Opleiding tot kinderbegeleider: een weg naar een betrokken rol in de jeugd
juli 12, 2025
In de opvoeding en kinderopvang speelt het stellen van verwachtingen een cruciale rol. Deze verwachtingen vormen de basis van de pedagogische relatie en bepalen hoe kinderen worden begeleid, gestimuleerd en gecorrigeerd. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van verwachtingen in de opvoeding en kinderopvang besproken, met aandacht voor zowel de positieve als de risicovolle kanten. De informatie is gebaseerd op gegevens uit bronnen zoals het pedagogische beleidsplan, de rol van ouders, de invloed van verwachtingen op het gedrag van kinderen en de balans tussen hoop en realiteit.
Verwachtingen vormen een essentieel onderdeel van de opvoedende handeling. Elke opvoedkundige handeling is afgesteld op zowel het kind als de verwachtingen die de opvoeder heeft over het kind. Verwachtingen zijn noodzakelijk in het onderwijs en in de opvoeding om richting te geven aan de ontwikkeling van het kind. Maar ze zijn ook risicovol. Een onjuiste verwachting kan zorgen dat het kind zich niet gezien voelt (de verwachting is niet specifiek genoeg), niet uitgedaagd voelt (de verwachting is te laag) of te falen (de verwachting is te hoog). Het is belangrijk om een verwachting uit te dragen die passend is voor het kind.
De verwachtingen kunnen op verschillende manieren worden geformuleerd. Er zijn descriptieve verwachtingen, die de huidige situatie beschrijven, en normatieve verwachtingen, die bepalen wat er moet gebeuren. Bijvoorbeeld: “Ik verwacht dat je deze toets goed gaat maken” of “Ik verwacht dat je dankjewel zegt wanneer je iets krijgt”. Verwachtingen brengen mores met zich mee, en kunnen zowel descriptief als normatief zijn.
Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in een eigen tempo. Wanneer ouders te veel van het kind verwachten of willen dat het meteen alles goed doet, kunnen er problemen ontstaan. Ieder kind maakt fouten, en meestal niet met opzet. Het is belangrijk dat ouders realistische verwachtingen stellen en hun kind begrijpen op basis van zijn eigen ontwikkelingsfase.
Ouders die goed voor zichzelf zorgen en genoeg rust en ontspanning krijgen, kunnen makkelijker geduldig, consequent en beschikbaar zijn voor hun kinderen. Het is belangrijk dat ouders hun eigen behoeften en grenzen kennen, zodat ze in staat zijn om hun kind te ondersteunen.
De leraar speelt een cruciale rol bij het stellen van verwachtingen. Deze verwachtingen zijn niet alleen gericht op het hier en nu, maar ook op de toekomst. Een hoopvolle verwachting probeert zowel het toekomstige, het positieve vergezicht (de hoop) als de specifieke, huidige verwachting met elkaar te verbinden. Dit vraagt om een actieve houding van de leraar en een open blik vanuit het kind naar de toekomst toe.
De leraar moet zijn hoop op een constructieve manier tonen, zodat het kind richting dit vooruitzicht kan groeien. Hiervoor moet uiteraard een element van realisme aanwezig zijn. Dit betekent dat de hoop op een bepaalde manier verbonden moet zijn aan de verwachting. De pedagogische hoop dient daarom gericht te zijn op het ideaal-waarschijnlijke en niet slechts op het ideaal-mogelijke (optimisme), door vanuit een actieve rol een hopende verwachting uit te spreken.
Verwachtingen hebben een grote invloed op het gedrag van kinderen. Bij kwetsbare leerlingen, zoals kinderen uit gezinnen van een etnische minderheidsgroep, met een migratieachtergrond of met een lage SES, kunnen verwachtingen een grote invloed hebben. De kans dat de leerlingen zich dan gaan gedragen naar de verwachtingen van de leraar is groot, want die verwachtingen blijven bestaan, ook als de leraar hen heeft leren kennen. De relatie met kansenongelijkheid ligt hiermee voor de hand.
De meest gebruikte definitie van verwachtingen is die van Good en Broophy (1997): de conclusies die leraren trekken over de huidige en de toekomstige leerprestaties en het gedrag van hun leerlingen. Wij zouden die definitie voor het lesgeven willen bijstellen: verwachtingen tonen zich in de microverwachtingen die leraren hebben over hoe leerlingen een vraag of opdracht kunnen uitvoeren, waardoor de leraren gaan handelen vanuit die verwachtingen.
De hoop is een belangrijk fundament van de pedagogische relatie, het biedt een langlopend vooruitzicht. Het geeft het kind daarmee steun in zijn ontwikkeling: iets waarop het kan afstevenen. Een kind heeft hoopvolle verwachtingen nodig om zich in te beelden wat en hoe het zou kunnen zijn. Een zelfstandig, verantwoordelijk, ondernemend, (milieu)vriendelijk, goedaardig persoon; iets waar men als leraar of opvoeder trots op wil en kan zijn.
De leraar moet zijn hoop op een constructieve manier tonen, zodat het kind richting dit vooruitzicht kan groeien. Hiervoor moet uiteraard een element van realisme aanwezig zijn. Dit betekent dat de hoop op een bepaalde manier verbonden moet zijn aan de verwachting. De pedagogische hoop dient daarom gericht te zijn op het ideaal-waarschijnlijke en niet slechts op het ideaal-mogelijke (optimisme), door vanuit een actieve rol een hopende verwachting uit te spreken.
In de kinderopvang speelt het stellen van verwachtingen eveneens een cruciale rol. De opvoeding van kinderen gebeurt niet alleen in de thuissituatie. Kinderen hebben naast hun ouders ook te maken met andere personen die betrokken zijn bij de opvoeding, bijvoorbeeld familieleden, buren, de huisarts, de leerkracht en de medewerkers in de kinderopvang. Zij zijn in meer of mindere mate deel van de opvoedcontext van het gezin. Daarom is het belangrijk om als professional ook oog te hebben voor het informele en formele netwerk van ouders.
De kinderopvang werkt met professionals die zijn opgeleid om met kinderen te werken. Wat kun je als ouder van deze professionals verwachten? Er zijn verschillende soorten kinderopvang waar je als ouder uit kunt kiezen. Wat zijn de verschillen? Hulp of advies nodig? Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.
Verwachtingen hebben een grote invloed op de opvoeding van kinderen. In het pedagogisch beleidsplan beschrijft u welke afwegingen zijn gemaakt bij de inzet van beroepskrachten en de groepsindeling van de kinderen in basisgroepen. Hierbij gaat u in op de behoeften van het kind, de vormgeving van de basisgroepen en de stabiliteit van de opvang. U kunt bijvoorbeeld beschrijven dat u kijkt naar interesses, ontwikkelingsfases en individuele behoeften van de kinderen en talenten van de beroepskrachten.
De beroepskracht-kindratio geldt voor alle aanwezige kinderen op de BSO. Er gelden nieuwe rekenregels. Die kunt u vinden op 1ratio.nl. Een basisgroep mag maximaal 30 kinderen hebben. Bij de indeling van de groepen kunt u meer rekening houden met de behoeften en ontwikkeling van het kind. Er is dus meer ruimte voor pedagogische overwegingen.
Onrealistische verwachtingen kunnen leiden tot teleurstellingen, boosheid, verdriet of gedesillusioneerde gevoelens. Het is belangrijk om te weten dat verwachtingen niet altijd kunnen worden vervuld. In dat geval is het belangrijk om met open blik en begrip om te gaan met de situatie. Een kind dat te hoge verwachtingen krijgt, kan zich mogelijk onzeker voelen of zelfs falen.
Het is daarom belangrijk om realistische verwachtingen te stellen. Een realistische verwachting is een verwachting die passend is voor het kind en zijn ontwikkelingsfase. De leraar moet zijn hoop op een constructieve manier tonen, zodat het kind richting dit vooruitzicht kan groeien. Hiervoor moet uiteraard een element van realisme aanwezig zijn.
Verwachtingen vormen een cruciale rol in de opvoeding en kinderopvang. Ze bepalen hoe kinderen worden begeleid, gestimuleerd en gecorrigeerd. Het is belangrijk om realistische verwachtingen te stellen, zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen op hun eigen tempo. De leraar en ouders spelen hierbij een belangrijke rol. Door op een constructieve manier om te gaan met verwachtingen, kunnen kinderen zich veilig en gestimuleerd ontwikkelen. De balans tussen hoop en realiteit is hierbij van groot belang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet