De Week van de Opvoeding 2024: Samen in Verbinding voor Kinderen en Gezinnen
juli 13, 2025
Lichamelijke opvoeding (LO) is een integraal onderdeel van het onderwijsprogramma, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. Het vak richt zich op het ontwikkelen van de motoriek van kinderen en jongeren, het bevorderen van plezier in bewegen en het aanleren van sociale vaardigheden door middel van spel en sport. De lessen dragen bij aan de algehele ontwikkeling van leerlingen, waarbij niet alleen fysieke gezondheid centraal staat, maar ook aspecten als samenwerking, respect en eerlijk spel.
Het primaire doel van lichamelijke opvoeding is om leerlingen een brede introductie te geven in de bewegingscultuur. Dit omvat het aanleren van diverse bewegingsvormen zoals balanceren, springen, klimmen, en het uitvoeren van verschillende sporten. Leerlingen leren zelfstandig en gezamenlijk bewegingsactiviteiten te initiëren en te onderhouden. Een belangrijke focus ligt op het ontwikkelen van motorische vaardigheden, zoals gooien, vangen, klimmen en balanceren. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het belang van een gezonde levensstijl en het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zoals samenwerking en respect voor medespelers.
Lichamelijke opvoeding draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen op verschillende vlakken. Naast de verbetering van de motoriek, leren leerlingen omgaan met winst en verlies, en ontwikkelen ze een teamgeest. Het vak stimuleert fysieke inspanning door middel van diverse sporten, wat resulteert in een verbeterde conditie en gezondheid.
De inhoud van de gymlessen is gevarieerd en afhankelijk van de school en de leeftijd van de leerlingen. Vaak komen verschillende sporten aan bod, waaronder atletiek (rennen, springen, werpen), turnen, en balsporten zoals voetbal, basketbal en volleybal. Dans en zwemmen kunnen eveneens onderdeel zijn van het lesprogramma. Ook spelletjes en oefeningen die de algemene motoriek verbeteren, worden regelmatig ingezet. Deze oefeningen helpen kinderen om snel te reageren en hun lichaam beter te beheersen.
De kerndoelen binnen lichamelijke opvoeding zijn onderverdeeld in verschillende domeinen: spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en het aanleren of corrigeren van een gezonde lichaamshouding. De leerdoelen zijn verder onderverdeeld in motorische, sociale en emotionele, en cognitieve leerdoelen.
Oorspronkelijk werd lichamelijke opvoeding, in het verleden aangeduid als lichamelijke oefening, vooral gezien als een manier om het lichaam gezond en weerbaar te maken. Methodieken waren gebaseerd op ideeën uit het buitenland, zoals het Duitse schoolturnen en de Zweedse gymnastiek. Het accent lag op het versterken van het lichaam en het bevorderen van de gezondheid. Tot ongeveer 1980 werden gymlessen vaak apart gegeven aan jongens en meisjes, om misbruik te voorkomen. Sindsdien worden de lessen meestal gemengd gegeven, hoewel men over het algemeen van mening is dat er vanaf ongeveer 10 jaar aparte kleedkamers en douches voor jongens en meisjes moeten zijn.
In het voortgezet onderwijs is lichamelijke opvoeding ingedeeld in verschillende domeinen. Deze omvatten algemene vaardigheden, zoals goed kunnen sporten in een groep, en het beoefenen van diverse sporten zoals balsporten, turnen en atletiek. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het organiseren van toernooien, het belang van bewegen voor de gezondheid, en de maatschappelijke effecten van sport en bewegen. Het vak is verplicht voor alle leerlingen, met uitzondering van leerlingen op VAVO-scholen, en telt mee bij het combinatiecijfer. Leraren Lichamelijke Opvoeding worden opgeleid aan een Academie voor Lichamelijke Opvoeding.
Voor leerlingen die op hoog niveau sporten, zijn er speciale voorzieningen zoals Topsport Talentscholen. Deze scholen bieden flexibele roostering, maatwerk en intensieve begeleiding om sport en studie te combineren. Leerlingen met een NOC*NSF-status of een KNVB-beloftestatus kunnen profiteren van aangepaste lesroosters, uitstel van proefwerken en vrijstellingen van bepaalde vakken. Deze scholen werken met een driejarige auditcyclus om de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding te waarborgen.
De gymdocent bereidt de lessen voor, zorgt voor de benodigde materialen en begeleidt de leerlingen op een verantwoorde manier. Hierbij wordt rekening gehouden met de vaardigheden, kennis en fysieke mogelijkheden van de leerlingen. Een goede gymdocent kan een uitdaging creëren en de leerlingen stimuleren om actief deel te nemen. Een goede les kenmerkt zich door een gedoseerde afwisseling van actie en rust, waarbij rustmomenten worden gebruikt voor observatie en reflectie.
Lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in het bevorderen van een gezonde levensstijl. Regelmatige beweging is goed voor de conditie, de gezondheid, de hersenstructuur en de executieve functies van kinderen. Het vak stimuleert niet alleen fysieke activiteit, maar ook bewustwording over het belang van voeding, slaap en ontspanning. Een gezonde levensstijl kan de kans op diverse ziekten, zoals kanker, diabetes 2 en hart- en vaatziekten, verminderen.
Het is van essentieel belang dat het vak lichamelijke opvoeding op alle scholen wordt uitgebreid met theoretische lessen over gezondheid en leefstijl. Echte lichamelijke opvoeding omvat meer dan alleen een of twee uur in de gymzaal; het gaat om het verspreiden van kennis en bewustwording over een gezonde levensstijl.
Om de gezondheid van de bevolking te verbeteren, is het noodzakelijk om stappen te zetten op het gebied van preventie, bewustwording en leefstijlinterventies. Huisartsen, bedrijfsartsen en medisch specialisten zouden patiënten naar multidisciplinaire leefstijl gezondheidscentra moeten verwijzen. Daarnaast zou de overheid werk moeten maken van een suikertax om gelden vrij te maken voor deze transitie van de zorg en de reductie van BTW op groente en fruit. Roken zou duurder moeten worden en verboden.
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het schoolcurriculum dat bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren op verschillende vlakken. Het vak bevordert niet alleen de fysieke gezondheid en motoriek, maar ook sociale vaardigheden, samenwerking en respect. Door een gevarieerd lesprogramma en een professionele begeleiding kunnen leerlingen plezier beleven aan bewegen en een gezonde levensstijl ontwikkelen. De integratie van theoretische lessen over gezondheid en leefstijl is cruciaal om de impact van lichamelijke opvoeding te maximaliseren en de gezondheid van de toekomstige generaties te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet