het programma biedt ondersteuning en begeleiding om jongeren in staat te stellen om beter om te gaan met hun dagelijks leven.
Ouders spelen een cruciale rol bij het opvoeden van zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Het is belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de behoeften van hun kind en bereid zijn om hulp aan te nemen wanneer nodig. Er zijn diverse hulpverleners die ouders kunnen ondersteunen, zoals orthopedagogen, psychologen en gezinstherapeuten. Deze professionals helpen ouders om effectief met hun kind om te gaan en positieve relaties op te bouwen.
Een praktijk zoals Kind & Meer biedt ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun ouders bij allerlei vragen rond opvoeding, gedrag en gezinsproblemen. Ze werken kortdurend en kijken naar de situatie vanuit het gezin als geheel. Ze geven niet alleen advies, maar ook therapie waarbij leren door te doen en ervaren centraal staat.
Het opvoeden van zeer moeilijk opvoedbare kinderen vraagt om veel geduld, inzet en ondersteuning. Deze kinderen vallen binnen een specifieke categorie van het speciaal onderwijs en kunnen profiteren van gerichte programma’s en interventies. Het onderwijs- en zorgsysteem biedt diverse opties voor ouders en kinderen, waaronder behandelprogramma’s, therapeutische interventies en hulpverlening op schoolniveau. Het is van groot belang dat ouders zich niet alleen richten op het gedrag van hun kind, maar ook op de onderliggende oorzaken en de omgeving waarin het kind leeft. Met behulp van professionele ondersteuning en een begripvolle aanpak kan het opvoeden van een zmok een uitdaging worden die met succes kan worden aangepakt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet