Omgaan met een dwars kind: praktische tips en strategieën voor ouders en opvoeders
juli 11, 2025
Taal is een essentieel onderdeel van de ontwikkeling van jonge kinderen. De basis van taal wordt gelegd in het gezin en de thuisomgeving waarin kinderen opgroeien. Het komt vooral voort uit de informele interacties tussen ouder en kind, vertelt Martine van der Pluijm, pedagoog, onderzoeker en lector Samenwerken aan een Taalrijke Omgeving voor Jonge Kinderen. Praten over dagelijkse activiteiten helpt kinderen om hun woordenschat te vergroten en om de wereld om hen heen te begrijpen. Hoe beter kinderen op jonge leeftijd leren praten en hun woordenschat ontwikkelen, hoe beter zij later kunnen lezen, schrijven en meekomen op school. Taalstimulering is al van belang wanneer het kind nog in de buik zit. Het advies aan ouders is daarom ook om de taalontwikkeling van kinderen zo vroeg mogelijk te stimuleren door bijvoorbeeld voor te lezen of via talige spelletjes. Toch zijn deze (rijke) taalactiviteiten om verschillende redenen niet voor alle gezinnen vanzelfsprekend.
Ook op school kan de taalomgeving versterkt worden, vertelt Van Tongeren. Het landelijk programma Bibliotheek op School versterkt leesplezier en leesbevordering onder kinderen door (luister)boeken en audiomateriaal uit te lenen. Daarnaast ondersteunen de leesmediaconsulenten onder andere leerkrachten bij vragen omtrent lezen. Volgens Van Tongeren is het relevant dat de school hier achterstaat en dat het echt een onderdeel is van de school. Door vanuit het onderwijs frequent tijd vrij te maken voor klassen om naar de bibliotheek toe te gaan en kinderen boeken te laten uitzoeken. ‘Je ziet bij de Bibliotheek op School dat cijfers heel goed omhoog zijn gegaan.’
Investeer in de taalvaardigheid van ouders. Nu Swagers via taallessen haar eigen vaardigheden in lezen en schrijven heeft versterkt, haalt ze meer rust en plezier uit voorlezen. Zij ziet ook dat wanneer je als ouder zelf leert in taal, dat dit een goed voorbeeld is voor de kinderen. Volgens Swagers is het belangrijk om de drempels voor het versterken van taalvaardigheid weg te nemen, zoals schaamte en taboe. Het helpt hierbij om te benoemen dat zij niet de enige zijn en ze wegwijs te maken in het aanbod voor volwassenen op het gebied van lezen en schrijven. Dat kan via lesaanbod en cursussen in het volwassenonderwijs, maar denk ook aan cursussen die de bibliotheek aanbiedt, ondersteuning van vrijwilligers thuis of taalondersteuning in buurthuizen.
Bij successieve meertaligheid leert het kind vanaf de geboorte eerst één taal en op het moment dat het naar bijvoorbeeld de peuterspeelzaal gaat leert het een tweede taal. Voorbeeld: beide ouders spreken tegen hun kind alleen Turks. De ontwikkeling van de eerste taal, de moedertaal, verloopt hetzelfde als die van kinderen die eentalig worden opgevoed. De tweede taal, die het kind leert op het moment dat het de peuterspeelzaal bezoekt, verloopt gedeeltelijk anders. Het kind doorloopt in de tweede taal geen brabbelfase, maar spreekt vanaf het begin in één of meerwoordzinnen. Bovendien past het kind de kennis van de eerste taal toe in de tweede taal.
“Taal is meer dan woorden en grammatica. Taal geeft je ook handvatten, om te leren tellen of abstracte concepten te begrijpen.” Het leren van een taal draagt dus bij aan belangrijke cognitieve vaardigheden. Het ijsbergmodel van Jim Cummins laat zien dat wie meertalig is, alle kennis over die talen opslaat in een gemeenschappelijk reservoir. Een soort verzamelbak met kennis van elke taal die je kent en spreekt. Dat taalreservoir zorgt ervoor dat je bij het aanleren van een tweede taal verder bouwt op de fundamenten van de eerste taal.
Minder kansen op school. Van Tongeren legt uit dat alle vakken op school erg talig zijn. Als je een achterstand in woordenschat hebt, is het moeilijker om echt mee te kunnen doen in alle vakken. Taalvaardigheid is nodig om de uitleg, instructies, opdrachten en toetsen goed te kunnen begrijpen en maken. De achterstand in basisvaardigheden is volgens Van Tongeren lastig in te halen. Zij vertelt dat het voor leerkrachten moeilijk is om individueel extra aandacht te geven in volle klassen van soms wel 28 kinderen. Van der Pluijm ziet bovendien ook een groeiend probleem ontstaan in de grote ongelijkheid waarmee kinderen vervolgens naar het voortgezet onderwijs gaan. Voor kinderen met een achterstand in taal komt het advies in groep 8 voor de middelbare school vaak te vroeg: zij hebben langer de tijd nodig om tot een volwaardig middelbaar schooladvies te komen die past bij hun ontwikkelmogelijkheden.
De kloof tussen thuiswereld en school. Experts kaarten aan dat er nog een te grote afstand is tussen de gezinsomgeving en de schoolomgeving, waardoor kinderen met beperkte taalvaardigheid en hun ouders meer moeite hebben om goed aan te sluiten op school. Bewustwording, gedeelde visie en samenwerking. Volgens Van Tongeren is de samenwerking tussen organisaties zoals de bibliotheek, het onderwijs, jeugd- en wijkteams, kinderopvang en consultatiebureaus, waardevol. Jeugdverpleegkundigen in consultatiebureaus en pedagogisch medewerkers in de school kunnen hierbij helpen.
Bij meertaligheid is het belangrijk dat ouders met hun kinderen de taal spreken die zij het beste beheersen. Of dat nou Nederlands is, Berbers of Portugees. Een kind dat vloeiend de moedertaal heeft geleerd, kan vervolgens in rap tempo het Nederlands als tweede taal oppikken. De hersenen hebben zich dan volop ontwikkeld om een taal te leren en (her)kennen de basisprincipes waar een taal uit bestaat.
“Wanneer de ontwikkeling in de moedertaan niet (meer) goed verloopt, zal het leren van Nederlands als tweede taal ook moeilijker gaan.” Dit is een belangrijk punt, want als de moedertaal niet voldoende gestimuleerd wordt, kan het leren van een tweede taal aanzienlijk lastiger worden. Daarom is het van belang dat ouders hun kinderen helpen bij het ontwikkelen van hun moedertaal, zodat ze later gemakkelijker kunnen leren omgaan met andere talen.
Nederlands wordt bij kinderen vanzelf de dominante taal, door school, vriendjes, de buurt; daar hoeven ouders niet extra hun best voor te doen,” zegt ook taalonderzoeker Manuela Pinto. Waar ouders wél een belangrijke rol in spelen, is een stimulerende taalomgeving thuis. Praten, voorlezen, spelletjes en oefeningen zijn belangrijk om de taalontwikkeling op gang te helpen. Soms kunnen ouders hier wat extra tips in gebruiken, of krijgt een kind het Nederlands toch wat moeizamer onder de knie. Mocht je je als ouders of leerkracht zorgen maken om de Nederlandse taalvaardigheid bij een kind, dan kan extra oefening met Nederlandstaligen helpen.
Voor ouders en leerkrachten is het belangrijk om te weten dat er verschillende programma’s zijn die kunnen helpen bij het stimuleren van de taalontwikkeling van kinderen. Bijvoorbeeld het programma “Taal Doet Meer”, dat voorlezers en taalmentoren biedt om spelenderwijs het Nederlands verder te oefenen. Aangevuld met een taalrijke omgeving thuis, staat dan niets een vloeiende taalbeheersing in de weg. Daarnaast zijn er ook programma’s zoals “Bibliotheek op School”, die kinderen helpen bij het leren lezen en het versterken van hun woordenschat.
Bij het aanleren van een tweede taal is het belangrijk dat ouders hun kinderen helpen bij het leren van de taal. Ze moeten hun kinderen helpen met het leren van nieuwe woorden, het oefenen van grammatica en het aanleren van zinnen. Daarnaast is het belangrijk dat ouders hun kinderen helpen bij het leren van het gebruik van taal in verschillende situaties, zoals het stellen van vragen, het geven van instructies en het uitleggen van dingen. Ook is het belangrijk dat ouders hun kinderen helpen bij het leren van het leren van een tweede taal, zoals het leren van woorden en het oefenen van zinnen.
Het is belangrijk dat ouders en school samenwerken bij het aanleren van een tweede taal. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door samenwerking tussen de school en de ouders, waarbij de ouders hun kinderen helpen bij het leren van de taal. Daarnaast is het belangrijk dat ouders hun kinderen helpen bij het leren van de taal in de praktijk, zoals het leren van het spreken van de taal, het leren van het schrijven van de taal en het leren van het lezen van de taal. Ook is het belangrijk dat ouders hun kinderen helpen bij het leren van het leren van de taal, zoals het leren van het gebruik van de taal in verschillende situaties.
De taalontwikkeling van jonge kinderen is van groot belang voor hun verdere ontwikkeling. De basis van taal wordt gelegd in het gezin en de thuisomgeving waarin kinderen opgroeien. Het komt vooral voort uit de informele interacties tussen ouder en kind. Praten over dagelijkse activiteiten helpt kinderen om hun woordenschat te vergroten en om de wereld om hen heen te begrijpen. Hoe beter kinderen op jonge leeftijd leren praten en hun woordenschat ontwikkelen, hoe beter zij later kunnen lezen, schrijven en meekomen op school. Taalstimulering is al van belang wanneer het kind nog in de buik zit. Het advies aan ouders is daarom ook om de taalontwikkeling van kinderen zo vroeg mogelijk te stimuleren door bijvoorbeeld voor te lezen of via talige spelletjes. De rol van de school bij het aanleren van een tweede taal is belangrijk, maar ook de bijdrage van de ouders is essentieel. Samenwerking tussen school en gezin is daarom van groot belang voor de ontwikkeling van de taalvaardigheid van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet