Ehlers-Danlos Syndroom bij Kinderen: Herkenning, Diagnose en Begeleiding
juni 16, 2025
Gedragsproblemen komen vaak voor bij jonge kinderen, maar zijn meestal niet gerelateerd aan psychische stoornissen. Het is belangrijk om te begrijpen dat storend gedrag een breed spectrum omvat, variërend van normaal opgroei gedrag tot signalen van onderliggende problemen. Dit artikel biedt een overzicht van gedragsproblemen bij jonge kinderen, met aandacht voor herkenning, mogelijke oorzaken en beschikbare hulp.
Wat zijn Gedragsproblemen?
Storend gedrag is niet per definitie een gedragsprobleem. Kinderen vertonen in hun ontwikkeling regelmatig gedrag dat als lastig kan worden ervaren, zoals slecht luisteren, boosheid of het niet naleven van afspraken. Dit is een normaal onderdeel van het opgroeien. Een gedragsprobleem ontstaat wanneer dit gedrag een negatieve invloed heeft op het kind zelf en de omgeving, en gedurende een langere periode (minimaal zes maanden) aanhoudt.
Gedragsproblemen kunnen zich uiten in verschillende vormen, waaronder dwars en opstandig gedrag, prikkelbaarheid, driftbuien, antisociaal gedrag (vechten, liegen, stelen) en druk of impulsief gedrag. Het is belangrijk om te onderscheiden tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis. Een gedragsstoornis is een ernstiger aandoening die vaak een diagnose vereist van een bevoegde professional.
Verschil tussen Gedragsproblemen en Gedragsstoornissen
Een gedragsprobleem is niet automatisch een gedragsstoornis. Bij het beoordelen van gedragsproblemen is het belangrijk om naar de ontwikkeling van het kind te kijken (taal, motoriek, intelligentie) en de omgeving van het kind (gezin, school, vrienden). Er moet gekeken worden of er knelpunten zijn die opgelost kunnen worden om het kind weer lekker in zijn vel te laten zitten.
Wanneer de gedragsproblemen, ondanks ondersteuning, niet oplossen, kan er sprake zijn van een gedragsstoornis. Twee veelvoorkomende gedragsstoornissen zijn de oppositioneel-opstandige stoornis (ODD) en de normoverschrijdende gedragsstoornis (CD). Een kind met ODD is vaak heel dwars en opstandig, terwijl kinderen met CD vooral antisociaal gedrag vertonen. Een ODD kan in sommige gevallen overgaan in een CD.
Oorzaken van Gedragsproblemen
De oorzaken van gedragsproblemen zijn complex en vaak multifactorieel. Er is zelden één enkele oorzaak aan te wijzen. Verschillende factoren kunnen een rol spelen, waaronder:
- Aangeboren factoren: Erfelijkheid en de werking van de hersenen kunnen een rol spelen. Kleine afwijkingen in de hersencircuits die verantwoordelijk zijn voor aandacht, impulscontrole en emotiebeheersing kunnen bijdragen aan gedragsproblemen.
- Omgevingsfactoren: Stress, armoede, huiselijk geweld en vechtscheidingen kunnen de ontwikkeling van gedragsproblemen bevorderen. Een onstabiele of negatieve omgeving kan leiden tot onzekerheid en angst bij het kind.
- Trauma: Vroegkinderlijk trauma, zoals verwaarlozing, mishandeling of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen, kan het stresssysteem van een kind ontregelen en leiden tot gedragsproblemen.
- Temperament: Het temperament van een kind (aangeboren kenmerken) speelt ook een rol. Sommige kinderen zijn van nature impulsiever of prikkelbaarder dan andere.
- Ontwikkelingsstoornissen: Gedragsproblemen kunnen ook voorkomen bij kinderen met ontwikkelingsstoornissen, zoals autisme of een verstandelijke beperking.
Herkenning van Gedragsproblemen bij Jonge Kinderen
Het is belangrijk om gedragsproblemen vroegtijdig te herkennen, zodat er tijdig hulp kan worden geboden. Signalen die kunnen wijzen op gedragsproblemen bij jonge kinderen (tot 12 jaar) zijn:
- Vaak boos en prikkelbaar zijn, zelfs om kleine dingen.
- Ruzie maken met volwassenen en weigeren te luisteren.
- Regelmatig driftbuien hebben.
- Agressief gedrag vertonen, zoals schoppen, slaan of bijten.
- Moeite hebben met het volgen van regels.
- Pesten of bedreigen van andere kinderen.
- Liegen of stelen.
- Moeite hebben met het reguleren van emoties.
Bij kinderen vanaf 12 jaar kunnen signalen zijn: spijbelen, crimineel gedrag, problemen met vrienden, en een gebrek aan respect voor autoriteit.
Wat Kun Je Doen als Ouder?
Als ouder kun je een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van gedragsproblemen. Enkele tips zijn:
- Duidelijkheid geven: Stel duidelijke regels en verwachtingen en wees consistent in het handhaven ervan.
- Rustig blijven: Reageer rustig op storend gedrag en vermijd schreeuwen of straffen.
- Positieve aandacht: Geef je kind positieve aandacht en complimenteer hem of haar voor goed gedrag.
- Emoties benoemen: Help je kind om zijn of haar emoties te benoemen en te uiten.
- Opvoedsteun zoeken: Schroom niet om hulp te zoeken bij een huisarts, jeugdgezondheidszorg, of een opvoedcoach.
Beschikbare Hulp
Er zijn verschillende vormen van hulp beschikbaar voor kinderen met gedragsproblemen en hun ouders:
- Oudertraining: Ouders leren hoe ze goed gedrag van hun kind kunnen aanmoedigen en ongewenst gedrag kunnen afremmen.
- Cognitieve gedragstherapie: Kinderen leren om anders naar situaties te kijken en problemen op een goede manier op te lossen.
- Gezinsbehandeling: De hele familie werkt samen aan het verbeteren van de communicatie en het oplossen van problemen.
- Individuele therapie: Het kind krijgt individuele begeleiding om te leren omgaan met zijn of haar gedragsproblemen.
De keuze voor de juiste vorm van hulp hangt af van de leeftijd van het kind, de ernst van de problemen en de specifieke behoeften van het gezin.
Belang van Vroege Interventie
Vroege interventie is cruciaal bij gedragsproblemen. Hoe eerder de problemen worden herkend en aangepakt, hoe groter de kans op een positief resultaat. Het is belangrijk om te onthouden dat je niet alleen staat en dat er hulp beschikbaar is.
Conclusie
Gedragsproblemen komen veel voor bij jonge kinderen en kunnen verschillende oorzaken hebben. Het is belangrijk om het verschil te begrijpen tussen gedragsproblemen en gedragsstoornissen en om de signalen van gedragsproblemen vroegtijdig te herkennen. Ouders kunnen een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van gedragsproblemen door duidelijke regels te stellen, positieve aandacht te geven en opvoedsteun te zoeken. Vroege interventie is cruciaal voor een positief resultaat.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
