Cao Kinderopvang 2020–2021: Salarisverhogingen, Uitkeringen en Werkplezier
juli 17, 2025
Lichamelijke opvoeding en sport vormen een essentieel onderdeel van de ontwikkeling van kinderen en jongeren. De opleidingen op dit gebied bereiden professionals voor op het stimuleren van een actieve levensstijl en het bevorderen van gezondheid. Dit artikel geeft een overzicht van de mogelijkheden binnen het onderwijs en daarbuiten, gebaseerd op beschikbare informatie over de opleidingen en het werkveld.
Lichamelijke opvoeding omvat meer dan alleen het beoefenen van sport. Het is een breed vakgebied dat gericht is op het behoud, de ontwikkeling en de volmaaktheid van het lichaam door middel van verzorging, verpleging, lichamelijke oefeningen, sport, turnen, spel, kleding en mode. Het doel is om kinderen van jongs af aan vertrouwd te maken met sport- en beweegactiviteiten en hen te laten ontdekken wat ze leuk vinden, wat de sleutel is tot een actieve leefstijl op latere leeftijd. De kerndoelstelling is dat leerlingen op een verantwoorde manier deelnemen aan de bewegingscultuur en de hoofdbeginselen van belangrijke bewegings- en spelvormen leren ervaren en uitvoeren, zoals balanceren, springen, klimmen en hardlopen.
Er zijn diverse opleidingsroutes om een bevoegdheid te verkrijgen in lichamelijke opvoeding en sport. Deze variëren van hbo-opleidingen tot universitaire studies en verkorte trajecten voor reeds afgestudeerden.
Verschillende hogescholen bieden bacheloropleidingen aan die leiden op tot leraar lichamelijke opvoeding. Zo biedt de Hanzehogeschool Groningen de ALO (Akademie voor Lichamelijke Opvoeding), een vierjarige voltijdopleiding die combineert sporten met het leren bewegen en het gezond opgroeien van kinderen. Ook de Hogeschool Inholland biedt een deeltijdopleiding Sportkunde, die zich richt op het in beweging zetten van mensen om hen gezond te maken en te houden. Windesheim en HAN bieden eveneens relevante opleidingen.
Een uniek aspect van sommige opleidingen, zoals die van Hogent, is de combinatie van lichamelijke opvoeding met bewegingsrecreatie. Dit maakt het mogelijk om een brede basis te leggen en te specialiseren in verschillende gebieden.
Voor mensen die al een educatief diploma hebben, zijn er verkorte trajecten beschikbaar om een bevoegdheid voor lichamelijke opvoeding of bewegingsrecreatie te behalen. Deze trajecten duren doorgaans één tot anderhalf jaar. Hogent biedt bijvoorbeeld een verkort traject voor zowel lichamelijke opvoeding als bewegingsrecreatie, afhankelijk van de vooropleiding.
Na een hbo-opleiding is het mogelijk om door te studeren aan de universiteit. Opties zijn onder andere de master Lichamelijke Opvoeding en Sportpedagogiek, Sport Sciences, Sportbeleid en Sportmanagement, Bewegingswetenschappen en Onderwijskunde.
De curricula van de verschillende opleidingen zijn divers, maar omvatten gemeenschappelijke elementen. Zo staat in het eerste jaar van de ALO aan de Hanzehogeschool Groningen oriëntatie centraal, met kennismaking met verschillende sporten zoals atletiek, zwemmen, gym en spel. Studenten lopen stage in verschillende onderwijsvormen, waaronder basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs.
De opleidingen leggen vaak de nadruk op zowel theoretische kennis als praktische vaardigheden. Studenten leren over anatomie, fysiologie, pedagogiek en psychologie, maar ook over het organiseren en begeleiden van sportprogramma's en -activiteiten. Sommige opleidingen bieden de mogelijkheid om te specialiseren in specifieke sporten of gebieden, zoals personal training, outdoor activiteiten of fitness.
Na het afronden van een opleiding in lichamelijke opvoeding en sport zijn er diverse carrièremogelijkheden.
Een veelvoorkomende route is het werken als leraar lichamelijke opvoeding in het kleuter-, lager- of secundair onderwijs. Met een eerstegraads lesbevoegdheid mag je lesgeven in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.
Buiten het onderwijs zijn er mogelijkheden bij sport- en zwemverenigingen, zwembaden, fitnesscentra, buitensportorganisaties en bureaus die sportevenementen organiseren. Functies omvatten sportdocent, buurtsportcoach, combinatiefunctionaris en animator.
Sportkundigen kunnen ook aan de slag in de gezondheidszorg en het welzijn, bijvoorbeeld bij het ondersteunen van mensen bij het verbeteren van hun gezondheid en leefstijl. Dit kan inhouden het ontwikkelen van individuele trainingsprogramma's, het adviseren over voeding en het organiseren van beweegprogramma's.
Ook overheidsinstellingen en bedrijven bieden mogelijkheden voor afgestudeerden in lichamelijke opvoeding en sport. Denk aan functies bij gemeenten, politie, defensie of bedrijven die zich richten op gezondheid en vitaliteit van medewerkers.
Het werkveld van lichamelijke opvoeding en sport is voortdurend in beweging. Er is een groeiende aandacht voor gezondheid, sport en leefstijl, wat leidt tot een toenemende vraag naar professionals op dit gebied. Daarnaast zijn er trends zoals de opkomst van nieuwe sporten (padel, SUP, pickleball) en de digitalisering van sport en bewegen.
Ook de accommodaties voor lichamelijke opvoeding vragen om verbetering. Uit onderzoek blijkt dat veel docenten belemmeringen ervaren door de huidige accommodaties, bijvoorbeeld door een onvoldoende inrichting, veroudering of een gebrek aan beschikbaarheid.
Sommige hogescholen bieden extra ondersteuning aan studenten die topsport combineren met hun studie. Dit kan inhouden flexibele studiemogelijkheden en aangepaste trainingsprogramma's. Ook is er vaak begeleiding beschikbaar op het gebied van studievaardigheden en persoonlijke ontwikkeling.
De opleidingen in lichamelijke opvoeding en sport bieden een solide basis voor een veelzijdige carrière. De mogelijkheden zijn breed en variëren van het onderwijs tot sport en recreatie, gezondheid en welzijn. De groeiende aandacht voor een actieve levensstijl en de voortdurende ontwikkelingen in het werkveld maken dit een aantrekkelijke sector voor ambitieuze professionals. Het is belangrijk om te overwegen welke specialisatie het beste aansluit bij persoonlijke interesses en vaardigheden, en om te kijken naar de verschillende opleidingsmogelijkheden en de bijbehorende toelatingseisen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet