De Week van de Opvoeding in Ede: Samen Delen, Samen Weten
juli 13, 2025
De opvoeding van kinderen is een continue uitdaging en vereist de inzet van ouders, familieleden en professionals. Verschillende initiatieven en activiteiten worden georganiseerd om deze taak te ondersteunen en te vergemakkelijken. Dit artikel geeft een overzicht van relevante informatie en mogelijkheden, met een focus op de regio Ieper en de bredere context van onderwijs en opvoeding in Vlaanderen en Wallonië. De informatie is gebaseerd op beschikbare gegevens over evenementen, onderwijsstructuren en beleid.
De ‘Week van de Opvoeding’ is een jaarlijks evenement dat plaatsvindt van 16 tot 23 mei. Tijdens deze week worden geweldige ouders, familieleden en professionals in de spotlights gezet, erkennend hun dagelijkse inzet voor de groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren. In de regio Ieper en omliggende gemeenten worden diverse activiteiten georganiseerd, waaronder workshops, lezingen en spelletjes voor het hele gezin.
In Ieper zelf zijn er specifieke activiteiten gepland. Zo wordt er een voorleesuurtje georganiseerd in de bibliotheek, bedoeld voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar. Voorlezen stimuleert de taal- en spraakontwikkeling, verhoogt de concentratie en is een leuke activiteit voor kinderen. Daarnaast wordt er een lezing georganiseerd met de titel ‘goed omringd’ door Lynn Geerinck, die het belang van een ondersteunend netwerk bij de opvoeding benadrukt. Ook is er een speelstraat gepland in Zillebeke, waar kinderen kunnen spelen en sociaal contact hebben.
In Heuvelland worden eveneens activiteiten aangeboden, zoals een ‘Kijk, Ik fiets!’-sessie voor kinderen van 3,5 tot 5 jaar, waarbij ze leren fietsen zonder steunwieltjes. Ook wordt er een feestelijk voorleesmoment georganiseerd en een natuur- en kunstwandeling in de Zwarteberg. In Mesen is er een ontmoetingsmoment voor ouders en kinderen, met een workshop ‘samen kunst maken’ voor kinderen vanaf 6 jaar.
Voor de meeste activiteiten is inschrijving vereist, hoewel sommige activiteiten vrij toegankelijk zijn. De activiteiten zijn toegankelijk voor iedereen, ongeacht de woonplaats.
Het onderwijs in Vlaanderen is georganiseerd onder leiding van een ministerie. Historisch gezien is de verantwoordelijkheid voor onderwijs verschoven tussen verschillende ministeries, waaronder Openbaar Onderwijs, Binnenlandse Zaken en Kunsten en Wetenschappen. Sinds 1989 liggen de meeste bevoegdheden bij de gemeenschapsministeries.
De duur van de leerplicht, de minimumvoorwaarden voor diploma’s, pensioen- en verlofregelingen, en de opleiding van leger en politie worden nog steeds federaal geregeld. Het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming kent vier interne agentschappen voor de beleidsuitvoering en een extern agentschap voor infrastructuur. De onderwijsinspectie toeziet op de kwaliteit van het onderwijs en biedt steun aan scholen. De bevindingen van de inspectie zijn sinds 2009 openbaar.
Om de onderwijskwaliteit te bewaken, zijn in 1997 eindtermen geformuleerd als houvast voor het onderwijs. Deze minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes zijn verplicht opgenomen in leerplannen. Leerplannen worden ontwikkeld door de onderwijsnetten en goedgekeurd door de overheid.
Er worden vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen gehanteerd, waaronder vaardigheden als leren te leren, sociale ontwikkeling, gezondheid en milieueducatie, muzisch creatieve vorming en ICT. In het vervolgonderwijs gelden de eindtermen voor de verplichte vakken, maar niet voor gespecialiseerde keuzevakken.
In België gaan kinderen naar de lagere school aan het begin van het schooljaar waarin ze 6 worden. In Vlaanderen moeten ze in principe in het jaar voorafgaand aan de lagere school 220 dagdelen op de kleuterschool zijn geweest. Scholen screenen kinderen op hun vaardigheid in de moedertaal om te bepalen of bijspijkeren nodig is.
Scholen bepalen zelf de lesinhoud en lesmethode om de leerdoelen te halen binnen de leergebieden die de taalgemeenschap hanteert. Deze leergebieden omvatten moedertaal, rekenen, gym, creatieve vakken, moderne talen, natuur en techniek, geschiedenis en aardrijkskunde. In de basisschool is een bepaald deel van de lestijd verplicht toegewezen aan het kerncurriculum. Ook lessen in godsdienst of zedenleer zijn landelijk vastgelegd.
Scholen zijn verplicht om plannen te maken voor steun en bijscholing van leerkrachten. In Vlaanderen is er logopedie beschikbaar voor basisscholen en zijn er onderwijspsychologen en andere specialisten voor leerplichtscholen. Leerkrachten kunnen gebruikmaken van gratis cursussen en vergoedingen voor reiskosten.
In 2013 beschikten basisscholen in Vlaanderen over 1 pc per 6 leerlingen, terwijl het secundair onderwijs 1 pc per 2 leerlingen had. Scholen hebben vaak een multimedia centrum en onderwijsdiensten voorzien in les- en leermiddelen.
Naast het reguliere onderwijs is er ook deeltijds kunstonderwijs en volwassenenonderwijs beschikbaar. Het volwassenenonderwijs omvat verschillende vormen, zoals centra voor basiseducatie, centra voor volwassenenonderwijs en hogescholen.
Er is financiële hulp beschikbaar voor leerlingen en studenten, in de vorm van beurzen en belastingaftrek voor ouders. De toekenning van beurzen is vaak gebaseerd op behoefte.
België kent over het algemeen minder schooldagen per jaar dan de meeste EU-landen. Het schooljaar loopt van 30 juni tot 1 september, en de vakantieperiodes zijn grotendeels geharmoniseerd tussen de verschillende gemeenschappen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet