Pitbulls opvoeden: Wat ouders en verzorgers moeten weten
juli 11, 2025
De lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen. In de bronnen die beschikbaar zijn, komen meerdere trends naar voren die het toekomstige beeld van lichamelijke opvoeding in het onderwijs bepalen. Deze trends omvatten onder andere het aantal uren dat aan bewegingsonderwijs wordt besteed, het effect van technologische ontwikkelingen, de invloed van vergrijzing en migratie, en de rol van bewegingsonderwijs in het ontwikkelen van motorische vaardigheden. Deze artikelen tonen aan dat er in de toekomst sprake zal zijn van veranderingen in de manier waarop lichamelijke opvoeding wordt gegeven, maar ook dat er bepaalde aspecten behouden zullen blijven.
Een van de centrale trends die in de bronnen naar voren komen, is dat het aantal uren dat aan bewegingsonderwijs wordt besteed, gelijk blijft. Dit geldt zowel voor het primair onderwijs als voor het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs varieert het aantal uren per leerjaar, met een afname van 150 minuten per week in het eerste leerjaar naar 58 minuten in het laatste jaar van het vwo. In het primair onderwijs is de aandacht voor bewegingsonderwijs niet toegenomen, en wordt verwacht dat dit ook niet zal gebeuren tot 2030. De Wet op het primair onderwijs van 1981 zegt namelijk niets over het verplichte aantal uren dat scholen moeten besteden aan de verschillende vakgebieden. Wel is er in het regeerakkoord Bruggen slaan uit 2012 opgenomen dat het kabinet streeft naar meer gymlesuren per week in het primair onderwijs.
Deze trend duidt erop dat het bewegingsonderwijs op school niet direct wordt uitgebreid, maar ook niet wordt ingeperakt. De focus blijft liggen op het geven van een basiskennis van sport en bewegen, maar er is geen sprake van een toename van de uren. Dit kan leiden tot een situatie waarin de motorische ontwikkeling van kinderen in de toekomst minder ondersteuning krijgt, tenzij er actief wordt ingegrepen.
Technologische ontwikkelingen kunnen een positieve invloed hebben op de lichamelijke opvoeding. Apps en games kunnen worden ingezet om de gymles leuker te maken of om jongeren te monitoren. Deze technologieën kunnen helpen bij het aanboren van bewegingspatronen, het verbeteren van de conditie en het stimuleren van fysieke activiteiten. Daarnaast kunnen virtuele coaches en apps feedback geven over de prestaties en conditie van de leerlingen. Dit kan ervoor zorgen dat leerlingen zich beter kunnen bewegen en actief blijven, ook buiten de schooltijd.
In de bronnen is echter ook opgemerkt dat technologische ontwikkelingen niet altijd direct leiden tot meer bewegen. De toename van passieve vrijetijdsbesteding, zoals gamen en sociale media, leidt ertoe dat de bevolking per saldo minder lichamelijk actief is. Dit betekent dat de rol van technologie niet alleen positief is, maar ook de uitdagingen met zich meebrengt die het lichaam en de gezondheid van kinderen kunnen beïnvloeden.
De vergrijzing en migratie hebben een invloed op de sportdeelname in Nederland. In 2015 deed ruim de helft van de Nederlanders van 12 jaar en ouder wekelijks aan sport. Bijna de helft van de sporters sport bij een sportvereniging, twee derde sport alleen of ongeorganiseerd. Sinds 2001 is het aandeel sportende Nederlanders niet noemenswaardig veranderd. Volgens het trendscenario zal dit in de toekomst ook niet gaan gebeuren en zal de sportdeelname per saldo gelijk blijven.
Enerzijds zullen vergrijzing en migratie namelijk leiden tot lagere sportdeelname, anderzijds is de verwachting dat de oudere in de toekomst meer zal gaan sporten dan de oudere van nu. Tegelijkertijd groeit de aandacht voor een gezonde leefstijl, waaronder sporten en bewegen, een trend die zich in de komende jaren zal voortzetten. Dit betekent dat de sportdeelname in de toekomst niet zal afnemen, maar ook niet zal toenemen. De toekomstige generatie zal zich meer bewust zijn van de voordelen van sporten en bewegen, maar de mate van deelname blijft gelijk.
Een ander belangrijk aspect dat in de bronnen naar voren komt, is de invloed van motorische vaardigheden op sportblessures. Kinderen en jongeren van nu bewegen en spelen minder buiten dan voorgaande generaties. De tijd die zij besteden aan passieve vrijetijdsbesteding zoals gamen, computers en sociale media, is daarentegen toegenomen. Jongeren zitten gemiddeld 10,5 uur per dag. Coördinatie, vaardigheid en techniek nemen af. Dit resulteert in minder ontwikkelde motorische vaardigheden, wat leidt tot meer sportblessures op het moment dat ze gaan sporten.
Deze trend duidt erop dat het ontwikkelen van motorische vaardigheden een cruciale rol speelt in het voorkomen van sportblessures. Scholen, ouders en overheid onderkennen het belang van sport en bewegen voor de jeugd in het onderwijs, ter compensatie van dit gedrag. Er is dus sprake van een behoefte aan actieve beweging en sportoefening om de motorische ontwikkeling van kinderen te ondersteunen.
De toekomstige trends in de lichamelijke opvoeding kunnen worden ingedeeld in meerdere categorieën. Ten eerste is er de trend van de toekomst van bewegingsonderwijs, waarin het aantal uren dat aan bewegingsonderwijs wordt besteed, gelijk blijft. Ten tweede is er de trend van de toekomst van sportdeelname, waarin de sportdeelname per saldo gelijk blijft. Ten derde is er de trend van de toekomst van motorische vaardigheden, waarin de motorische ontwikkeling van kinderen afneemt. Ten vierde is er de trend van de toekomst van technologische ontwikkelingen, waarin de invloed van technologie op de lichamelijke opvoeding wordt beoordeeld.
Deze trends tonen aan dat de lichamelijke opvoeding in de toekomst niet zomaar verandert, maar ook niet onveranderd blijft. Er zijn bepaalde aspecten die behouden zullen blijven, zoals het aantal uren dat aan bewegingsonderwijs wordt besteed, maar ook bepaalde veranderingen zullen optreden, zoals de invloed van technologie op de lichamelijke opvoeding.
De lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen. In de bronnen die beschikbaar zijn, komen meerdere trends naar voren die het toekomstige beeld van lichamelijke opvoeding in het onderwijs bepalen. Deze trends omvatten onder andere het aantal uren dat aan bewegingsonderwijs wordt besteed, het effect van technologische ontwikkelingen, de invloed van vergrijzing en migratie, en de rol van bewegingsonderwijs in het ontwikkelen van motorische vaardigheden. De toekomstige trends in de lichamelijke opvoeding tonen aan dat er in de toekomst sprake zal zijn van veranderingen in de manier waarop lichamelijke opvoeding wordt gegeven, maar ook dat er bepaalde aspecten behouden zullen blijven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet