Opleiding tot kinderbegeleider: een weg naar een betrokken rol in de jeugd
juli 12, 2025
Verlatingsangst bij kinderen is een veelvoorkomend verschijnsel dat vooral optreedt in de vroege jeugd. Het is een normale ontwikkelingsfase, maar kan bij sommige kinderen zo intens zijn dat het hun dagelijks functioneren beïnvloedt. In dit artikel bespreiden we de oorzaken van verlatingsangst, de kenmerken en symptomen, en de invloed van opvoeding op dit gedrag. We geven ook praktische tips om met verlatingsangst om te gaan, zowel voor ouders als voor onderwijskrachten.
Verlatingsangst ontstaat vaak door een combinatie van ontwikkelingsfasen en emotionele ervaringen. Volgens bron [3] is verlatingsangst een normaal deel van de ontwikkeling van jonge kinderen, met name tussen de 6 en 18 maanden. Tijdens deze fase beseft het kind dat de ouder of verzorger een apart persoon is, maar nog niet volledig begrijpt dat de ouder terugkomt. Dit leidt tot een gevoel van onzekerheid en angst dat de ouder het kind verlaat.
Bij sommige kinderen kan de angst echter ook worden beïnvloed door de opvoedingsstijl van de ouders. Bron [11] wijst erop dat een maladaptief opvoedgedrag, zoals overbeschermend gedrag of vijandigheid, kan bijdragen aan de ontwikkeling van verlatingsangst. Bijvoorbeeld, als ouders te veel dwang uitoefenen of te weinig warmte en autonomie bieden, kan dit leiden tot een gevoel van onveiligheid bij het kind.
Daarnaast kan verlatingsangst ook worden beïnvloed door externe factoren. Bron [5] stelt dat kinderen uit families waarin angst vaker voorkomt, vaker last hebben van verlatingsangst. Dit komt doordat kinderen onbewust de angst van hun ouders kunnen spiegelen. Daarnaast kan een verandering in de omgeving, zoals een nieuwe opvang of een verhuizing, ook bijdragen aan het versterken van verlatingsangst.
De symptomen van verlatingsangst bij kinderen variëren per leeftijd, maar er zijn enkele algemene kenmerken. Volgens bron [9] zijn er verschillende symptomen die verlatingsangst kunnen aanduiden, waaronder:
Bij peuters is verlatingsangst vaak te herkennen aan het feit dat het kind zich aan de ouder vastklampt of niet wil loslaten. Volgens bron [10] kan dit bijvoorbeeld leiden tot huilen bij het afscheid nemen, moeilijkheden met afspreiden met anderen, of het feit dat het kind niet wil slapen zonder de ouder in de kamer.
De opvoedingsstijl van de ouders heeft een grote invloed op de ontwikkeling van verlatingsangst bij kinderen. Bron [11] legt uit dat een maladaptief opvoedgedrag, zoals overbeschermend gedrag, vijandigheid of dwang, kan leiden tot meer angst en onzekerheid bij het kind. Daarentegen kan een adaptief opvoedgedrag, waarin ouders warmte, structuur en autonomie bieden, helpen om de angst van het kind te verminderen.
In bron [12] wordt ook aangegeven dat ouders hun eigen angsten en emoties moeten beheren, omdat deze zich kunnen uiten in hun opvoedgedrag. Als ouders zelf veel angst hebben, kan dit bijdragen aan de ontwikkeling van verlatingsangst bij hun kind. Daarnaast is het belangrijk dat ouders hun kind voldoende ruimte geven om zichzelf te ontwikkelen, zodat het kind zich veilig en zelfvertrouwd voelt.
Er zijn verschillende manieren om met verlatingsangst om te gaan, zowel in de jeugd als in latere jaren. Volgens bron [10] zijn er een aantal strategieën die helpen bij het verminderen van de angst van het kind:
Peuters houden van voorspelbaarheid. Een afscheidsritueel helpt het kind om zich veiliger te voelen. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit een vaste volgorde van stappen, zoals het lezen van een boekje, het zingen van een liedje, of het geven van een knuffel. Dit ritueel helpt het kind om te beseffen dat de ouder altijd terugkomt.
Een troostend knuffeltje of doekje kan helpen om het gevoel van veiligheid te versterken. Dit kan het kind helpen om zich veiliger te voelen, ook als de ouder tijdelijk weg is.
Het is belangrijk dat het kind geleidelijk aan meer autonomie krijgt. Dit kan bijvoorbeeld door het kind te laten leren om zelf te eten, te kleden of te spelen. Door dit te leren, voelt het kind zich veiliger en minder afhankelijk van de ouder.
Een open communicatie met het kind is essentieel. Het is belangrijk om te laten weten dat de ouder altijd terugkomt, ook als het even weg is. Dit helpt het kind om de angst te verminderen.
Volgens bron [5] kan werken met het Binnenwereldmodel helpen bij het versterken van vertrouwen, veerkracht en zelfstandigheid. Dit model helpt het kind om de angst in kaart te brengen en te leren omgaan met de angst.
Verlatingsangst is een veelvoorkomend verschijnsel in de vroege jeugd en is vaak een normale ontwikkelingsfase. Het kan echter bij sommige kinderen zo intens zijn dat het hun dagelijks functioneren beïnvloedt. De invloed van opvoeding is groot, en een adaptief opvoedgedrag kan helpen om de angst van het kind te verminderen. Door praktische strategieën zoals het opbouwen van een afscheidsritueel, het bevorderen van autonomie en het werken met het Binnenwereldmodel, kunnen ouders en onderwijskrachten helpen om de angst van het kind te verminderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet