Tweetalig opvoeden vanaf de geboorte: voordelen, uitdagingen en praktische tips
juli 11, 2025
De transitie van het kinderleven naar de adolescentie is een tijdstip van dramatische veranderingen op lichamelijk, cognitief, emotioneel en sociaal gebied. Deze fase wordt vaak gekenmerkt door storm en stress, maar de bronnen tonen aan dat de reacties van ouders en de manier waarop zij deze veranderingen aanpakken, een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van de adolescent. De opvoedingsstijl, de balans tussen autonomie en controle, en de emotionele betrokkenheid van ouders zijn sleutelfactoren die de aanpassing van de adolescent bepalen. In dit artikel worden de kernprincipes van opvoeding van adolescenten uitgebreid besproken, gebaseerd op de bronnen en inzichten uit de opgeleverde data.
Wanneer ouders worden gevraagd welke periode van de ontwikkeling van hun kind hen het meeste zorgen baart, dan is het vaak de adolescentie. Dit komt gedeeltelijk door de veelvoorkomende stereotypen over adolescenten, die hen als moeilijk, tegenstrijdig en humeurig zien. Niet alle stereotypen zijn echter waar, maar de adolescentie is wel een periode van dramatische veranderingen in lichaam, denken, emoties en sociale competenties. Deze transformatie vindt vaak plaats op een moment dat ouders zelf ook met psychologische uitdagingen te maken hebben, zoals hun midlifecrisis. Dit maakt de transitie naar de adolescentie uitdagender voor zowel het kind als de ouder.
De transitie van de basisschool naar de middelbare school gaat hand in hand met grotere verwachtingen voor autonomie en zelfmanagement. Voor ouders hangt het nu van hun kind af hoe betrokken ze worden bij de school en hoeveel informatie zij verkrijgen. Ook hier moeten ouders en adolescenten een goede balans vinden tussen autonomie en controle. In een ideale balans bevordert de ouder autonomie wat betreft academische pogingen, maar blijft het wel de academische activiteiten monitoren om er zeker van te zijn dat er wordt voldaan aan academische behoeften.
Opvoedingsstijl refereert naar het algemene emotionele klimaat van de ouder-kind relatie. Het opvoedingsklimaat wordt gedefinieerd door variaties in autonomie, harmonie en conflict. Opvoedingspraktijken zijn daarentegen specifieke doel-gerelateerde pogingen van de ouder om de adolescent op een bepaalde manier te socialiseren. Deze zijn meer of minder afhankelijk van opvoedingsstijlen. De onderscheiding tussen opvoedingsstijl en opvoedingspraktijken is belangrijk, omdat er bewijs is dat dezelfde opvoedingspraktijken andere uitkomsten kunnen hebben per opvoedingsstijl. Het is dus niet wat de ouders doen wat belangrijk is, maar de emotionele context waarin zij het doen.
Binnen de studie naar opvoedingsstijlen hebben onderzoekers twee verschillende aanpakken. In de dimensionele aanpak worden relaties tussen opvoeding en de aanpassing van de adolescent onderzocht voor specifieke dimensies van opvoeding. Er is vooral onderzoek gedaan naar de onafhankelijke of interactieve effecten van autonomie, harmonie en conflict op de aanpassing van adolescenten.
De opvoedingsstijlen kunnen worden ingedeeld in vier categorieën, gebaseerd op levels van ouderlijke responsiviteit en opdringerigheid. Ouders die zowel responsief als opdringerig zijn worden gelabeld als autoritatief. Een autoritatieve opvoeding wordt gekenmerkt door warmte, structuur en autonomie support. Deze stijl wordt geassocieerd met de meest gezonde adolescentontwikkeling. Dit komt allereerst doordat ouders een goede balans verschaffen tussen restrictie en autonomie, de adolescent mogelijkheden geven om zich te ontwikkelen naar een onafhankelijk persoon en het kind ondertussen wel standaarden, beperkingen en richtlijnen verschaffen die het kind nodig heeft. Autoritatieve opvoeding promoot de ontwikkeling van de competenties van de adolescent en vergroot de vaardigheden om met negatieve invloeden zoals stress om te gaan.
Ouders die erg opdringerig zijn, maar niet responsief worden autoritair genoemd. Deze ouders vinden gehoorzaamheid erg belangrijk en hechten meer belang aan straffen en discipline. Zij moedigen onafhankelijk gedrag niet aan en beperken de autonomie van het kind. Adolescenten die in autoritaire gezinnen opgevoed worden, zijn daarentegen afhankelijker, meer passief, minder sociaal aangepast en minder intellectueel nieuwsgierig. Deze gezinnen vinden het moeilijker om zich aan te passen aan de adolescentie. Ze willen het onafhankelijk worden van het kind tegengaan en zien het meer als rebellie en opstandigheid.
Ouders die erg responsief zijn maar totaal niet opdringerig worden indulgent of permissief genoemd. Ze stellen weinig eisen aan het kind en geven het kind veel vrijheid. Ouders die noch opdringerig noch responsief zijn, worden indifferent genoemd. Zij minimaliseren de tijd en de energie die ze steken in de interactie met het kind. In het ergste geval kunnen ze het kind verwaarlozen.
De correlatie tussen opvoedingsstijl en uitkomsten bij de adolescent schijnen meer te komen door genetische transmissie dan door socialisatie. Het idee dat ouders een kleine of zelfs te verwaarlozen impact hebben op het gedrag en de aanpassing van adolescenten, is uitgebreid door Harris. Harris argumenteerde dat de richting van effect niet duidelijk was wanneer gekeken werd naar opvoeding, aangezien het ook zou kunnen dat de kinderen juist de ouders beïnvloeden wat betreft opvoeding en ten tweede dat adolescenten niet alleen gesocialiseerd worden door hun ouders, maar ook door hun peers, de media etc.
Aan het argument dat ouders een kleine tot verwaarloosbare impact hebben op de ontwikkeling van tieners wordt op meerdere gronden getwijfeld. Allereerst is de gedragsgenetica niet zo conclusief of consistent als zij beweert. Ten tweede is er ook bewijs uit onderzoeken dat opvoeding effect heeft op de aanpassing van adolescenten. Zo is de kwaliteit van de relatie die jonge mensen met hun ouders hebben een voorspeller van de gezondheid en het welzijn van hen.
De balans tussen autonomie en controle is cruciaal in de opvoeding van adolescenten. In het ideale geval bevordert de ouder autonomie wat betreft academische pogingen, maar blijft het wel de academische activiteiten monitoren om er zeker van te zijn dat er wordt voldaan aan academische behoeften. Adolescenten hebben meer controle over de inhoud van de media waar zij mee in aanraking komen dan jongere kinderen. Deze verhoogde controle over media consumptie resulteert in een proces van zelfsocialisatie, waarbij tieners gesocialiseerd worden door invloeden van hun eigen keuze. Voor ouders is het moeilijk de inhoud van deze media te controleren en ook kunnen ouders zorgen maken over het welzijn van de adolescent door deze media.
De verhoogde verwachtingen voor autonomie in school en het vermogen van de adolescent om zichzelf te managen, vragen om een passende aanpak van ouders. Ze moeten hun kinderen helpen bij het vinden van een evenwicht tussen het vertrouwen op hun eigen vermogens en het opzoeken van ondersteuning wanneer dat nodig is.
Tijdens de adolescentie brengen kinderen minder tijd door met het gezin en worden vrienden belangrijker. Vrienden dienen vooral als rolmodellen en als steun. Ouders kunnen het moeilijk vinden deze belangrijke rollen nu te moeten delen met vrienden van hun kinderen en kunnen zich voelen alsof hun kind hen buitensluit van zijn/haar leven. Daarnaast hebben de ouders ook geen invloed meer op met wat voor soort vrienden hun kinderen omgaan, wat zij eerder wel hadden. Het kan dus zijn dat hun kind tegenwoordig advies vraagt aan een vriend waarvan zij denken dat die vriend een slechte invloed heeft op hun kind.
De verhoogde verantwoordelijkheid, onafhankelijkheid en vrijheid die komt kijken bij de transformatie van de kindertijd tot de volwassenheid, gecombineerd met een steeds meer volwassen uiterlijk, zorgt ervoor dat adolescenten steeds meer als volwassenen behandeld willen worden. Dit kan leiden tot conflicten, aangezien de adolescenten hun ouderlijk advies niet altijd als nodig of relevant beschouwen.
De psychosociale ontwikkeling van de adolescent omvat onder andere het ontwikkelen van autonomie en een identiteit. Het belang van adolescenten om zichzelf als onafhankelijke, unieke identiteiten te zien, kan botsen met het verlangen van de ouders om hun kinderen afhankelijk te houden. Dit kan zorgen voor conflicten.
De adolescenten gaan onderzoeken wie zij zijn en hoe zij in de sociale wereld passen waarin zij leven. Het proces van individuatie, waarbij de adolescent zich van de ouders losmaakt, is een belangrijk deel van deze ontwikkeling. Het nieuwe equilibrium is er een met een gezonde individuele adolescent die geniet van de warmte en hechtheid van de ouders, waarvan de ouders de verhoging van de autonomie van het kind toestaan. Conflict is een mogelijke route naar dit eindpunt, maar het is niet de enige en zeker niet de meest wenselijke.
De balans tussen individualiteit en betrokkenheid kan gefaciliteerd worden door erkenning van de wederkerigheid van de ouder-adolescent relatie. Beide partijen participeren actief in het gemeenschappelijke en wederkerige proces van het herdefiniëren van de relatie. In gezonde families blijven adolescenten responsief op ouderlijke autoriteit en blijven ze ook ouderlijk advies zoeken, maar krijgen ze hiervoor wel meer vrijheid van de ouders.
De onderscheiding tussen opvoedingsstijl en opvoedingspraktijken zijn belangrijk, omdat er bewijs is dat dezelfde opvoedingspraktijken andere uitkomsten kunnen hebben per opvoedingsstijl. Het is dus niet wat de ouders doen wat belangrijk is, maar de emotionele context waarin zij het doen.
De opvoeding van adolescenten vereist een evenwicht tussen autonomie en betrokkenheid. De keuze voor een autoritatieve opvoedingsstijl, die zowel warmte als structuur biedt, blijkt het meest gunstig te zijn voor de ontwikkeling van de adolescent. De emotionele betrokkenheid van ouders is cruciaal, aangezien de kwaliteit van de relatie tussen ouder en kind een voorspeller is van het welzijn van de adolescent. Bovendien is het belangrijk om de groeiende autonomie van de adolescent te ondersteunen, maar ook de noodzaak van begeleiding en controle te erkennen. De transitie naar de adolescentie is uitdagend, maar met de juiste opvoedingsstrategieën kunnen ouders hun kinderen helpen zich aan te passen aan de veranderingen en een gezonde, zelfstandige persoon te worden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet