logo kinderopvang lappelein heerenveen 350

klachtenvrij 2019klachtenvrij 2020klachtenvrij 2021klachtenvrij 2022

Kinderopvang Lappelein
Kinderopvang Lappelein
Kleinschalige kinderopvang in Heerenveen

Lichamelijke opvoeding in de jeugd: Belang, richtlijnen en praktijk

Lichamelijke opvoeding en beweging op jonge leeftijd zijn essentieel voor de gezondheid, ontwikkeling en welzijn van kinderen. Uit verschillende studies en beleidsdocumenten blijkt dat bewegen op jonge leeftijd niet alleen bijdraagt aan een gezonde lichaamsontwikkeling, maar ook positief werkt op concentratie, sociale vaardigheden en schoolprestaties. In dit artikel worden de huidige richtlijnen voor lichamelijke activiteit bij kinderen besproken, evenals de rol van sport en beweging in de opvoeding en jeugdgezondheidszorg. Daarnaast wordt ingegaan op de huidige stand van zaken in Nederland en de uitdagingen die er zijn bij het bevorderen van een actief leefstijl bij kinderen en jongeren.

Richtlijnen voor lichamelijke activiteit bij kinderen

De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) stelt duidelijke richtlijnen op voor lichamelijke activiteit bij kinderen onder de 18 jaar. Volgens deze richtlijnen is het aanbevolen dat kinderen dagelijks ongeveer een uur matig intensieve lichamelijke activiteit uitoefenen. Daarnaast wordt aangeraden dat deze activiteiten ten minste twee keer per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid, zoals kracht, lenigheid en coördinatie.

Matig intensieve activiteiten kunnen onder andere bestaan uit wandelen, fietsen of spelen. Deze activiteiten zorgen voor een verhoogde hartslag en ademhaling, wat essentieel is voor de ontwikkeling van de cardiovasculaire gezondheid. De NNGB is niet alleen bedoeld als een richtlijn voor gezondheid, maar ook als een middel om te voorkomen dat kinderen later in hun leven het risico lopen op hart- en vaatziekten, diabetes of overgewicht.

Het belang van sport en beweging in de jeugd is ook onderbouwd door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). In hun publicatie uit 2009 wordt benadrukt dat sport en beweging op school een bijdrage kunnen leveren aan de algemene opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren. Bovendien kan bewegen positief werken op schoolprestaties, omdat het de concentratie en aandacht versterkt. De effectiviteit van deze invloed is echter afhankelijk van factoren zoals de frequentie, de duur van de activiteit en de kwaliteit van de begeleiding.

Bewegen en opvoeding in de praktijk

In de praktijk betekent dit dat scholen en opvoeders een belangrijke rol spelen in het bevorderen van lichamelijke activiteit. Beweging in de schoolomgeving kan zowel onderdeel zijn van het lesprogramma als van de vrije tijd. Voorbeelden hiervan zijn het aanbieden van sportactiviteiten, het organiseren van bewegingsspeeltochten of het integreren van beweging in andere vakken, zoals muziek of middenles.

Daarnaast is er aandacht voor het veilige aanbod van bewegingsactiviteiten in de jeugdgezondheidszorg. De Stichting Consument en Veiligheid heeft onderzoek gedaan naar veiligheid in het bewegingsonderwijs op de basisschool. Uit hun rapportage blijkt dat het aanbod van veilige en toegankelijke bewegingsactiviteiten een essentieel onderdeel is van de jeugdgezondheidszorg. Deze activiteiten moeten zowel fysiek als sociaal stimulerend zijn, zodat kinderen zich prettig en betrokken voelen.

Huidige stand van zaken in Nederland

De huidige stand van zaken in Nederland geeft aan dat ongeveer 47% van de jongeren voldoende beweegt, terwijl 1 op de 6 jongeren niet actief is. Bij volwassenen is dit percentage lager: slechts 1 op de 17 volwassenen is inactief. Uit de Monitor Bewegen en Gezondheid van TNO (2008) blijkt dat het percentage jongeren dat voldoet aan de beweegnorm is gestegen van 43,3% in 2007 naar 47,3% in 2008. Dit wijst op een lichte verbetering in de beweeggedragingen van jongeren.

Een belangrijk uitdaging is echter dat jongeren met een beperking of een langdurige aandoening vaak minder actief zijn. Volgens de data uit bron 2 voldoen jongeren met een beperking vaak niet aan de beweegnorm. Deze jongeren ondervinden ook vaak problemen tijdens het sporten, zoals communicatieproblemen. Het is daarom belangrijk dat sportaanbod toegankelijk en inclusief is voor alle kinderen, ongeacht hun fysieke of mentale conditie.

Overgewicht en lichamelijke activiteit

Overgewicht is een ander belangrijk thema in de discussie over lichamelijke opvoeding. Uit de data blijkt dat 9% van de 2-11 jarigen overgewicht heeft, 8% van de 12-18 jarigen, 48% van de 19-64 jarigen en 58% van de ouderen boven de 65 jaar. Overgewicht is vaak het gevolg van een ongezond dieet en te weinig lichaamsbeweging. Het aanbod van sportactiviteiten en het bevorderen van beweging zijn daarom essentieel om de gezondheid van jongeren en volwassenen te verbeteren.

In de jeugdgezondheidszorg wordt sport en beweging ook gebruikt als een middel om te voorkomen dat kinderen en jongeren in een negatieve leefstijl terechtkomen. Hierbij wordt samengewerkt met diverse beleidsterreinen, zoals het WMO-beleid (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), het jeugdbeleid en het vrijwilligersbeleid. Sport en bewegen kan bijdragen aan de maatschappelijke participatie, gezondheid en welzijn van jongeren, maar ook aan het tegengaan van overlast en het bevorderen van een positieve identiteit.

Rol van sportverenigingen en vrijwilligers

Sportverenigingen spelen een belangrijke rol in het aanbod van bewegingsactiviteiten in Nederland. Het lidmaatschapspercentage bij sportverenigingen is in de afgelopen jaren gestegen, met name bij kinderen en jongeren. Volgens de data uit bron 2 is 69% van de 4-11 jarigen lid van een sportvereniging of sportschool, en 71% van de 12-18 jarigen. Dit wijst op een sterke betrokkenheid van jongeren bij sportactiviteiten, wat positief is voor hun gezondheid en sociale ontwikkeling.

Een belangrijke factor in de duurzaamheid van sportverenigingen is het vrijwilligerswerk. Zonder vrijwilligers is het voor veel verenigingen niet mogelijk om hun activiteiten voort te zetten. Vrijwilligers nemen vaak de verantwoordelijkheid op zich voor het organiseren van trainingen, wedstrijden en andere activiteiten. In veel gemeenten, zoals Cranendonck, is er aandacht voor vrijwilligerondersteuning om het aanbod van sportactiviteiten te waarborgen.

Toekomstvisie op lichamelijke opvoeding

De toekomstvisie op lichamelijke opvoeding is gericht op het bevorderen van een actieve leefstijl bij jongeren en volwassenen. In het landelijk beleid ‘Tijd voor sport’ zijn drie programma’s opgenomen: ‘gezond door sport’, ‘sport als maatschappelijke deelname’ en ‘sport als onderwijs’. Deze programma’s zijn bedoeld om sport en beweging te stimuleren op meerdere niveaus, zowel in de jeugd als bij volwassenen.

Een van de trends die zich aftekenen is het toenemende belang van individuele sporten ten opzichte van competitiesporten. Bovendien is er een toename van lidmaatschappen bij sportscholen en individuele sportactiviteiten. Deze ontwikkeling wijst op een veranderende voorkeur bij jongeren en volwassenen voor sportactiviteiten die meer gericht zijn op persoonlijke gezondheid en welzijn dan op wedstrijdprestaties.

Conclusie

Lichamelijke opvoeding en beweging op jonge leeftijd zijn van groot belang voor de gezondheid, ontwikkeling en welzijn van kinderen en jongeren. De huidige richtlijnen adviseren dat kinderen dagelijks ongeveer een uur aan lichamelijke activiteit doen, waarbij de activiteiten gericht zijn op het verbeteren van kracht, lenigheid en coördinatie. In de praktijk spelen scholen, sportverenigingen en jeugdgezondheidszorg een essentiële rol in het aanbieden van bewegingsactiviteiten die kinderen kunnen genieten en leren.

Hoewel de beweeggedragingen van jongeren in Nederland zijn verbeterd in de afgelopen jaren, blijft overgewicht een uitdaging. Het bevorderen van een actieve leefstijl bij jongeren en volwassenen is daarom van groot belang. Daarnaast is het noodzakelijk om sportaanbod toegankelijk en inclusief te maken voor alle kinderen, ongeacht hun fysieke of mentale conditie.

In de toekomst is er aandacht voor het versterken van samenwerking tussen beleidsterreinen, vrijwilligers en sportverenigingen om het aanbod van bewegingsactiviteiten te waarborgen en te verbeteren. Lichamelijke opvoeding blijft een essentieel onderdeel van het opvoedings- en gezondheidsbeleid in Nederland.

Bronnen

  1. Kennisbank Sport en Bewegen
  2. Lokale regelgeving Overheid

Gerelateerde berichten

Een nieuwe locatie!

Vanaf maandag 11 december 2017 is Kinderopvang Lappelein te vinden op deze prachtige nieuwe locatie:

Kinderopvang Lappelein
Commandeurstraat 17
8442 AT Heerenveen
0513- 436658
06-13810429
[email protected]

Openingstijden

De openingstijden liggen tussen 6.30 uur en 19.00 uur.

In het nieuws

Nieuwe gevel voor BSO

nieuwe gevel bso lappeleinVorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.

Lees meer …

14 september: dag van de pedagogisch medewerker

dag van de pedagogisch medewerker 2022

Vandaag de dag van de pedagogisch medewerker. Denk u er even over na om deze kanjers in het zonnetje te zetten.

Lees meer …

Vier grote bakken appels uit eigen tuin!

appels uit eigen tuin
Gisteren met de kinderen alle appels van de bomen geplukt. Het zijn er weer onwijs veel, vier grote bakken vol.

Lees meer …


Kinderopvang Lappelein Erkend Leerbedrijf

Kinderopvang Lappelein is sinds april 2017 een erkend SBB leerbedrijf

Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet

 

 

Tarieven