Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering: Een Planmatige Aanpak voor Kinderen
juli 13, 2025
De voormalige Rijksinrichting, ook wel bekend als "Het Rijk", was een residentiële groep voor kortdurende acute opvang van jongeren van 12 tot 18 jaar die vanwege een crisissituatie even niet meer in hun huidige situatie konden verblijven. Deze inrichting was gericht op jongeren met een uiteenlopende problematiek, waarbij de veiligheid van de jongere of hun omgeving niet langer gewaarborgd kon worden. De inrichting had als doel om de jongeren tijdelijk te onderbrengen en hen te begeleiden, zodat ze op een veilige manier konden teruggaan naar hun oude omgeving of een nieuw perspectief kregen.
De opvoeding van moeilijk opvoedbare jongeren vormde een belangrijk onderdeel van de Rijksinrichting. Hierbij werd uitgegaan van het grondrecht van jongeren om opgevoed te worden, met als doel hen te helpen hun volwassenheid te ontwikkelen. De inrichting benadruide dat jongeren niet opgesloten moesten worden, maar dat zij opgevoed moesten worden als zij crimineel gedrag vertonen of daartoe dreigen te vervallen. Dit leidde tot een opvoedingsrecht dat een opvoedingsplicht met zich meebrengt. De Rijksinrichting was daarom positief gestemd over de suggesties van bewindsman Kok om ouders van ontspoorde jongeren verplicht een opvoedcursus te laten volgen.
De Rijksinrichting had een socio-groepsstrategie, waarbij de jongeren werden opgevangen in een groep met een bepaalde structuur. Tijdens hun verblijf kregen de jongeren veel rust en werden ze begeleid door pedagogisch medewerkers. Deze begeleiding vond plaats in samenwerking met gezinswerkers, die ook ondersteuning boden aan ouders en het bredere systeem. De groep had 7 plekken en een noodbed, wat aantoont dat de inrichting zich richtte op een klein, intensief onderwijsondersteunend systeem.
De Rijksinrichting biedt een tijdelijke opname van maximaal 4 tot 12 weken, met intensieve (gezins)begeleiding. Tijdens deze periode werden de jongeren begeleid en ondersteund, zodat ze tot rust konden komen en een nieuw perspectief konden opdoen. De jongeren kregen hierbij veel structuur, wat helpt bij het opbouwen van een veilige en betrouwbare omgeving.
De geschiedenis van het jeugdstelsel laat zien dat er voortdurend dezelfde wensen zijn geweest voor verbetering, gevolgd door een stelselwijziging of een andersoortige interventie die dit zou moeten faciliteren. De achterliggende bedoeling lijkt daarbij steeds weer naar de achtergrond te verdwijnen. Bij de verbeteringen van het jeugdstelsel gaat het steeds om beter luisteren naar cliënten, versterking van het preventief jeugdbeleid en ondersteuning op lokaal niveau, meer samenhang in jeugdhulpverlening, jeugd-ggz en jeugdbescherming op regionaal niveau en inbedding van die hulp in de leefwereld van gezinnen.
In de jaren tachtig was de jeugdcriminaliteit een rekbaar begrip. Zowel het meisje dat een lippenstift steelt als de jongen die 's nachts auto’s kraakt, maakt zich er schuldig aan. Het is niet toevallig dat het overgrote deel van de daders zestien of zeventien jaar is, dus op het hoogtepunt van hun puberteit. Het is daarom belangrijk dat jongeren op de juiste manier worden opgevoed, zodat ze hun grenzen kunnen ontdekken en leren omgaan met hun gedrag.
Bij de verbeteringen van het onderwijsstelsel gaat het over minder doorverwijzingen naar speciale voorzieningen, meer doorstroom/terugkeer naar regulier onderwijs bevorderen, en samenhangende aanpak door een goede verbinding te maken met de jeugdzorg. In de praktijk blijkt dat onderwijs en jeugdhulp nog vaak gescheiden terreinen zijn. Het onderwijs heeft last van wachttijden bij jeugdhulp. Sommige gemeenten vinden dat scholen een te groot beroep doen op jeugdhulp.
In de jeugdwet en de wet passend onderwijs staat dat de gemeenten en het onderwijs de zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren afstemmen op institutioneel en individueel niveau. De evaluatie laat zien dat in de praktijk onderwijs en jeugdhulp nog vaak gescheiden terreinen zijn. Het onderwijs heeft last van wachttijden bij jeugdhulp. Sommige gemeenten vinden dat scholen een te groot beroep doen op jeugdhulp.
De gesloten jeugdzorg is een laatste middel om jeugdigen met ernstige problemen te helpen. Het gaat bijvoorbeeld om kinderen of jongeren die veel drugs gebruiken of denken aan zelfdoding. In de gesloten jeugdzorg kan een jeugdige een medische behandeling opgelegd krijgen of opgesloten worden in een kamer. De inspectie maakt zich zorgen over de manier waarop de gesloten jeugdzorg verandert. Over zes jaar mag niemand meer in zo'n instelling terechtkomen en daarom worden locaties afgeschaald en omgebouwd. Maar alternatieven ontbreken, hulp laat vaak lang op zich wachten en alle instellingen staan er financieel slecht voor.
De vijftien locaties voor gesloten jeugdzorg in het land zijn een laatste middel om jeugdigen met ernstige problemen te helpen. Het gaat bijvoorbeeld om kinderen of jongeren die veel drugs gebruiken of denken aan zelfdoding. In de gesloten jeugdzorg kan een jeugdige een medische behandeling opgelegd krijgen of opgesloten worden in een kamer. Anderhalf jaar geleden nam het kabinet maatregelen om de gesloten jeugdzorg te veranderen. Opvang moet minder grootschalig worden, opsluiten moet minder snel mogelijk worden en er mogen vanaf 2030 geen nieuwe jeugdigen in de gesloten jeugdzorg bijkomen. Het doel: menswaardigere zorg bieden.
De voormalige Rijksinrichting was een belangrijk onderdeel van het jeugd- en onderwijsstelsel. De inrichting was gericht op jongeren met een uiteenlopende problematiek, waarbij de veiligheid van de jongere of hun omgeving niet langer gewaarborgd kon worden. De inrichting benadruide dat jongeren niet opgesloten moesten worden, maar dat zij opgevoed moesten worden als zij crimineel gedrag vertonen of daartoe dreigen te vervallen. Dit leidde tot een opvoedingsrecht dat een opvoedingsplicht met zich meebrengt. De Rijksinrichting was daarom positief gestemd over de suggesties van bewindsman Kok om ouders van ontspoorde jongeren verplicht een opvoedcursus te laten volgen.
De geschiedenis van het jeugdstelsel laat zien dat er voortdurend dezelfde wensen zijn geweest voor verbetering, gevolgd door een stelselwijziging of een andersoortige interventie die dit zou moeten faciliteren. De achterliggende bedoeling lijkt daarbij steeds weer naar de achtergrond te verdwijnen. Bij de verbeteringen van het jeugdstelsel gaat het steeds om beter luisteren naar cliënten, versterking van het preventief jeugdbeleid en ondersteuning op lokaal niveau, meer samenhang in jeugdhulpverlening, jeugd-ggz en jeugdbescherming op regionaal niveau en inbedding van die hulp in de leefwereld van gezinnen.
In de praktijk blijkt dat onderwijs en jeugdhulp nog vaak gescheiden terreinen zijn. Het onderwijs heeft last van wachttijden bij jeugdhulp. Sommige gemeenten vinden dat scholen een te groot beroep doen op jeugdhulp. De evaluatie laat zien dat passend onderwijs op leerlingenniveau nog niet tot veel verandering heeft geleid. Kort na de invoering van de wet daalde de instroom in het speciaal onderwijs, maar die daling heeft niet doorgezet en sinds 2016 is weer sprake van een stijging. Het aantal thuiszitters stijgt eveneens, tegen de beleidsbedoelingen in.
De gesloten jeugdzorg is een laatste middel om jeugdigen met ernstige problemen te helpen. Het gaat bijvoorbeeld om kinderen of jongeren die veel drugs gebruiken of denken aan zelfdoding. In de gesloten jeugdzorg kan een jeugdige een medische behandeling opgelegd krijgen of opgesloten worden in een kamer. De inspectie maakt zich zorgen over de manier waarop de gesloten jeugdzorg verandert. Over zes jaar mag niemand meer in zo'n instelling terechtkomen en daarom worden locaties afgeschaald en omgebouwd. Maar alternatieven ontbreken, hulp laat vaak lang op zich wachten en alle instellingen staan er financieel slecht voor.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet