Tijdelijke pleegzorg en het opvoeden van kinderen: Een samengesteld opvoederschap
juli 11, 2025
Lichamelijke opvoeding (LO) is een belangrijk onderdeel van het onderwijs, met als doel leerlingen te helpen om bewustzijn te ontwikkelen over hun lichaam, beweging en gezondheid. De syllabus en leerplannen zijn hierbij van cruciaal belang, aangezien ze de richtlijnen en eindtermen bepalen die de leerlingen moeten behalen. In dit artikel worden de kernaspecten van het syllabus van lichamelijke opvoeding, de opbouw van het leerplan, en de praktijkgerichte benadering besproken, gebaseerd op de gegevens uit de bronnen.
De syllabus van lichamelijke opvoeding is opgebouwd rond een aantal kernonderdelen, waaronder vaardigheden, bewegen, het regelen van beweging, en het verband tussen beweging en gezondheid. Het is een onderdeel van het voortgezet onderwijs dat zich richt op het ontwikkelen van beweegvaardigheden, het stimuleren van een gezonde levensstijl, en het leren omgaan met sport en beweging. In de bronnen wordt aangegeven dat het examenprogramma van lichamelijke opvoeding voor havo en vwo identiek is, maar dat er wel verschillen zijn in de opbouw en de keuzes die scholen kunnen maken. Dit artikel gaat in op de structuur van het syllabus, de leerplannen, en de praktijkgerichte benadering die in de opleidingen wordt gevolgd.
Het syllabus van lichamelijke opvoeding is opgebouwd rond een aantal domeinen, namelijk:
Deze domeinen vormen de basis van het syllabus en zijn gericht op het ontwikkelen van vaardigheden, het leren omgaan met beweging, en het verband tussen beweging en gezondheid. De eindtermen zijn globaal geformuleerd, zodat scholen ruimte hebben om hun eigen keuzes te maken bij de invulling van het programma. Dit is een onderdeel van de globalisering van het examenprogramma sinds 2007, waarbij de scholen meer ruimte krijgen om hun eigen invulling te geven.
Voor het verplichte lichamelijke opvoeding 1 (LO1) in de bovenbouw van het vmbo zijn in 2007 eindtermen opgesteld. Het examenprogramma LO1 bestaat uit een preambule met algemene onderwijsdoelen, en negen exameneenheden, waaronder:
Deze exameneenheden vormen de kern van het syllabus en zijn gericht op het ontwikkelen van vaardigheden, het leren omgaan met sport en beweging, en het leren omgaan met praktische activiteiten.
Voor LO2, dat een keuze-examenvak is op het vmbo-gl/tl, zijn er ook eindtermen en handreikingen die de scholen kunnen gebruiken bij de invulling van het programma. Het is belangrijk om te weten dat scholen zelf de keuze kunnen maken voor de invulling van het programma, zodat ze hun eigen accenten kunnen leggen en kiezen voor meer of minder integratie van vakken.
In de opleiding leraar lichamelijke opvoeding (ALO) wordt veel aandacht besteed aan praktijkgerichte opvoeding. De opleiding richt zich op het ontwikkelen van vaardigheden en kennis die nodig zijn om leerlingen te kunnen begeleiden bij het ontwikkelen van hun beweegvaardigheden. De opleiding bestaat uit drie dagen per week werkzaamheden op de opleiding, waarbij leerlingen vaardigheden ontwikkelen om leraar LO te worden, en twee dagen stage lopen onder begeleiding van een ervaren leraar LO.
De opleiding is gericht op het leren ontwerpen, uitvoeren en evalueren van lessen, en het ontwikkelen van een motiverend leerklimaat. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het organiseren van een beweegaanbod in en rond de school. De opleiding zorgt er ook voor dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen in het vak en het leren omgaan met leerlingen die hulp nodig hebben.
In de opleiding leraar lichamelijke opvoeding worden zowel theorie als praktijk onderwezen. In het eerste jaar leren leerlingen alles over bewegen, de werking van het lichaam, en hoe je lesgeeft. Er wordt veel aandacht besteed aan de medisch-biologische ontwikkeling van kinderen, inclusief onderwerpen als bewegingsapparaat, anatomie, fysiologie, kinesiologie, en EHBO. Deze theorievakken helpen leerlingen om inzicht te krijgen in het gedrag en de ontwikkeling van kinderen.
Naast de theorievakken leren leerlingen ook praktijkgerichte vakken, zoals atletiek, bewegen en muziek, spel, turnen, en zelfverdediging. Deze vakken helpen leerlingen om praktische ervaring op te doen en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om leraar LO te worden.
De opleiding leraar lichamelijke opvoeding is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en kennis die nodig zijn om leerlingen te kunnen begeleiden bij het ontwikkelen van hun beweegvaardigheden. De opleiding bestaat uit een combinatie van theorie en praktijk, waarbij leerlingen drie dagen per week werken aan beroepstaken en twee dagen stage lopen onder begeleiding van een ervaren leraar LO. De opleiding richt zich op het leren ontwerpen, uitvoeren en evalueren van lessen, en het ontwikkelen van een motiverend leerklimaat.
De opleiding leidt ernaar om leerlingen te helpen om met plezier beter te bewegen en sporten. Er wordt aandacht besteed aan wie dat nodig heeft en wordt er op gewerkt om persoonlijke ontwikkeling te stimuleren. De opleiding is gericht op het leren omgaan met leerlingen en het leren omgaan met verschillende situaties in de praktijk.
Voor de toelating tot de opleiding leraar lichamelijke opvoeding zijn er bepaalde eisen. Voorafgaand aan de opleiding leren leerlingen zich beter kennen via een toelatingstest (praktijktest) en een adviesgesprek. Daarnaast zijn er bepaalde toelatingseisen die moeten worden voldaan, zoals een mbo-afsluiting of een havo- of vwo-afsluiting. Voor sommige gevallen is het mogelijk om toch toegelaten te worden, mits de leerling de juiste kwalificaties heeft.
De opleiding leraar lichamelijke opvoeding duurt vier jaar en wordt voltijds gegeven. Tijdens de opleiding leren leerlingen alles over bewegen, de werking van het lichaam, en hoe je lesgeeft. Er wordt veel aandacht besteed aan de medisch-biologische ontwikkeling van kinderen, inclusief onderwerpen als bewegingsapparaat, anatomie, fysiologie, kinesiologie, en EHBO. Deze theorievakken helpen leerlingen om inzicht te krijgen in het gedrag en de ontwikkeling van kinderen.
De opleiding leraar lichamelijke opvoeding werkt nauw samen met scholen en praktijkgerichte opvoeding. Tijdens de opleiding lopen leerlingen stage op verschillende scholen, waarbij ze de kans krijgen om praktijkervaring op te doen en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om leraar LO te worden. De opleiding zorgt er ook voor dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen in het vak en het leren omgaan met leerlingen die hulp nodig hebben.
De opleiding leraar lichamelijke opvoeding is gericht op het leren ontwerpen, uitvoeren en evalueren van lessen, en het ontwikkelen van een motiverend leerklimaat. De opleiding zorgt er ook voor dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen in het vak en het leren omgaan met leerlingen die hulp nodig hebben.
De syllabus van lichamelijke opvoeding is opgebouwd rond een aantal kernonderdelen, waaronder vaardigheden, bewegen, en het verband tussen beweging en gezondheid. Het is een onderdeel van het voortgezet onderwijs dat zich richt op het ontwikkelen van beweegvaardigheden, het stimuleren van een gezonde levensstijl, en het leren omgaan met sport en beweging. De opleiding leraar lichamelijke opvoeding is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en kennis die nodig zijn om leerlingen te kunnen begeleiden bij het ontwikkelen van hun beweegvaardigheden. De opleiding bestaat uit een combinatie van theorie en praktijk, waarbij leerlingen drie dagen per week werken aan beroepstaken en twee dagen stage lopen onder begeleiding van een ervaren leraar LO.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet