Opvoeding en ontwikkelingsproblemen in het werkveld van de kinderopvang
juli 11, 2025
De afgelopen jaren is het fenomeen van tweetalig opvoeden in Nederland steeds meer in het oog gelopen. Veel ouders die een andere moedertaal spreken dan het Nederlands, vragen zich af of het verstandig is om hun kind te laten leren in hun thuistaal, of of ze er beter aan doen om alleen Nederlands te spreken. De bronnen laten zien dat het opvoeden in meerdere talen geen probleem hoeft te zijn, maar juist veel voordelen kan bieden. De kern van het debat is echter: hoe pak je dit het beste aan? En wat zijn de consequenties voor de taalontwikkeling van het kind?
In dit artikel wordt ingegaan op de voordelen van meertaligheid, de meest gangbare strategieën voor het opvoeden in meerdere talen, en de uitdagingen die ouders en onderwijsinstellingen daarbij kunnen tegenkomen. De informatie is gebaseerd op wetenschappelijke onderzoeken, beleidsadviezen en praktijkervaringen uit de bronnen.
Meertaligheid biedt verschillende voordelen voor kinderen. Volgens onderzoek is het bijvoorbeeld zo dat meertalige kinderen sneller kunnen denken, beter in rekenen zijn, en beter multitasken kunnen. Bovendien ontwikkelen ze minder snel dementie. Deze voordelen zijn niet afhankelijk van de aard van de talen, zolang ze goed worden beheerst.
Een andere voordel is dat meertaligheid leidt tot een grotere woordenschat en beter contact met verschillende culturen. Kinderen die in meerdere talen opgroeien, leren sneller en beter met abstracte concepten omgaan. Ze ontwikkelen ook een positieve houding tegenover verschillende talen en culturen.
Ondanks deze voordelen wordt meertaligheid nog steeds vaak gezien als een probleem. Veel ouders en leerkrachten vrezen dat het opvoeden in meerdere talen de ontwikkeling van het Nederlands zou kunnen hinderen. Dit is echter niet het geval. Onderzoek toont aan dat kinderen in staat zijn om twee of meer talen te leren. Talen kunnen elkaar versterken, en het leren van een tweede taal heeft geen negatief effect op de beheersing van de thuistaal.
Er zijn meerdere strategieën om kinderen in meerdere talen op te voeden. De meest gangbare strategie is de "One Parent, One Language" (OPOL)-strategie. Hierbij spreekt elke ouder zijn of haar eigen taal, met of zonder het Nederlands. Dit werkt goed in gemengde gezinnen waarin ouders verschillende talen spreken.
Een andere strategie is de "One Person, One Language" (OPLE)-strategie, waarbij de ouder of de opvoeder in één taal spreekt, afhankelijk van de situatie. Dit werkt bijvoorbeeld goed als de ouder een bepaalde taal beter beheerst dan de andere. In sommige gevallen wordt ook de "One Situation, One Language" (OSOL)-strategie toegepast, waarbij de keuze van de taal afhankelijk is van de situatie. Bijvoorbeeld: thuis wordt de moedertaal gesproken, en op school wordt het Nederlands gebruikt.
De keuze voor een strategie hangt af van de situatie van het gezin. Het is belangrijk dat ouders en opvoeders overleg plegen en een overeenstemming bereiken over de manier waarop de talen worden aangeboden. Er is geen enkele strategie die voor iedereen geschikt is, maar wel zijn er manieren die het beste passen bij het gezin.
Hoewel meertaligheid veel voordelen biedt, zijn er ook uitdagingen. Een van de belangrijkste uitdagingen is het aanbieden van voldoende taalinput. Kinderen moeten voldoende in aanraking komen met de talen die ze leren. Dit kan bijvoorbeeld door het lezen van boeken in de moedertaal, het samen zingen van liedjes, of het gebruik van de moedertaal in het dagelijks leven.
Een andere uitdaging is het beheersen van de talen. Niet alle ouders beheersen hun moedertaal even goed als het Nederlands. In sommige gevallen kan dit leiden tot een onbalans in de taalontwikkeling van het kind. Daarom is het belangrijk dat ouders zich realiseren dat het niet altijd nodig is om in het Nederlands te praten, mits ze de moedertaal goed beheersen.
Bij het opvoeden in meerdere talen is het ook belangrijk om te letten op de omgeving van het kind. Als de overgang van de thuismilieus naar de opvang of school te abrupt is, kan dit leiden tot een taal- en cultuurschok. Om dit te vermijden, is het belangrijk dat ouders en opvoeders samenwerken en ervoor zorgen dat de overgang zo glad mogelijk verloopt.
In Nederland is het opvoeden in een andere taal dan het Nederlands nog niet wettelijk toegestaan. Toch zijn er al kinderdagverblijven die de opvang deels in het Engels aanbieden, vooral voor expats. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoekt of dit beleid kan worden verruimd.
In de opvang en het onderwijs is het belangrijk dat kinderen in een taalomgeving terechtkomen waarin ze genoeg gelegenheid krijgen om de talen te leren. Ouders en opvoeders moeten hierbij helpen door voldoende interactie en taalinput te bieden.
Er zijn verschillende manieren waarop ouders en opvoeders ondersteuning kunnen krijgen bij het opvoeden in meerdere talen. Er zijn cursussen Nederlands beschikbaar voor ouders die dit nodig hebben. Daarnaast zijn er hulpmiddelen en programma’s die kunnen helpen bij het leren van de moedertaal en het Nederlands.
Bibliotheekdiensten kunnen ook een belangrijke rol spelen. Door meer anderstalige kinderboeken in de kasten te zetten, kan de taalontwikkeling van het kind worden gestimuleerd. Daarnaast is het belangrijk dat ouders en opvoeders samenwerken om een gezonde taalomgeving te creëren.
Meertaligheid biedt veel voordelen voor kinderen, waaronder betere cognitieve vaardigheden, een bredere woordenschat, en een positieve houding tegenover verschillende culturen. De keuze voor een strategie hangt af van de situatie van het gezin, maar het is belangrijk dat ouders en opvoeders overleg plegen en samenwerken om de taalontwikkeling van het kind te stimuleren.
Hoewel er nog veel onzekerheid is over de effecten van meertaligheid in de opvang, is het duidelijk dat het geen probleem hoeft te zijn. Het opvoeden in meerdere talen kan een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind. Het is daarom belangrijk dat ouders en opvoeders zich bewust zijn van de voordelen en uitdagingen van meertaligheid en hierop aansluitend handelen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet