Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
Een jaarplan voor lichamelijke opvoeding is essentieel voor het opbouwen van een doorlopende lijn in het bewegingsonderwijs binnen de school. Het jaarplan vormt de basis voor het organiseren van lesactiviteiten, het definiëren van leerdoelen en het plannen van de lesuitvoering. In het lager onderwijs is het belangrijk om een duidelijke opbouw te hebben, zodat leerkrachten zich gericht kunnen houden op het leren van bewegingsvaardigheden, het stimuleren van beweging en het bevorderen van een positieve houding ten opzichte van lichamelijke activiteit. In dit artikel wordt ingegaan op de structuur van een jaarplan voor lichamelijke opvoeding, de benodigde onderdelen, de betekenis van doelen en de uitvoering van de activiteiten.
Een jaarplan voor lichamelijke opvoeding bevat meestal verschillende delen. Het bevat eerst een overzicht van de bewegingsthema’s die tijdens het schooljaar worden aangeboden. Daarnaast worden leerlijnen geformuleerd, die een overzicht geven van de vaardigheden die de leerlingen moeten ontwikkelen. In het jaarplan wordt ook aangegeven hoe de lessen worden opgebouwd, welke activiteiten er in de gymzaal worden gegeven, en welke regels en afspraken gelden voor de bewegingsles.
In de bron wordt aangegeven dat een jaarplan voor lichamelijke opvoeding wordt opgesteld op basis van het plan bewegingsonderwijs van de hele school. Dit zorgt ervoor dat de lesactiviteiten op een gestructureerde manier worden georganiseerd en dat er een doorlopende lijn is tussen de verschillende klassen. Daarnaast wordt ook de invulling van de lessen bepaald, inclusief de keuze voor bepaalde methoden, leerlijnen en thema’s. Het jaarplan biedt daarnaast een overzicht van de doorlopende leerlijnen, zodat leerkrachten kunnen weten wat ze in elk schooljaar kunnen verwachten.
Een jaarplan voor lichamelijke opvoeding is geen statisch document, maar wordt regelmatig aangepast en uitgebreid. In de bron wordt aangegeven dat de school op mesoniveau een overzicht maakt van de afspraken die gelden binnen het bewegingsonderwijs. Dit omvat de keuze voor bepaalde activiteiten, de manier waarop de lessen worden ingericht, en de leerdoelen die de leerlingen moeten behalen. Het jaarplan bevat ook een overzicht van de activiteiten die in de gymzaal worden gegeven, inclusief het aantal lessen per week, de activiteiten en de invulling van de les.
In de bron wordt ook verwezen naar voorbeelden van jaarplannen, die beschikbaar zijn via de KVLO. Deze voorbeelden geven een overzicht van hoe een jaarplan eruit kan zien en kunnen dienen als richtlijn voor leerkrachten bij het opstellen van hun eigen jaarplan. Het is belangrijk om te weten dat het jaarplan niet op een vaste manier moet worden opgesteld, maar dat het moet aansluiten bij de behoeften van de leerlingen en de omstandigheden van de school.
Binnen het lichamelijke onderwijs worden drie soorten doelen onderscheiden: bewegingsdoelen, reguleringsdoelen en belevingsdoelen. Bewegingsdoelen richten zich op het leren van specifieke vaardigheden, zoals het spelen van een bal, het klimmen of het springen. Reguleringsdoelen gaan over het samenwerken, het regelen van het gedrag en het aanpakken van problemen. Belevingsdoelen zijn gericht op het ervaren van de activiteiten, het leren omgaan met tegenslagen en het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van lichamelijke activiteit.
In de bron wordt aangegeven dat het belangrijk is om bij elke activiteit duidelijke accenten te kiezen. Deze accenten bepalen wat de leerkracht in de les wil bereiken en welke vaardigheden de leerlingen moeten leren. Bijvoorbeeld, bij een pylonnentrefbalspel is het belangrijk om accenten te leggen op het werken met een bal, het doel richten en het samenwerken met andere leerlingen. De accenten worden opgenomen in het lesvoorbereidingsformulier, zodat de leerkracht op basis van het gedrag van de leerlingen passende accenten kan kiezen.
Bij de uitvoering van de activiteiten is het belangrijk om rekening te houden met de verschillen tussen de leerlingen. Niet alle leerlingen hebben dezelfde vaardigheden of hetzelfde niveau. Daarom is het belangrijk om in te spelen op de individuele behoeften van de leerlingen en hen te helpen bij het leren van de benodigde vaardigheden. In de bron wordt aangegeven dat leerkrachten bij elke activiteit drie tot vier specifieke speelregels kunnen opstellen. Deze regels bepalen hoe de activiteit moet worden uitgevoerd en helpen bij het opbouwen van een structuur in de les.
Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de ruimte en het materiaal dat beschikbaar is in de gymzaal. In de bron wordt aangegeven dat een arrangement bestaat uit materialen, deelnemers en de opstellingen van de deelnemers ten opzichte van die materialen. Dit kan een tekening zijn of een foto van de opstelling. Bij deze opstelling is het verstandig rekening te houden met de opstelling en de activiteiten in de andere vakken. Het is dus handig om een plattegrond van de hele gymzaal te maken om goed te weten hoeveel materialen er in een hoek passen.
Bij elke activiteit kunnen er extra’s worden opgenomen, zoals aanpassingen, interventies en aanvullende instructies. Deze extra’s geven de leerkracht meer ruimte om op maat te werken aan de behoeften van de leerlingen. In de bron wordt aangegeven dat leerkrachten bij elke activiteit drie extra’s kunnen bedenken, zoals ‘als ... dan’-situaties, waarin wordt geformuleerd wat de leerkracht moet doen als bepaalde gedragingen worden waargenomen. Deze aanpassingen kunnen helpen bij het begeleiden van leerlingen met specifieke behoeften.
Een jaarplan voor lichamelijke opvoeding is essentieel voor het opbouwen van een doorlopende lijn in het bewegingsonderwijs binnen de school. Het jaarplan bevat een overzicht van de bewegingsthema’s, leerlijnen, activiteiten en regels die gelden voor de les. Daarnaast wordt ook aangegeven welke doelen worden geformuleerd, zoals bewegingsdoelen, reguleringsdoelen en belevingsdoelen. De uitvoering van de activiteiten is belangrijk, zodat leerkrachten kunnen inwerken op de individuele behoeften van de leerlingen. Extra’s en aanpassingen kunnen helpen bij het begeleiden van leerlingen met specifieke behoeften.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet