De Week van de Opvoeding in Ede: Samen Delen, Samen Weten
juli 13, 2025
De Week van de Opvoeding is een jaarlijks evenement dat opvoeden en ouderschap in de schijnwerpers zet. Van 16 tot 23 mei wordt er stilgestaan bij de inspanningen van iedereen die zich inzet voor de groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren. Dit jaar staat de week in het teken van ‘Goed genoeg ouderschap’, een benadering die erkent dat perfectie niet haalbaar is en dat het belangrijk is om te focussen op een liefdevolle en ondersteunende omgeving. In Roeselare wordt een programma georganiseerd met lezingen, workshops en ontmoetingsmomenten voor ouders en kinderen.
Opvoeden is een uitdaging, maar tegelijkertijd een bron van geluk en trots voor de meeste ouders. De Week van de Opvoeding biedt een platform om ervaringen uit te wisselen, kennis op te doen en elkaar te ondersteunen. De organisatie van activiteiten in Roeselare, door Stad Roeselare, ARhus, De Spil, Mama Baas, Huis van het Kind Roeselare en de lokale werkgroep, benadrukt het belang van samenwerking tussen verschillende instanties om ouders optimaal te ondersteunen.
Van 15 tot en met 18 mei werden in Roeselare diverse activiteiten georganiseerd voor gezinnen. Een gezinsnamiddag stond centraal in het programma, met activiteiten zoals grime, glittertattoos, reuzegelschapspelen, een blotevoetenpad, een zoekspel en een snoezelruimte. Deze activiteiten zijn bedoeld om ouders en kinderen samen te laten spelen, leren en ervaringen uit te wisselen. De mogelijkheid om deel te nemen aan deze activiteiten is gratis.
Historische documenten werpen een interessant licht op de evolutie van het onderwijs en de rol van taal in de opvoeding. In het begin van de 20e eeuw was er een aanzienlijke discussie over de positie van het Nederlands in het onderwijs, met name in Vlaanderen. Er was sprake van verzet tegen de dominantie van het Frans in de scholen en een groeiende beweging om het Nederlands te bevorderen.
Uit historische verslagen blijkt dat er in de vroege 20e eeuw zorgen waren over de kwaliteit van het onderwijs, met name in de scholen voor meisjes. Er werd opgemerkt dat in veel kloosterscholen voor meisjes nauwelijks Nederlands werd onderwezen. Dit leidde tot de conclusie dat er een nieuw programma nodig was om de taalvaardigheid van meisjes te verbeteren. De situatie in de jongensscholen werd als minder problematisch beschouwd, maar ook daar was er ruimte voor verbetering.
De politieke en religieuze context speelde een belangrijke rol in de discussie over taalonderwijs. Er was sprake van spanningen tussen Vlaamsgezinden en Franstaligen, en tussen katholieken en liberalen. De katholieke kerk had een sterke invloed op het onderwijs, en er was weerstand tegen pogingen om het Nederlands te bevorderen ten koste van het Frans.
Pogingen om het onderwijs te vernieuwen en het Nederlands te bevorderen werden vaak tegengewerkt door de bestaande machtsstructuren. Zo werd een wetsvoorstel van Coremans, dat tot doel had het Nederlands in het onderwijs te versterken, aanvankelijk geblokkeerd door de katholieke meerderheid in het parlement. Er was angst dat het bevorderen van het Nederlands zou leiden tot een verzwakking van de katholieke invloed op het onderwijs.
Studenten en verenigingen speelden een belangrijke rol in de strijd voor het Nederlands in het onderwijs. Studentenlanddagen en andere bijeenkomsten werden gebruikt om de aandacht te vestigen op de problematiek en om druk uit te oefenen op de politiek en de kerk. Verenigingen zoals het Davids-fonds zetten zich in voor de bevordering van de Nederlandse taal en cultuur.
In sommige gevallen werden studenten verboden om deel te nemen aan Vlaamsgezinde activiteiten. Bisschoppen en kloosteroversten legden beperkingen op aan het gebruik van het Nederlands in de scholen. Deze maatregelen leidden tot frustratie en verzet bij studenten en leraren.
Aartsbisschoppen hadden een aanzienlijke invloed op het onderwijsbeleid. Zo gaf aartsbisschop Goossens in Mechelen een bevelbrief aan de bestuurders van alle geestelijke onderwijsgestichten om hun lerlingen de catechismus in hun moedertaal aan te leren. Tegelijkertijd was er kritiek op de houding van sommige aartsbisschoppen ten opzichte van de Vlaamse beweging.
De strijd om taalwetgeving was lang en moeizaam. Pogingen om het Nederlands in het onderwijs te versterken werden vaak tegengewerkt door politieke en religieuze krachten. Het duurde jaren voordat er significante veranderingen werden doorgevoerd.
De situatie in de Jezuietencolleges was bijzonder problematisch. Studenten die hun Vlaamse gevoelens uitten, werden soms behandeld als onwaardig om de sacramenten van de Kerk deelachtig te worden. Er waren klachten over verboden om deel te nemen aan Vlaamsgezinde bijeenkomsten en over de algemene verfransing van het onderwijs in deze colleges.
De discussie over taalonderwijs en de rol van de kerk in het onderwijs raakte aan de kern van de Vlaamse identiteit. Het bevorderen van het Nederlands werd gezien als een manier om de Vlaamse cultuur en taal te beschermen tegen de dominantie van het Frans.
De Week van de Opvoeding biedt een platform voor dialoog en reflectie over de uitdagingen en kansen in de opvoeding. Het is een moment om stil te staan bij het belang van een ondersteunende omgeving voor kinderen en jongeren, en om samen te werken aan een betere toekomst.
De Week van de Opvoeding in Roeselare, met haar focus op samenwerking en ondersteuning, sluit aan bij een lange traditie van inspanningen om de opvoeding te verbeteren. Historische documenten laten zien dat de discussie over taalonderwijs en de rol van de kerk in het onderwijs al lang speelt, en dat er voortdurend uitdagingen zijn om een kwaliteitsvol en inclusief onderwijs te bieden. De activiteiten die in Roeselare worden georganiseerd, dragen bij aan een positieve en stimulerende omgeving voor kinderen en ouders, en benadrukken het belang van samenwerking tussen verschillende instanties. De nadruk op ‘goed genoeg ouderschap’ erkent de complexiteit van opvoeden en moedigt ouders aan om te focussen op een liefdevolle en ondersteunende relatie met hun kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet