BBL-opleiding Pedagogisch Medewerker Kinderopvang: Werken en Leren in de Kinderopvang
juli 14, 2025
De morele en waardenvolle opvoeding van jonge kinderen is een kernaspect van het opvoedingsproces dat steeds meer aandacht krijgt binnen zowel het gezin als de opvoedingscontexten zoals het kinderdagverblijf en de kleuterschool. Op basis van verschillende bronnen wordt in dit artikel ingegaan op de rol van waarden en morele richting in de opvoeding van jonge kinderen. Het accent ligt op hoe waarden en morele richting worden ingebracht in het dagelijks opvoedingsproces, de betekenis van deze inwerking en de rol van opvoeders in dit proces.
In de hedendaagse opvoedingsgesprekken is er een groeiende aandacht voor de morele en waardenvolle opvoeding van kinderen. Een waardenvolle opvoeding houdt in dat kinderen worden omringd door een omgeving waarin waarden en normen centraal staan. Dit geeft kinderen structuur, houvast en een morele kompas waarmee ze hun eigen keuzes en handelingen kunnen beoordelen. Volgens Els Lodewijks-Frencken, zoals beschreven in het boek Op opvoeding aangewezen, is de opvoeding van kinderen een kritische aandachtspunt in de hedendaagse maatschappij. De opvoeding moet niet alleen gericht zijn op het functioneren in de maatschappij, maar ook op het morele karakter van het kind. Deze morele opvoeding is niet alleen de verantwoordelijkheid van ouders, maar ook van de bredere gemeenschap, waaronder opvoeders in kinderopvang en scholen.
In het boek Op opvoeding aangewezen benadrukt Lodewijks-Frencken dat kinderen in een omgeving moeten opgroeien waarin waarden centraal staan. Waarden zoals eerlijkheid, respect, compassie en verantwoordelijkheid vormen de basis voor het morele functioneren van een kind. Deze waarden worden niet alleen door ouders, maar ook door opvoeders en andere invloeden in de omgeving van het kind ingebracht. Door een waardenvolle opvoeding krijgt een kind een morele kompas waarmee het later in het leven keuzes kan maken.
Een waardenvolle opvoeding betekent ook dat kinderen leren omgaan met morele dilemma’s en situaties waarin ze moeten kiezen tussen verschillende waarden. Dit type leren gebeurt niet alleen expliciet via instructies, maar ook via het gedrag van opvoeders en ouders. Kinderen leren door waarneming en interactie. De morele opvoeding is dus ook een proces van morele overdracht, waarin de opvoeder een rol speelt als model en gids.
Een andere bron, De morele opvoeding van het jonge kind, benadrukt dat morele opvoeding niet alleen gericht is op het resultaat, maar vooral op de intentie van de opvoeder. Het gaat er niet om dat het kind uiteindelijk alle morele keuzes juist maakt, maar dat het in een omgeving opgroeit waarin morele vraagstukken centraal staan. De opvoeder geeft een morele richting, maar het uiteindelijke morele functioneren van het kind is afhankelijk van zijn eigen keuzes en ontwikkeling.
De morele opvoeding is dus een proces van morele intentie. Het is de bedoeling dat het kind later een zelfstandig moreel voelende, denkende en handelende persoon wordt. De opvoeder speelt hierin een essentiële rol door waarden en normen in het dagelijks leven van het kind te brengen. Dit kan gebeuren via gesprekken, spelactiviteiten, het stellen van grenzen en het tonen van empathie en respect.
Volgens de auteur van De morele opvoeding van het jonge kind is morele opvoeding niet alleen een taak van ouders, maar ook van opvoeders. In de opvoedingscontexten zoals het kinderdagverblijf en de kleuterschool speelt de leerkracht of opvoeder een essentiële rol in het morele functioneren van kinderen. Door de morele opvoeding in de dagelijkse praktijk te integreren, draagt de opvoeder bij aan de morele ontwikkeling van het kind.
De morele opvoeding geeft het werk van de leerkracht meer diepte en maakt hem tot wat hij werkelijk is: opvoeder. Het is niet alleen het leren van kennis of het ontwikkelen van vaardigheden, maar ook het inbrengen van morele richting in het dagelijks functioneren van het kind. De opvoeder moet zich bewust zijn van de morele context waarin hij of zij werkt en deze bewust in de praktijk brengen.
Een essentieel aspect van de morele opvoeding is dat het niet alleen de verantwoordelijkheid van ouders of opvoeders is, maar van de gehele gemeenschap. Zoals aangegeven in Op opvoeding aangewezen, draagt zowel het gezin als de school bij aan de morele ontwikkeling van het kind. Het gezin biedt een morele fundament, terwijl de school dit fundament verder uitbouwt en breidt. De opvoeding is dus een collectieve taak.
De morele opvoeding is ook een maatschappelijke taak. De maatschappij moet een omgeving creëren waarin waarden en normen worden gesteund en waarin kinderen kunnen groeien tot morele personen. Dit betekent dat de maatschappij ook verantwoordelijk is voor de morele context waarin kinderen opgroeien. Door waarden en normen in het openbare domein te brengen, draagt de maatschappij bij aan de morele opvoeding van kinderen.
De morele opvoeding moet niet alleen theoretisch worden bekeken, maar ook in de praktijk worden ingebracht. Dit gebeurt door waarden en normen in het dagelijks functioneren van het kind te brengen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren via gesprekken over morele dilemma’s, het stellen van grenzen, het tonen van respect en het aandragen van empathie.
In de opvoedingscontexten zoals het kinderdagverblijf en de kleuterschool kan de morele opvoeding ook worden ingebracht via spelactiviteiten en projecten die morele thema’s behandelen. Door deze thema’s in de praktijk te brengen, krijgt het kind een concreet beeld van wat morele keuzes en handelingen betekenen. Het kind leert door doen, waarnemen en reflectie.
De morele opvoeding draagt bij aan het morele functioneren van kinderen. Kinderen die in een morele omgeving opgroeien, leren omgaan met morele dilemma’s en situaties waarin ze moeten kiezen tussen verschillende waarden. Door deze morele richting te hebben, kunnen kinderen later in het leven beter omgaan met morele vraagstukken.
De morele opvoeding is ook een proces van morele overdracht. Door waarden en normen in het dagelijks functioneren van het kind te brengen, leren kinderen hoe ze morele keuzes kunnen maken. De morele opvoeding is dus niet alleen gericht op het functioneren in de maatschappij, maar ook op het morele karakter van het kind.
De morele en waardenvolle opvoeding van jonge kinderen is een essentieel aspect van het opvoedingsproces. Door waarden en normen in het dagelijks functioneren van het kind te brengen, krijgt het kind een morele kompas waarmee het later in het leven keuzes kan maken. De morele opvoeding is niet alleen de verantwoordelijkheid van ouders, maar ook van opvoeders en de bredere gemeenschap. Door waarden en normen in de opvoedingspraktijk te brengen, draagt de opvoeder bij aan de morele ontwikkeling van het kind.
De morele opvoeding is ook een proces van morele overdracht, waarin de opvoeder een essentiële rol speelt. Het is de bedoeling dat het kind later een zelfstandig moreel voelende, denkende en handelende persoon wordt. De morele opvoeding is dus niet alleen gericht op het functioneren in de maatschappij, maar ook op het morele karakter van het kind. Door waarden en normen in de opvoedingspraktijk te integreren, draagt de opvoeder bij aan de morele ontwikkeling van het kind.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet