Opleiding tot kinderbegeleider: een weg naar een betrokken rol in de jeugd
juli 12, 2025
Het is een veelgehoorde discussie: is het verstandig om kinderen iets te verbieden? In de opvoeding van jonge kinderen komt het begrip “verbieden” vaak voor, maar het is een kwestie van balans. Volgens meerdere bronnen is verbieden een noodzakelijk onderdeel van de opvoeding, zeker als het gaat om veiligheid, gedragsregels en het leren van grenzen. In dit artikel worden de kernprincipes van het verbieden in de opvoeding besproken, inclusief de juiste manier om dit aan te pakken, de impact op kinderen en de mogelijke alternatieven voor het verbieden.
In de opvoeding is het verbieden van bepaalde handelingen of situaties een veelvoorkomende strategie. Volgens bron [1] is verbieden een noodzakelijk kwaad. Kinderen leren op een jonge leeftijd dat bepaalde dingen niet mogen, zoals dingen aanraken die gevaarlijk zijn, of zich gedragen op een manier die anderen beïnvloed. Een voorbeeld is het verbieden van het aanraken van een oven, die op dat moment gevaarlijk is. Ook wordt er in bron [3] gesproken over het feit dat kinderen vaak op zoek zijn naar uitdagingen, en het verbieden hen juist een uitdaging kan geven.
De kern van het verbieden ligt in het opstellen van duidelijke grenzen. Een kind moet weten wat wel en niet mag, zodat het zich kan richten op het juiste gedrag. In bron [9] wordt gezegd: “Een kind moet de regels natuurlijk eerst kennen om te weten wat verboden is.” Dit betekent dat het belangrijk is om vooraf duidelijk te maken wat het kind mag en mag niet doen.
Het geven van een verbod is niet zomaar “nee zeggen”, maar een strategisch en overtuigend proces. In bron [2] en [4] staat dat het belangrijk is om meteen te reageren en duidelijk te zeggen wat niet mag. Het is essentieel dat de reden voor het verbod duidelijk is, zodat het kind begrijpt waarom iets niet mag. Bijvoorbeeld: “Je mag niet op de bank springen, want je kunt jezelf beknellen.”
Daarnaast is het belangrijk om consistent te zijn. Als je één keer “nee” zegt en daarna weer “ja”, dan wordt het kind verwarring. In bron [6] wordt dit ook benadrukt: “Wees vooral heel consequent: nee is nee, en ja is ja.” De regels moeten dus duidelijk en herhaaldelijk worden gegeven, zodat het kind ze uiteindelijk begrijpt.
Er is veel discussie over of het verbieden van bepaalde dingen het juiste is. In bron [3] wordt gezegd: “Je kinderen iets verbieden is eerder een uitnodiging om het wel te proberen.” Dit is een veelvoorkomend fenomeen, waarbij kinderen juist juist meer aandacht krijgen als ze iets mogen proberen. In sommige gevallen kan het verbieden juist leiden tot een tegengesteld gedrag.
In bron [1] wordt uitgelegd dat kleine kinderen snel hun verbod vergeten, waardoor het herhaald moet worden. Ook is het belangrijk om te weten dat kinderen niet altijd begrijpen waarom iets verboden is. In het geval van een oven, bijvoorbeeld, moet het kind leren dat het gevaarlijk is, maar het begrijpt dit pas na verloop van tijd.
Soms is het moeilijk om iets te verbieden, bijvoorbeeld wanneer het kind al langere tijd aan het spelen is en je niet wilt dat het gedrag wordt onderbroken. In dat geval is het verstandig om alternatieven te geven. In bron [4] wordt dit benoemd als “geef een alternatief”. Bijvoorbeeld: “Je mag niet op de bank springen, maar je mag wel op de vloer dansen.” Dit helpt het kind om een positief alternatief te vinden in plaats van alleen te worden geweerd.
In bron [3] wordt ook gezegd dat het soms verstandig is om te kiezen voor een gesprek in plaats van direct te verbieden. Bijvoorbeeld bij het gebruik van sociale media, waarin het kind mogelijk niet begrijpt wat het risico is. In plaats van direct te verbieden, is het belangrijk om te praten over de gevolgen van bepaalde acties.
In bron [6] staat dat sommige kinderen negatieve aandacht beter kunnen verdragen dan geen aandacht. Als je je kind bijvoorbeeld weigert te reageren op bepaalde gedragingen, kan dit leiden tot het feit dat het kind het gedrag niet herhaalt. Bijvoorbeeld: “Ik mag niet op de bank springen, maar mama kijkt steeds… Even zien wat er gebeurt als ik weer ga springen…” Dit is een veelgebruikte strategie in de opvoeding, waarbij het kind wordt geleerd dat bepaalde dingen geen aandacht opleveren.
De rol van ouders is belangrijk bij het geven van verboden. In bron [7] wordt gezegd dat ouders de boodschap moeten geven dat bepaalde dingen niet mogen, en dat dit duidelijk moet zijn. Bovendien is het belangrijk dat ouders zelf ook een voorbeeld geven. Bijvoorbeeld: als ouders regelmatig alcohol drinken, dan is het moeilijker om te verbieden dat het kind later alcohol drinkt. In dit opzicht is het belangrijk om een duidelijk voorbeeld te geven en de regels consistent te houden.
Soms is het moeilijk om te zorgen dat het kind luistert. In bron [1] wordt gezegd dat kleine kinderen snel hun verbod vergeten, waardoor het herhaald moet worden. Het is belangrijk om te weten dat het kind niet altijd begrijpt waarom iets verboden is. In dat geval is het verstandig om te proberen het kind te laten weten dat het gedrag gevaarlijk is, en het te leren dat bepaalde dingen niet mogen.
In bron [6] wordt gezegd dat verbieden het tegenovergestelde is van aanmoedigen. Het is dus belangrijk om te weten dat het niet alleen gaat om het verbieden van bepaalde dingen, maar ook om het aanmoedigen van het juiste gedrag. Bijvoorbeeld: in plaats van te verbieden dat het kind op de bank springt, is het verstandig om te zeggen: “Je mag op de vloer dansen, want dat is veilig.”
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat straffen soms nodig zijn, maar dat het belangrijk is om deze te geven op een manier die het gedrag beïnvloedt. In bron [6] staat dat straffen moeten passen bij de overtreding van de regel en ook bij de leeftijd van het kind.
In bron [1] wordt gezegd dat pubers vaak allergisch zijn voor verboden. Ze denken dat ze alles zelf kunnen beslissen en willen geen beperkingen. In dat geval is het belangrijk om duidelijke argumenten te geven voor het verbod. Bijvoorbeeld: “Je mag niet op je telefoon spelen tijdens het eten, want dat is gevaarlijk en ongezond.”
In bron [7] wordt ook gezegd dat het belangrijk is om met het kind te praten over de redenen waarom iets verboden is, en dat het kind zelf moet kunnen kiezen. Bijvoorbeeld: “Als je wilt dat je vriendin je niet ziet, dan mag je het niet doen.” In dat geval is het belangrijk om te weten dat het kind zelf moet leren om te kiezen en te begrijpen wat het gevolg is van zijn keuzes.
Soms is het moeilijk om te zorgen dat het kind luistert. In bron [1] wordt gezegd dat kleine kinderen snel hun verbod vergeten, waardoor het herhaald moet worden. Het is belangrijk om te weten dat het kind niet altijd begrijpt waarom iets verboden is. In dat geval is het verstandig om te proberen het kind te laten weten dat het gedrag gevaarlijk is, en het te leren dat bepaalde dingen niet mogen.
In bron [6] wordt gezegd dat verbieden het tegenovergestelde is van aanmoedigen. Het is dus belangrijk om te weten dat het niet alleen gaat om het verbieden van bepaalde dingen, maar ook om het aanmoedigen van het juiste gedrag. Bijvoorbeeld: in plaats van te verbieden dat het kind op de bank springt, is het verstandig om te zeggen: “Je mag op de vloer dansen, want dat is veilig.”
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat straffen soms nodig zijn, maar dat het belangrijk is om deze te geven op een manier die het gedrag beïnvloedt. In bron [6] staat dat straffen moeten passen bij de overtreding van de regel en ook bij de leeftijd van het kind.
In bron [1] wordt gezegd dat pubers vaak allergisch zijn voor verboden. Ze denken dat ze alles zelf kunnen beslissen en willen geen beperkingen. In dat geval is het belangrijk om duidelijke argumenten te geven voor het verbod. Bijvoorbeeld: “Je mag niet op je telefoon spelen tijdens het eten, want dat is gevaarlijk en ongezond.”
In bron [7] wordt ook gezegd dat het belangrijk is om met het kind te praten over de redenen waarom iets verboden is, en dat het kind zelf moet kunnen kiezen. Bijvoorbeeld: “Als je wilt dat je vriendin je niet ziet, dan mag je het niet doen.” In dat geval is het belangrijk om te weten dat het kind zelf moet leren om te kiezen en te begrijpen wat het gevolg is van zijn keuzes.
Het verbieden is een belangrijk onderdeel van de opvoeding, zeker als het gaat om veiligheid, gedragsregels en het leren van grenzen. Het is belangrijk om duidelijk te zijn in het geven van verboden, en om te weten dat kinderen soms niet direct begrijpen waarom iets niet mag. Het is ook belangrijk om alternatieven te geven en te praten over de gevolgen van bepaalde acties. De rol van ouders is hierbij cruciaal, en het is belangrijk om een voorbeeld te geven en de regels consistent te houden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet